Niemand die twijfelt aan de waarde van Martin Luther King voor het verzet tegen de wettelijke segregatie in de Zuidelijke Staten van de VS. Zijn toespraak I have a Dream blijft een van de meest eloquente veroordelingen aller tijden van racisme in al zijn vormen.
Heel wat progressieve stemmen blijven tot vandaag echter beweren dat de echte grote leider van het zwarte politieke verzet in de VS Malcolm X was en dat King uiteindelijk buiten zijn toespraken geen echte bijdrage leverde tegen het institutionele racisme in heel de VS.
Beyond Vietnam: A time, to break the Silence
Op 4 april 1967 – exact één jaar voor hij werd vermoord – gaf King echter een veel belangrijkere toespraak in de Riverside Church in New York die in de mainstream media tot vandaag wordt ‘vergeten’ of hoogstens misprijzend geciteerd word als een tekst die nu geen belang meer heeft. Op die dag gaf King zijn speech met als titel ‘Beyond Vietnam: A Time to Break Silence”.
Daarin veroordeelde hij de oorlog ‘tegen’ Vietnam niet alleen omwille van de wreedheden, niet alleen omwille van het feit dat de (toen nog dienstplichtige) Amerikaanse soldaten vooral zwarten en arme witten waren, maar omdat die oorlog moreel fout was.
Dit was geen oorlog tegen ‘het rode gevaar’ maar een oorlog tegen een volk dat zich van zijn kolonisator wilde bevrijden en zich gewapend verzette tegen de militaire dictatuur die de VS er installeerde in het zuidelijke deel van het land.
Hij herkende in de niets ontziende moordpartijen op de Vietnamese bevolking dezelfde mechanismen die het in de VS onmogelijk maakten om het institutionele racisme uit te roeien. Racisme in de VS was immers (en is nog steeds) een essentieel element van het economisch systeem. Een deel van de bevolking wordt in zijn marginalisering vastgehouden, deels als goedkope arbeidskracht, deels als dreigend voorbeeld voor de lagere middenklasse, om zich netjes te houden aan de regels van het systeem.
Zolang King vreedzame betogingen hield tegen racistische sheriffs in het Zuiden, tegen de segregatie in het openbaar vervoer en in de horeca vonden de ‘liberals’ in het Noorden het prima om hem te steunen. Zodra hij zich keerde tegen het economisch racisme in het hele land, van California tot Massachusetts, keerden zijn kaarten. Protesteren tegen racistische sheriffs was één ding, eisen stellen voor gelijk loon, betere arbeidsvoorwaarden, gelijke kansen op promotie was iets heel anders.
Zwarte steun voor het buitenlands beleid
De machthebbers van de Democratische én de Republikeinse Partij probeerden zwarte leiders in de VS achter hen te krijgen in hun buitenlandse strijd voor ‘vrijheid’ tegen het goddeloze communisme. De term ‘communisme’ moest in die Koude Oorlog niet alleen begrepen worden als de omschrijving van personen en staten die zich op deze ideologie beriepen. Iedere regering of bevolking die inging tegen de politieke en economische belangen van de VS (en in minder bepalende mate die van Europa), zelfs als dat eerder liberale regeringen waren of sociaal-democratische vielen die onder die noemer ‘communisme’.
Ook nationalistische leiders die geloofden in een liberale economie waar de winsten uit de grondstoffen in eigen bodem naar de eigen bevolking hoorden te gaan moesten weg. Mossadegh in Iran en Arbenz in Guatemala werden dus ‘communisten’, er volgden nog meer.
Het VS-establishment zat echter verveeld met zijn imago van de segregatie in het Zuiden, omdat het voet aan grond wilde krijgen in de recent onafhankelijk geworden staten in Afrika. Daarom was steun van zwarte leiders voor hun beleid zo belangrijk.
King doorkruiste radicaal die pogingen met zijn ideeën over het militaire apparaat en over het buitenlands beleid. King was een jaar na zijn Vietnamspeech in Memphis, Tennessee, niet om daar een zoveelste vreedzame betoging te houden voor gelijke burgerrechten. Hij kwam er de stakende vuilnisophalers steunen die de stad al weken stinkend blokkeerden, nadat voor de zoveelste maal twee van hun collega’s gruwelijk waren omgekomen in de levensgevaarlijke vermalers van de onveilige ophaaltrucks. De stad weigerde te investeren in veiliger materiaal (en in betere lonen).
King en Malcolm X
Vergeten wordt in de jaarlijkse commentaren ook dat King en Malcolm X persoonlijk zeer goed met elkaar overeenkwamen. Al verschilden ze van stijl en van aanpak, hadden ze andere ideeën over strategie, over de essentie waren ze het roerend eens.
De opdeling die bepaalde progressieven nog steeds aanhouden van Malcolm X, de echte leider, en King, de brave meeloper, klopt gewoon niet. Bovendien was King zelf nog volop aan het evolueren naar een meer globale strijd, naar solidariteit tussen zwarte, bruine én witte Amerikanen, dé nachtmerrie van het establishment in Washington, DC.
King was slechts 39 toen hij stierf. Niemand kan vatten waar hij later zou gestaan hebben zijn als politieke leider. De laatste twee jaar van zijn leven werd hij grotendeels gemarginaliseerd door de grote media. Toen hij werd vermoord veranderde dat terug, maar werd de zeemzoete constructie in elkaar gestoken die van hem een passief icoon maakte die hij nooit was.
Een interessante terugblik op Martin Luther King en een analyse van zijn relevantie in 2021 vind je onder meer in het dossier Fifty Years Since MLK van het magazine Boston Review. Onder redactie van Brandon M. Terry, professor Afrikaans-Amerikaanse Sociale Studies aan de Harvard University geven een aantal Afrikaans-Amerikaanse academici en activisten hun kijk op Kings erfenis, met bijdragen van o.a. Keeanga-Yamahtta Taylor.
“Radio Hanoi”
Eveneens zeer ontluisterend is het artikel The Liberal Contempt for Martin Luther King’s Final Year van Jeff Cohen en Norman Solomon in Scheerpost. Life Magazine veroordeelde zijn Vietnamspeech als “demagogische laster die klinkt als een script van Radio Hanoi’ (de toenmalige hoofdstad van Noord-Vietnam). Zowel de New York Times als de Washington Post schreven vernietigende editorialen over zijn toespraak.
Vandaag zien we eenzelfde mainstream éénstemmigheid ten bate van de nieuwe Koude Oorlog die de VS organiseert. Net als de eerste Koude Oorlog wordt die voorgesteld als een strijd voor democratie en vrijheid. Net als toen blijven de VS en het Westen ondertussen over heel de wereld gruwelijk dictatoriale regimes steunen, van Egypte over Uzbekistan en Saoedi-Arabië tot Honduras, zolang ze maar aan de goed kant staan (en hun wapentuig bij de VS en zijn bondgenoten aankopen).
Net als toen is de Koude Oorlog in de Derde Wereld een heel hete oorlog, zoals in Jemen waar met Britse en VS-wapens en technische begeleiding de “grootste humanitaire ramp van de 21ste eeuw” wordt veroorzaakt (volgens de omschrijving van de VN). Net als toen gaat het in werkelijkheid over militaire en economische dominantie en het inperken van echte economische concurrentie.
Het verschil is dat in deze nieuwe Koude Oorlog de grote boosdoener van dienst China is met Rusland als tweede viool. Tijdens de eerste Koude Oorlog was de Sovjet-Unie nog de grote bandiet. Niemand die er aan twijfelt dat China geen democratisch systeem heeft, met een aantal zeer nefaste kenmerken op vlak van de mensenrechten. Maar net als toen is het een bijzonder naïeve illusie te geloven dat dit de reden zou zijn waarom China nu zo in het vizier komt van de VS. Dat niet willen of kunnen inzien getuigt bovendien van een groot gebrek aan historisch inzicht.
Er zijn nog verschillen met toen. De VS zijn niet meer zo dominant oppermachtig en China benadert met rasse schreden het economisch gewicht van de VS. Dit maakt de kansen op een nieuwe wereldoorlog en – erger nog – een kernoorlog echter groter dan toen. Als er iets is dat de VS immers nooit hebben kunnen tolereren was het echte concurrentie op een vrije markt.
Martin Luther King doorzag in 1967 reeds de flinterdunne ideologische argumenten van de machthebbers in Washington. Daarom is het vandaag meer dan ooit belangrijk de echte politieke erfenis van King te herontdekken en te verkondigen.
King leefde nog in een periode van charismatische leiders. Wie op een nieuwe King wacht verliest zijn tijd. Kings erfenis blijft een voorname inspiratiebron, voor politiek verzet tegen een systeem dat zich naar ultieme zelfvernietiging aan het rijden is.
“We kunnen ons gewoon niet inbeelden hoeveel levens we zouden kunnen veranderen als we zouden stoppen met doden” zei King tijdens zijn Vietnamspeech . Het massieve militaire budget van de VS – groter dan de 13 grootste militaire machten ter wereld na de VS samen, waarvan er slechts twee vijanden zijn – werkt nog steeds zoals King dat beschreef.
Daar moet het politiek verzet over gaan. Dat is de echte boodschap die uitgaat van Martin Luther King.