“Als pandemieën microbiële oorlogen zijn,
dan zijn vaccins onze geprefereerde massa-reddingswapens.”
Tedros, dir. gen. van de WHO
Het coronavirus heeft de grootste gezondheidscrisis veroorzaakt van de laatste honderd jaar. Al 2,4 miljoen mensen lieten het leven en om de zes seconden sterft nog steeds iemand aan COVID-19. Vaccins zijn de beste en enige redding. Zonder hen dreigt de pandemie mogelijk tot 30 miljoen levens te kosten.[1]
De vaccins zijn gelukkig veelbelovend. Nadat het grootste deel van de 60-plussers in Israël werd ingeënt is het aantal gehospitaliseerden in die kwetsbare leeftijdsgroep daar op drie weken tijd met 40 procent gezakt. En dat aantal zakt steeds verder.
Toch is het nog te vroeg om victorie te kraaien. Het is helemaal niet zeker dat vaccins COVID-19 zullen kunnen verslaan. Het besef groeit dat we het virus niet snel of zelfs nooit helemaal zullen kunnen uitroeien. Daar zijn minstens drie redenen voor: het falen van de marktaanpak, de beperkingen van de vaccins zelf en de weerstand tegen het vaccineren.
Langzaam maar zeker groeit het besef dat we het virus niet snel of zelfs nooit helemaal zullen kunnen uitroeien.
Marktfalen
In het Westen wordt de vaccinproductie gedomineerd door een handvol farmareuzen. Zij monopoliseren zowel de productie als de distributie en bepalen op die manier voor een groot deel het tempo en de omvang van de wereldwijde vaccinatie. Vanuit hun winststreven vertikken ze het om hun productie drastisch op te schalen en verkopen ze aan diegene die het meest biedt. Ze hebben er ook alle belang bij om die productie volledig in eigen handen te houden en hun knowhow niet te delen met andere potentiële producenten. Kortom, kunstmatige schaarste is in hun voordeel.
Het gevolg is dat de levering in de rijke landen veel te traag verloopt. Maar veel erger is dat er veel te weinig vaccins zijn voor de landen van het Zuiden. De rijke landen, goed voor 16 procent van de wereldbevolking, hebben liefst 60 procent van alle vaccins opgekocht. Op dit moment moet 85 procent van de landen het eerste vaccin nog toedienen. Voorspellingen daarover zijn niet eenvoudig, maar de kans is groot dat veel mensen in de arme landen zullen moeten wachten tot 2023 of 2024.[2]
Dat laatste is niet alleen een probleem voor de landen van het Zuiden. Omdat het virus geen grenzen kent en we in een sterk geconnecteerde wereld leven zal de pandemie nergens overwonnen zijn totdat dat overal het geval is. Of in de woorden van Tedros, de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO): “Voor het virus zijn we allemaal één kudde. Om het te verslaan, moeten we handelen als één gemeenschap”.
“Marktgestuurde mechanismen alleen zijn onvoldoende om de pandemie te stoppen door middel van groepsimmuniteit met vaccins.”
Voor de baas van de WHO is het duidelijk dat deze marktaanpak compleet gefaald heeft en dat we de race tegen de tijd aan het verliezen zijn: “Marktgestuurde mechanismen alleen zijn onvoldoende om de pandemie te stoppen door middel van groepsimmuniteit met vaccins. Een beperkt aanbod en een overweldigende vraag zorgen voor winnaars en verliezers. Geen van beide is moreel of medisch aanvaardbaar tijdens een pandemie.”
Om de kunstmatige schaarste te overwinnen, de vaccinproductie op te voeren en de distributie te verbreden, stelt Tedros voor om vaccinproductietechnologie, intellectueel eigendom en knowhow uit te wisselen via de COVID-19 Technology Access Pool, om de patenten tijdelijk op te heffen en om samenwerking tussen producenten toe te laten en uit te breiden.
Volgens Tedros moet de almacht van de farmareuzen doorbroken worden: “De internationale gemeenschap kan niet toestaan dat een handvol actoren de voorwaarden of het tijdschema dicteren voor het beëindigen van de pandemie.” De Europese Commissie blijft echter zweren bij de tot op heden gevolgde koers, waarbij Big Pharma de lakens uitdeelt. Zij wordt hierin helaas gevolgd door de conservatieven, sociaaldemocraten en liberalen. Op crisismomenten vallen de maskers vaak af, dat is nu niet anders.
“De internationale gemeenschap kan niet toestaan dat een handvol actoren de voorwaarden of het tijdschema dicteren voor het beëindigen van de pandemie.”
Vaccins zijn geen wondermiddel
De vaccins werken uitstekend om de ernstige symptomen van COVID-19 te voorkomen die leiden tot ziekenhuisopname of overlijden. Maar of en in welke mate ze ook de besmettelijkheid zelf tegenhouden is nog niet geweten. Vermoedelijk zullen ze de besmettelijkheid verminderen, maar niet echt stoppen. Zo zou het vaccin van AstraZeneca mogelijk de transmissie met bijna twee derde kunnen verminderen. Het zal echter nog maanden duren vooraleer er uitsluitsel is over deze belangrijke vraag.
Die vraag heeft nog meer aan belang gewonnen met de nieuwe varianten. Want die blijken tot 50 procent besmettelijker te zijn. Bovendien zijn ze misschien zelfs dodelijker. Zo zou de Britse variant mogelijk 30 procent meer doden veroorzaken. Een kleine toename van de dodelijkheid zou in elk geval een catastrofaal effect kunnen hebben.
Het is bovendien de vraag of en in welke mate de huidige vaccins beschermen tegen de nieuwe varianten. Recent onderzoek toont aan dat de nieuwe mutaties kunnen leiden tot vaccinresistentie. Van ten minste vier vaccins[3] heeft men vastgesteld dat ze minder bescherming bieden tegen de Zuid-Afrikaanse variant, die al in dertig landen is opgedoken. Bij Novavax en Janssen gaat dat over een vermindering van 60 procent. Ook voor de Braziliaanse variant zijn er steeds meer aanwijzingen dat sommige vaccins het virus minder tegenhouden.
Het zou er kunnen op wijzen dat we net zoals bij het griepvaccin, op geregelde tijden een nieuw vaccin zullen moeten toedienen. In het licht van de stunteligheid en traagheid van de huidige campagne is dat een weinig opbeurende gedachte.
Al even verontrustend is dat mensen door de nieuwe varianten ook het risico kunnen lopen op herinfectie.[4]
Dat zou er allemaal kunnen op wijzen dat we er met een eenmalige vaccinronde niet zullen geraken en dat we er in de toekomst, net zoals bij het griepvaccin, op geregelde tijden – als er gevaarlijke nieuwe varianten opduiken – een nieuw vaccin zullen moeten toedienen. In het licht van de stunteligheid en traagheid van de huidige campagne is dat een weinig opbeurende gedachte. Voor de farmareuzen daarentegen klinkt zoiets als muziek in de oren: elke vaccinatieronde is goed voor enkele tientallen miljarden dollar. Kassa kassa.
Gevaarlijke vaccintwijfel
Een derde reden waarom we riskeren het virus nooit helemaal te kunnen uitroeien is als een aanzienlijk deel van de bevolking ervoor kiest om zich niet te laten vaccineren. De vaccinatiebereidheid varieert sterk van land tot land en het varieert ook doorheen de tijd. Tussen augustus van vorig jaar en januari dit jaar is het percentage dat zich wil laten inenten in heel wat landen met 10 tot 20 procentpunten gezakt, ondanks de veelbelovende resultaten van de vaccins.
Vaccintwijfel heeft veel oorzaken. Een vaccin brengt een substantie in je lichaam waarvan je de werkingsmechanismen niet altijd goed begrijpt. Dat schrikt mensen af. Heel wat vaccintwijfel komt ook voort uit wantrouwen t.a.v. het establishment of de mainstream. De corona-aanpak in de meeste Westerse landen was en is desastreus: ondanks maandenlange (semi-)lockdowns is het aantal doden per inwoner tientallen malen hoger dan in de meeste Aziatische landen, die bovendien heel snel terug konden keren naar een normaal leven. Deze lamentabele aanpak heeft het wantrouwen in de regeringen, dat van oudsher al heel groot is, alleen maar verder doen toenemen. De schaamteloze opstelling van de farmareuzen heeft daar nog een schep bovenop gedaan.
De lamentabele corona-aanpak heeft het wantrouwen in de regeringen, dat van oudsher al heel groot is, alleen maar verder doen toenemen. De schaamteloze opstelling van de farmareuzen heeft daar nog een schep bovenop gedaan.
Vaccintwijfel en complottheorieën verspreiden zich gemakkelijker wanneer mensen het vertrouwen in het establishment verliezen. De twijfel wordt ook sterk aangezwengeld vanuit (extreem-)rechtse hoek en kwistig verspreid via de sociale media. In die verspreiding van desinformatie spelen er ook vaak financiële motieven.[5] Je bent dus maar best op je hoede.
Wat er ook van zij, met de nieuwe varianten is een groepsimmuniteit van ongeveer 80 procent nodig om het virus klein te krijgen. Slechts een handvol landen halen op dit moment de kaap van 80 procent vaccinatiebereidheid.[6] De meeste landen zitten daar een heel stuk onder. En dat aantal kan in de komende maanden nog verder dalen omdat jonge mensen zich minder bedreigd voelen en daardoor ook minder geneigd kunnen zijn om het vaccin te nemen, eens zij aan de beurt zullen zijn.
Als we onder de drempel van 80 procent blijven, dan kan dit vele levens kosten, zowel onder de twijfelaars als onder de andere burgers. De uitdaging om de vaccintwijfel te overwinnen zal minstens zo groot zijn als het tijdig leveren van vaccins aan de hele wereld. En die twijfel uitroeien is niet eenvoudig. Zoals The Economist het formuleert: “angst en onzekerheid zijn gemakkelijker te koesteren dan vertrouwen, en passiviteit is gemakkelijker aan te moedigen dan actie te ondernemen”. En om het vertrouwen te herstellen in de overheden, laat staan in de farmareuzen, zal er een serieuze ommezwaai nodig zijn.
Een keiharde stresstest
De combinatie van het marktfalen, de beperkingen van de huidige vaccins, het opduiken van nieuwe varianten, de vaccintwijfel en het feit dat jongeren onder de 18 nog niet gevaccineerd worden, betekent dat we misschien nooit de groepsimmuniteit zullen bereiken. Die groepsimmuniteit is nochtans nodig om het virus definitief uit te roeien.
Het coronacrisis is een onverbiddelijke stresstest die ons keihard uitnodigt om ons maatschappijmodel grondig te herdenken.
Als we zo blijven verder boeren dan ziet het er naar uit dat COVID-19 nog jarenlang zal circuleren en regelmatig weer de kop zal opsteken, al dan niet met gevaarlijke varianten. In tegenstelling tot heel wat Aziatische landen zijn wij er niet in geslaagd om het virus de kop in te drukken. Dat onvermogen zal honderdduizenden tot zelfs miljoenen onnodige slachtoffers veroorzaken.
Het coronacrisis is een onverbiddelijke stresstest voor ons samenlevingsmodel. De corona-aanpak leert heel veel over hoe onze maatschappij georganiseerd is, welke de prioriteiten zijn, hoe efficiënt het beleid is, enz. Het werkt als een vergrootglas voor de knelpunten waarmee we zitten. Deze stresstest nodigt ons keihard uit om ons maatschappijmodel grondig te herdenken. Waarop wachten we, of blijven we liever voortploeteren?
Voetnoten
[1] Berekend op basis van een studie van het Imperial College COVID-19 Response Team over de sterftekans bij een besmetting. Bij de landen met een hoog inkomen bedraagt de sterftekans gemiddeld 1,15 procent. Bij de landen met een laag inkomen, die een jongere bevolking hebben, is dat gemiddeld 0,23 procent.
[2] Komt daarbij dat jongeren onder de 18 jaar wellicht pas in 2022 een vaccin zullen kunnen krijgen. De tests voor die leeftijdsgroep zijn nu volop bezig. Het gaat hier over een significant onderdeel van de bevolking.
[3] Het gaat om Novavax, Janssen, Pfizer/BioNTech en Moderna.
[4] De gemuteerde stam kan de antilichamen blijkbaar ontwijken die zijn ontwikkeld, hetzij als reactie op vaccinatie, hetzij als reactie op infectie met de originele versie van het coronavirus.
[5] Het Center for Countering Digital Hate (CCDH) onderzocht 425 antivaccin-accounts op Facebook, Instagram, Twitter en YouTube die desinformatie verspreiden. Samen hebben ze 59 miljoen volgers en dat aantal stijgt snel. Het onderzoek leert dat het bij een minderheid van deze anti-vaxxers om diepgewortelde overtuigingen gaat. Bij ongeveer 80 procent spelen er ook financiële motieven mee, of gaat het zelfs enkel daarover. De helft zijn ondernemers met bedrijven die alternatieve of excentrieke middelen promoten, zoals homeopathische immunisatie of een bleekvernevelaar. Bij de andere helft gaat het om complotdenkers die profiteren van de online advertentie-inkomsten die hun sites aantrekken en van de producten die ze verkopen. Zie ook The Economist.
[6] Het gaat in het geciteerd onderzoek van The Economist om China, Groot-Brittannië en Indonesië.