In Honduras nam het parlement het initiatief om het verbod ook op te nemen in de grondwet, om een gewone wetswijziging zoals in Argentinië onmogelijk te maken. Een nipte tweederdemeerderheid stemde in met het voorstel.
Abortusverbod maakt slachtoffers
Een verbod op abortus stopt geen abortussen. Dat concludeert ook het Guttmacher instituut, die het aantal abortussen per 1.000 inwoners vergeleek tussen landen waar een verbod geldt en waar het wettelijk toegelaten is. In die laatste vinden zelfs net iets minder abortussen plaats. Voor de vrouwen in kwestie maakt het legale kader dan wel weer een enorm verschil. Als er een wettelijk kader is, gebeurt de ingreep onder veilige en hygiënische omstandigheden. In landen waar een verbod geldt, moeten vrouwen hun toevlucht zoeken tot clandestiene, onveilige abortussen.
Honduras vormt geen uitzondering. Human Rights Watch schat het aantal illegale abortussen tussen de 50.000 en 80.000 per jaar. In 2017 werden meer dan 8.700 vrouwen opgenomen in hospitalen als gevolg van complicaties door onveilige abortussen of spontane vruchtafdrijvingen. Tussen de 8 en 11 procent van de moedersterftes zou te wijten zijn aan complicaties bij onveilige abortussen.
“De bekommernis voor het zogenaamde ‘ongeboren leven’ blijkt een stuk groter dan voor het leven na de geboorte, zeker als het over vrouwenlevens gaat”
Ideologisch strijdtoneel
Abortus wordt echter niet vanuit een gezondheidsbril bekeken in Honduras. De katholieke en evangelische kerken hebben van Centraal-Amerika hun battleground gemaakt en sloten allianties met conservatieve politieke partijen in een kruistocht tegen seksuele en reproductieve rechten. In Centraal-Amerika was abortus onder bepaalde omstandigheden toegelaten sinds de onafhankelijkheid. Maar het conservatief offensief werpt zijn vruchten af. El Salvador voerde een totaalverbod in eind jaren 90, Honduras in ’97 en Nicaragua volgde tien jaar later. De conservatieve waanzin zorgde zelfs voor een verbod op de morning-afterpil in Honduras, onder het mom dat deze ‘abortief’ werkt.
De hypocrisie van de Hondurese conservatieve partijen werd duidelijk met de hervorming van de strafwet vorig jaar. Er is een zichtbare daling in straffen voor verkrachtingen en moorden op vrouwen. De bekommernis voor het zogenaamde ‘ongeboren leven’ blijkt een stuk groter te zijn dan voor het leven na de geboorte, zeker als het over vrouwenlevens gaat. We zien niet dezelfde politieke urgentie wanneer het gaat over geweld tegen vrouwen en verkrachtingen van minderjarigen.
A luchar
De grondwet werd veranderd ondanks zware kritiek vanuit het middenveld en internationale organisaties, waaronder Oxfam, Artsen zonder Grenzen en Human Rights Watch. Visitación Padilla, een Hondurese vrouwenrechtenorganisatie, kondigde al aan naar het grondwettelijk hof te stappen om de wijziging aan te vechten. Volgens Merly Eguigure is deze wijziging in strijd met vrouwenrechten en internationale mensenrechtenverdragen die het land ondertekende.
Toch geven activisten toe dat dit een zware klap is. Indien het grondwettelijk hof geen bezwaar maakt, is in de toekomst een nieuwe tweederdemeerderheid nodig om vrouwen ooit toegang tot veilige abortus te kunnen geven. Binnen de huidige context is dit zo goed als onmogelijk. Bij de laatste poging durfden slechts zeven parlementsleden zich uit te spreken tegen een totaalverbod, uit schrik voor een electorale afstraffing.
Vrouwenrechtenorganisaties zullen naast de gerechtelijke weg blijven inzetten op sensibilisering op lange termijn, om het draagvlak voor abortusrechten bij de bevolking en beleidsmakers te vergroten. Geen makkelijke opdracht in een land waar het discours sinds decennia gemonopoliseerd wordt door conservatieve en religieuze zijde. Een eerste afspraak is de Hondurese vrouwendag op 25 januari. Zoals het Hondurese Vrouwenrechtencentrum (CDM) het verwoordt: “dit jaar is er niets om te vieren, maar laat het een start zijn om alles te veranderen.”
Auteur: Jasper Rommel