Getuigenis - Igor Živković

Ik ben bang van de politie

vrijdag 15 januari 2021 15:27
Spread the love

 

Wanneer je de laatste paar maanden door Brussel wandelt, valt er een verandering op aan het straatbeeld. Nee, het is helaas niet de kerstverlichting. Het zijn de alomtegenwoordige blauw-witte politielichten. Je kan amper nog een wandeling maken door het centrum van Brussel zonder een politiepatrouille te passeren. De constante aanwezigheid van de politie maakt me zenuwachtig. Ook al doe ik niets fout, ik merk dat ik opspan en mijn mondmasker controleer, extra voorzichtig oversteek en vooral gewoon doorwandel.

Een aantal dagen na de aanval op het Capitool, bespreek ik de rol van de politie met een vriend via WhatsApp. We zijn beiden akkoord dat er grove fouten zijn gemaakt, we komen niet overeen over de vraag of de fouten te wijten zijn aan racisme. De discussie wordt verstoord door een radiobericht: een Brusselse jongeman van 23 jaar is gestorven in politiehechtenis.

Donderdagavond, een dag na de manifestatie voor Ibrahima, wandel ik naar Brussel-Centraal. Rond het Centraal Station is er een grote politieaanwezigheid. Vlak voordat ik naar binnen ga, passeren een tiental politieagenten. Een van de mensen die voor de ingang rondhing, een bruine man, zei iets tegen de voorbijkomende politie. Het klonk als een grap, een lichte provocatie. De agent draaide zich om, zette twee stappen in de richting van de man en in een flits van een seconde schopte hij de man hard tegen de grond.

Ik sta verstomd stil. Heeft er nu net een agent echt een man zo hard geschopt dat er een luide knal was te horen, in Brussel-Centraal? De man ligt op de grond, zijn handgebaar spreekt van verbazing. De collega-agenten van de politie? Zij deden niets. De politieagent torent uit boven de man op de grond en spreekt hem iets toe.

Mijn eerste reactie was om mijn gsm boven te halen en te filmen. Mijn tweede reactie: gevaar. Ik ben een persoon met een handicap en mijn lichaam is minder robuust dan dat van de meesten. Wie weet welke schade zo’n schop míj zou toebrengen. Ibrahima begon ook te filmen. Had hij geen hartaandoening? De advocaat van de familie zegt dat de politie minutenlang geen vinger verroerde terwijl Ibrahima op de grond in elkaar zakte.

Ik wandel weg, de scène achterlatend, en pak mijn trein. Op de terugweg zit ik te piekeren. Heb ik juist gehandeld? Had ik moeten ingrijpen, of was ik correct om mijn eigen veiligheid te garanderen? Mensen die dit lezen vinden misschien dat ik overdrijf. Dat er mij vast en zeker niets zou gebeuren.

Misschien. Maar één ding is zeker: de politieagent in kwestie hield zich op dat moment niet aan de regels. En als hij zich niet aan de regels hield bij iemand anders, wat garandeerde dat hij dat bij mij wel zou doen?

Maar ik schrijf dit verhaal niet om mezelf te verantwoorden. Dit verhaal is geschreven omdat op dit moment bang zijn van de politie, zelfs als je niks fout doet, een legitiem gevoel is. Dit verhaal is geschreven omdat het uitoefenen van democratische rechten voor bepaalde bevolkingsgroepen een risico is geworden. Ik hoop dat we allemaal even kunnen stilstaan bij hoe fout dat is.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!