De aanval op het Amerikaanse Capitool op 6 januari was schokkend, maar voor wie de extreemrechtse activiteit op sociale media volgt, absoluut niet verrassend. De poging om de formalisering van de verkiezingen in het Congres tegen te houden was consistent met openlijk besproken hoop en plannen.
Als onderzoeker naar rechts extremisme monitor ik ook de sociale media. Weken op voorhand zag ik groepen binnen het extreemrechtse spectrum hun intenties kenbaar maken. Van influencers tot politici, activisten en gewone burgers: allemaal spraken ze op Facebook, Twitter, Parler en andere platformen over 6 januari als de laatste kans om wat zij als corruptie op monumentale schaal zien, te vermijden.
Voor de meeste activisten was er geen andere oplossing dan een overwinning voor Donald Trump. Ze bespraken openlijk hoe ze het Congres en vicepresident Mike Pence zouden kunnen overtuigen om het verkiezingsresultaat te annuleren en Trump tot overwinning uit te roepen.
De opbouw
Sinds de verkiezingen in november verspreiden Trump en zijn bondgenoten ongegronde samenzweringstheorieën waarin wordt beweerd dat Democraten, sommige Republikeinen en de “deep state” wijdverbreide kiezersfraude hebben gepleegd. In die mythe heeft Trump de verkiezingen met overweldigende meerderheid gewonnen en stonden alleen corrupte politici die overwinning in de weg. Dergelijke complottheorieën wakkerden de woede aan in alle hoeken van het rechtse ecosysteem, en het certificeringsproces in het congres werd tegelijk een symbool van die corruptie en de kans om er iets aan te doen.
Na een tweet van president Trump op 18 december begonnen conservatieve groepen zich te organiseren met het oog op grootschalig protest in Washington D.C. “Groot protest in D.C. op 6 januari. Wees erbij, het wordt wild!”, schreef de president. Zijn instructies werden ernstig genomen door zowel zijn gewone aanhangers als uiterst rechtse extremisten.
Eerdere pogingen om de verkiezingen ongedaan te maken, waren steeds mislukt en de Trump-aanhangers en extremisten zochten naar een andere methode om de verkiezingsnederlaag om te keren. Zo werd 6 januari een wanhopige, laatste strijd. Uit de berichten op sociale media blijkt hoe die wanhoop hen ertoe bracht om geweld te verantwoorden als enige overblijvende manier om het Congres tot andere gedachten te dwingen.
OpenlijkÂ
In aanloop naar de gebeurtenissen op 6 januari bespraken rechtse communities op sociale media regelmatig de voorbereidingen, reisplannen en hoop. Op Twitter en Facebook begonnen mensen bijna op mystieke toon over 6 januari te spreken. Een overzicht van gegevens van sociale media van half december tot 5 januari levert duizenden berichten op die verwezen naar de geplande protesten alsof het om een nakende revolutie ging.
In sommige kringen werd de datum synoniem met een laatste slag – het moment waarop alle vermeende misdaden van de Democraten aan het licht zouden worden gebracht en waarop gewone Amerikanen de regering zouden terugnemen. “Op 6 januari komen we te weten of we nog steeds een constitutionele republiek hebben”, schreef een gebruiker op Twitter op oudejaarsavond. “Zo niet, dan begint de revolutie. Ik vecht en sterf liever dan in een socialistische samenleving te leven. Vrij zeker dat 80 miljoen Amerikanen hetzelfde denken.”
Specifieke verwijzingen naar het bestormen van het Capitool kwamen voor, maar niet vaak. Zoals een Twitter-gebruiker het verwoordde: “Roberts is hoofd-corruptie. 6 januari. We moeten het Congres en @SCOTUS bestormen en Roberts, McConnell, Pelosi, Schumer en McCarthy arresteren, om het moeras leeg te laten lopen! #RobertsCorruptInChief.”
Meer frequenter zoomden QAnon-aanhangers in op 6 januari als het beginpunt van een reeks gebeurtenissen die zouden leiden tot een apocalyptische zuivering die ze De Storm noemen. Sommigen geloofden zelfs dat De Storm plaats zou vinden tijdens de demonstratie zelf, en dat Trump leden van de democratische en mondiale elite zou arresteren wegens verraad en tegelijkertijd de verkiezingen zou winnen.
Hoewel de berichten op Facebook en Twitter al lieten doorschemeren dat er meer inzat dan enkel een demonstratie, was het komende geweld nergens zo duidelijk als op Parler. De site, die in een jaar tijd miljoenen nieuwe conservatieve gebruikers heeft aangetrokken, heeft zichzelf opgeworpen als bastion voor rechtse complottheorieën en organisatie. Uit mijn onderzoek blijkt dat honderden Parler-gebruikers uiting gaven aan hun oprechte overtuiging en zelfs wens dat de demonstraties zouden uitmonden in fysieke strijd, revolutie of burgeroorlog.
“We zijn klaar om terug te vechten en we willen bloed”, stelt een Parler-post op 28 december. “De president moet iets doen – als 6 januari de dag is, dan zijn we er klaar voor.” Een andere gebruiker schrijft: “6 januari zal Ăłf onze redding zijn, Ăłf we zullen weer in een burgeroorlog belanden die heel snel zou moeten eindigen !! Hoe dan ook, Trump zal onze POTUS zijn !! Alles minder is onaanvaardbaar !!”. Tools waarmee ik op grote schaal sociale mediagegevens kan volgen, tonen aan dat rechtse activisten minstens vanaf half december expliciet en open waren over hun intenties voor de demonstraties van 6 januari.Â
Ik twijfel er niet aan dat de demonstratie specifiek bedoeld was om het Congres te dwingen de verkiezingen ongedaan te maken. Hoewel de bestorming van het Capitool zelf misschien niet gepland was, hadden de demonstranten zich wekenlang voorbereid om op zijn minst de dreiging van fysiek geweld te gebruiken om het Congres en Mike Pence te intimideren tijdens het certificeringsproces.
Een patroon van dreiging
De grote transparantie waarmee rechtse activisten hun demonstraties openlijk planden, geeft aan dat extreme, antidemocratische gedachten op Parler genormaliseerd zijn en dat Twitter en Facebook nog steeds grote moeite hebben om openlijke oproepen tot geweld te modereren.Â
Dat is niet de eerste keer. Rechtse activisten hebben er een gewoonte van gemaakt zich openlijk te organiseren en aanhangers te stimuleren om hun verlangens naar gewelddadige confrontaties te uiten. Extreemrechtse activisten maken daarbij ook gebruik van online-fundraising, zelfs tijdens het live streamen van de aanval op het Capitool.
Na de bestorming zag ik gebruikers op Parler, Facebook en Twitter de bezetters vieren en tegelijk de ongefundeerde, gevaarlijke samenzweringstheorieĂ«n verspreiden dat de aanstokers van het geweld eigenlijk antifascisten en linkse activisten waren. Op Parler keerden veel gebruikers zich tegen Pence en de oproepen namen toe om de politici te executeren.Â
Politie- en inlichtingendiensten zouden moeten leren uit wat er is gebeurd en uit het ogenschijnlijke gebrek aan paraatheid bij de politie in het Capitool, omdat het waarschijnlijk nog zal gebeuren. Het is onmogelijk te zeggen hoe de situatie zich verder ontwikkelt. Maar de communities die de gebeurtenissen op 6 januari hebben veroorzaakt, organiseerden zich openlijk op sociale media, en ze tonen alle intentie om dat opnieuw te doen.
Deze opinie verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner The Conversation.
Foto: Tyler Merbler, Wikimedia Commons / CC BY 2.0Â