“Bacurau. If you go, go in peace” (“Se For, Vá Na Paz” is ook een liedje) lezen we op een bord wanneer in het begin van Bacurau een jonge vrouw met een water leverende tankwagen door een dor, afgelegen gebied in het noordoosten van Brazilië wordt gevoerd. Even worden we opgeschrikt door een drone die net als de camera de trip lijkt te observeren en moet de chauffeur langs achtergelaten doodskisten laveren maar snel neemt een contemplatief ritme over. De vrouw blijkt de kleindochter van de 94-jarige matriarch van haar geboortedorp Bacurau (Portugees voor nachtzwaluw) en Carmelita’s begrafenis verloopt aan een lijzig tempo.
Ontvlambare western
Vreemde personages en bizarre gebeurtenissen doorprikken het exotische beeld dat van de lokale gemeenschap en hun rituelen lijkt te ontstaan. Wanneer na de begrafenis het dorp van alle digitale plattegronden blijkt te zijn verdwenen krijgen we een nieuwe waarschuwing. De aangekondigde ‘nabije toekomst’ is ongewoon en bevreemdend, realisme maakt plaats voor magisch-realisme en exotisme ruimt de baan voor horror. Filmmakers Kleber Mendonça Filho (Neighbouring Sounds, Aquarius) en Juliano Dornelles mixen folklore met filmgenres als western, horror en fantasy om zowel conservatief Brazilië als het westers imperialisme te hekelen.
De dorpelingen blijken immers niet enkel te moeten opboksen tegen een corrupte burgemeester die vervallen producten uitdeelt en jonge meisjes meevoert maar ze dreigen ook het slachtoffer te worden van een door ene Michael (Udo Kier als overjaarse nazi) geleide bende schietgrage westerlingen die dit vergeten dorp als hun speelterrein beschouwen. Wanneer de doden met bosjes beginnen te vallen doen de lokalen een beroep op enkele ondergedoken outcasts om het verzet te organiseren. Resultaat is een brutale clash waarbij het lokale heemkundige museum voor wapens en een verrassing zorgt.
Sleutel daarbij is de rebelse traditie van deze ‘vergetenen’, van deze in de marge levende mensen die bewijzen dat ze iets in hun mars hebben en er wel toe doen. De boodschap is relevant, urgent en actueel. De verwijzingen naar de cynische socio-economische politiek van de Braziliaanse president Bolsonaro en de genadeloze uitbuiting door het westers imperialisme zijn overduidelijk. “Je ziet iets waarover je kunt nadenken zonder je verbeelding in te perken”, vertelden de filmmakers aan De Filmkrant, “voor één keer zijn de Amerikanen in een film de slechteriken. Filmkijkers zijn dat niet gewend en hebben zoiets van ‘What the fuck!’.”
Film en geschiedenis
Bacurau puilt uit van de cinefiele verwijzingen. Met name de films van de Amerikaanse onafhankelijke filmmaker John Carpenter (They Live, Vampires, Village of the Damned), die realisme verstrengelen met poëzie en een politieke onderstroom, inspireerde de makers (een school heet gepast João Carpenteiro). Maar ook de geschiedenis fungeert als referentiekader. Er zijn hints die Amerikaanse invasies in beeld brengen maar ook het Braziliaanse slavernijverleden, met gemeenschappen van gevluchte slaven die zich verborgen hielden (quilombos), is aanwezig in dit geheimzinnig en solidair dorp. Het gevecht, de confrontatie, wordt daardoor een verzetsstrijd, een rebellie tegen uitbuiting, onderdrukking en mishandeling.
Opvallend is dat niet zozeer angst maar wel woede en frustratie regeren bij de dorpelingen die dankzij hun gemeenschapsgevoel en intelligentie kunnen afrekenen met de gewelddadige ‘toeristen’ en de hypocriete, corrupte lokale politici. Terwijl het verzet aansluit bij het verleden maar duidelijk een aansporing vormt om het autoritaire conservatisme van Bolsonaro (de vader van co-regisseur Dornelles was als communist ooit het slachtoffer van de Braziliaanse militaire dictatuur) tegengas te geven en een ommekeer te bewerkstelligen.
Op de vraag “hoe worden de mensen van Bacurau genoemd” antwoordt een jongetje “Mensen.” Dat zegt alles over het humanisme van deze film. Niet toevallig eindigt het ook visueel indrukwekkende, en door een hypnotische soundtrack gedreven, Bacurau brutaal maar hoopvol. Terwijl de energie en het enthousiasme van de prettig gestoorde rebellen (hun motto “Make the most of life, as long as we live”) aanstekelijk werken. Bacurau is een fascinerende politieke allegorie en een geëngageerd drama. Gehuld in een bloederig genre-jasje. Relevante én urgente cinema.
BACURAU van Kleber Mendonça Filho & Juliano Dornelles. Brazilië-Frankrijk, 2019, 131’. Met Sonia Braga, Udo Kier, Thomas Aquino, Barbara Colen, Silvero Perreira. Scenario Kleber Mendonça Filho & Juliano Dornelles. Fotografie Pedro Sotero. Muziek Mateus Alves & Tomaz Alves Souza. Montage Eduardo Serrano. Dvd distributie: Cherry Pickers.