De Association of Southeast Asian Nations (kortweg ASEAN) groepeert tien landen tussen Myanmar en de Filipijnen, die tijdens topontmoetingen zoals die van afgelopen weekend hun gezamenlijke belangen bespreken. Niet alleen met elkaar, maar ook met Aziatische partners en grootmachten (zoals China en India) en zelfs met Australië en de VS.
De leden van de Associatie, die economisch en cultureel erg van elkaar verschillen, nemen om de beurt het voorzitterschap voor hun rekening. Dit jaar staat Vietnam aan het roer, een ambitieus land dat graag uitpakt met zijn economische verwezenlijkingen van de voorbije decennia.
Geen kritiek op elkaar
Omdat de ASEAN-landen zich in de regel niet bemoeien met elkaars binnenlandse politiek, blijven de officiële verklaringen meestal nogal vaag. De top moet het dan ook vooral hebben van de informele contacten in de wandelgangen.
Dat lag dit jaar even anders, want door corona verliep het grootste deel van de vergadering online. Toch stonden er belangrijke punten op de agenda. Een gezamenlijk antwoord op de economische schade die het virus in de regio heeft aangericht bijvoorbeeld. En de telkens terugkerende kwestie van de eilanden in de Zuid-Chinese Zee.
China versus VS
In de twee gevallen speelt China een cruciale rol. Maar er wordt ook uitgekeken naar de houding van de pas verkozen Amerikaanse president Joe Biden. Die zou een andere koers willen varen dan zijn voorganger, die zich de voorbije jaren nogal afzijdig heeft gehouden in Zuidoost-Azië.
Trump is één keer persoonlijk naar de ASEAN-top gegaan, in 2017, maar hij liet zich daarna telkens vervangen. En ook dit jaar verscheen de nationale veiligheidsadviseur, Robert O’Brien, in zijn plaats op het scherm van de videoconferentie. Die afwezigheid van de VS heeft Peking in de kaart gespeeld.
Grootste vrijhandelszone
Zo is China er, na acht jaar onderhandelen, in geslaagd om het zogenaamde Regional Comprehensive Economic Partnership of RCEP goedgekeurd te krijgen, als deel van een economisch relance-plan. Het pact wordt gezien als het Chinese antwoord op het Trans-Pacific Partnerschip (TTP). Dat vorige handelsverdrag werd aanvankelijk gesteund door Washington, tot Trump de VS er bij het begin van zijn ambtsperiode uit heeft teruggetrokken.
Het nieuwe RCEP moet de grootste vrijhandelszone ter wereld worden, groter dus dan de Europese Unie. Behalve China en de tien ASEAN-leden doen ook Japan, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea mee. De landen hebben samen ongeveer 2,2 miljard inwoners en bijna 30 procent van het wereldwijde bbp.
Investeringsmarkt
De overeenkomst zou een enorme investeringsmarkt creëren, waarin handelstarieven geleidelijk aan moeten verdwijnen. Dankzij het plan kunnen bedrijven uit de deelnemende landen hun exportproducten makkelijker aan de man brengen, zonder telkens aan specifieke eisen van de afzonderlijke lidstaten te moeten voldoen.
De tekst lag ook al op tafel tijdens de ASEAN-top van november vorig jaar, in Bangkok. Uit angst voor een te grote toevloed aan goedkope Chinese producten, werd het akkoord toen afgekeurd door India. Dat land heeft ook nu niet ondertekend, maar kan zich later eventueel nog bij het partnerschap aansluiten.
Tanende economieën
De andere deelnemers willen China dit keer wél geven waar het al lang om vraagt, in de hoop op die manier hun eigen tanende economie een nieuwe boost te geven. En dat is nodig. Indonesië kent voor het eerst in twintig jaar een recessie en ook de Filipijnse cijfers dalen. In Thailand en Cambodja betekent Covid-19 de doodsteek voor het toerisme, in de twee landen traditioneel een erg belangrijke bron van inkomsten.
Maar er spelen nog andere factoren mee. Zo is het belangrijk om op een goed blaadje te staan met Peking, omdat er afspraken gemaakt zijn over de snelle levering van Chinese covid-vaccins. China heeft ook beloofd om de productie ervan uit te besteden, bijvoorbeeld aan een Indonesisch farmaceutisch bedrijf, dat op die manier een grote opdracht kan binnenhalen.
Geen geopolitieke spelletjes
Hoewel China verklaard heeft de ontwikkeling van een vaccin “niet geopolitiek te willen gebruiken”, lijkt het er toch op dat de Zuidoost-Aziatische landen van de goodwill van Peking afhangen om de pandemie snel en efficiënt onder controle te krijgen. Dat gevoel kan nog versterkt worden als zou blijken dat er niet één inenting nodig is, maar bijvoorbeeld een jaarlijkse vernieuwing.
Dit argument speelt wellicht ook een rol tijdens de besprekingen over dat andere heikele punt: de eilanden in de Zuid-Chinese Zee. Die worden opgeëist door China, maar ook andere landen zeggen er aanspraak op te maken.
Provocatie
Het gaat over een gebied van 3,5 miljoen vierkante kilometer, dat op een belangrijke handelsroute ligt en grote hoeveelheden gas en olie bevat. China heeft er verschillende militaire bases aangelegd op kunstmatige eilanden, wat door de internationale gemeenschap als provocatie beschouwd wordt.
De kwestie wordt tijdens elke ASEAN-top opnieuw besproken, maar voorlopig blijft het bij ronkende verklaringen over “de wens om naar een vreedzame oplossing te streven”.
ASEAN unaniem
De moeilijke relatie met China verdeelt ook de ASEAN-leden. Vorige maand was er een kleine rel toen een Singaporese diplomaat had gesuggereerd om Cambodja uit het verbond te zetten, omdat het te veel afhankelijk is van Chinees geld. Ook het kleinere Laos kreeg een veeg uit de pan.
Die kritiek is niet nieuw. Toen het Internationaal Strafhof in Den Haag in 2016 de Filipijnen gelijk gaf in een dispuut over maritieme claims, wilden de ASEAN-landen een unaniem standpunt innemen tegen China. Maar Cambodja weigerde als enige land om de tekst te ondertekenen, uit loyauteit met China, hoewel het partnerschap meestal naar consensus streeft.
UPDATE 17 november 2020: Een lezer wijst op een onjuiste weergave van feiten in deze alinea. Na eigen controle voegt de redactie van DeWereldMorgen.be volgende opmerking toe. “In 2018 gaf de intergouvernementele organisatie Permanent Court of Arbitration (PCA) – niet het Internationaal Strafhof – de Filipijnen gelijk in een dispuut over territoriale claims – niet over maritieme claims. Het PCA is geen VN-organisatie maar heeft wel status van VN-Waarnemer. China betwist de rechtsbevoegdheid van de PCA in deze zaak.
Standpunt van Washington
Het is ook in deze kwestie afwachten welk beleid de nieuwe Amerikaanse president zal voeren. Washington stuurt op dit moment regelmatig marineschepen naar het gebied om duidelijk te maken dat de VS de Chinese claims verwerpen.
Biden is even fel tegen de Chinese expansiedrang gekant als zijn voorganger Trump, maar verwacht wordt dat hij meer naar consensus en compromissen zal zoeken met China. En op die manier hebben twee grootmachten belangrijke hefbomen in handen die de toekomst van Zuidoost-Azië voor een groot deel zullen bepalen.
Voorzitter in 2021
Volgend jaar wordt ASEAN voorgezeten door Brunei, een klein land aan de kust van Maleisië en een traditionele bondgenoot van China. Eén van de uitdagingen van de nieuwe voorzitter is om eindelijk een gedragscode (Code of Conduct) goedgekeurd te krijgen, die de conflicten in de Zuid-Chinese Zee intern zou moeten regelen.