Goni ging afgelopen weekend aan land in de Filipijnen. Volgens de laatste cijfers van de regering zijn minstens twee miljoen mensen of 400.000 gezinnen getroffen. Duizenden huizen zijn beschadigd of verwoest en tot nu zijn al minstens tien mensen gedood. De intense storm veroorzaakte ook grote schade aan velden en heeft naar schatting de opbrengst van 20.000 boeren getroffen.
Manilla
Goni is de tot nu toe zwaarste storm van het jaar. Sinds orkaan Haiyan in 2013 kregen ze in de Filipijnen niet meer te maken met dergelijk natuurgeweld. Deze ochtend werd ook de dichtbevolkte hoofdstad Manilla getroffen.
“We krijgen te maken met vreselijke windsnelheden, zware regens en verwoestende overstromingen. Gebouwen zijn verwoest en hele dorpen staan onder water of zijn vernield door modderstromen”, zegt Rhoda Avila, humanitair medewerker van Oxfam in de Filipijnen. “Wegen staan onder water en in veel gebieden valt de stroom uit, waardoor communicatie met sommige delen van het land onmogelijk is.”
Covid-19
Bijkomende moeilijkheid is dat de noodhulpteams en de slachtoffers moeten rekening houden met extra beschermingsmaatregelen om de kans op een covid-19-besmetting te beperken. Dit maakt reddingswerken extra complex.
Goni is de achttiende tropische cycloon in de Filipijnen dit jaar. Ondertussen wordt alweer een volgende tropische storm verwacht: Siony. Die zou volgens het weerbureau later deze week aan land komen in Cagayan Valley in het noordoosten van Luzon, een van de drie eilandengroepen waaruit de Filipijnen bestaan. Dit gebied werd in september 2018 ook al getroffen door superstorm Mangkhut.