Het coronabeleid in België is een echt fiasco. Ondanks onze ervaringen uit de eerste golf stevenen we mogelijks af op Italiaanse toestanden in onze ziekenhuizen. In de ranking van het meest aantal slachtoffers per inwoner staan we wereldwijd op de trieste tweede plaats. Enkel Peru doet het nog slechter dan ons. In het buitenland slaan we een bijzonder slecht figuur.
Verschillende zaken zijn daarvoor verantwoordelijk, o.a. het gebrek aan politiek leiderschap, geen eenheid van commando (versnipperde staatsstructuur), lamentabele communicatie en een lakse houding t.a.v. bedrijven. Een andere, heel belangrijke oorzaak is het falend contactopsporingsbeleid. Om een besmettingshaard in de kiem te smoren is een doeltreffend brononderzoek een absolute voorwaarde. Op dat vlak staan we in ons land na zeven maanden nog nergens. Dat is totaal onbegrijpelijk.
Om dat gat te vullen voerde Geneeskunde voor het Volk (GVHV) zelf een grootschalig retrospectief brononderzoek uit bij 517 positief geteste patiënten. De resultaten zijn op zijn minst opmerkelijk te noemen.
Van de besmettingen buitenshuis[1] vindt 21,3 procent plaats op de werkvloer, gevolgd door het onderwijs (19,5 procent), contact met de bredere familiekring (17,3 procent) en activiteiten in de vrije tijd (15,8 procent). De grafiek hieronder geeft nog een verdere verfijning van de twee laatste categorieën.
Deze resultaten van deze studie worden bevestigd door onderzoek in het buitenland.[2]
De winsten eerst
De studie van GVHV merkt terecht op dat de recente ingrijpende maatregelen om het virus te bestrijden vooral te vinden zijn in de sectoren van de vrije tijd en het contact in brede familiekring, zoals de avondklok, het sluiten van de horeca en de bubbel van 1. Sport, cultuur, horeca, contacten met vrienden of op straat hebben verhoudingsgewijs heel weinig impact op de verspreiding van het virus, maar deze sectoren worden wel heel zwaar aan banden gelegd.
Dat staat in fel contrast met de impact van de werkvloer en laksheid die daar heerst. De huisartsen van GVHV ontvangen steeds meer getuigenissen van patiënten die een sterke druk ondervinden van werkgevers van grote bedrijven die kost wat kost hun productie draaiende willen houden. Er zijn meer en meer inbreuken op het respecteren van de veiligheidsregels. De werkgevers willen iedereen zo veel mogelijk aan het werk houden. Sommige werknemers worden onder druk gezet om toch maar te komen werken en de quarantaine niet te respecteren. Dat gebeurt soms zelfs bij positief geteste personen.
We moeten bij wijze van spreken op overvolle treinen, metro en bussen gaan werken in soms corona-onveilige omstandigheden, maar coronaproof op restaurant, naar een voetbalmatch of naar het theater, dat is verboden.
Sommige werknemers blijven werken, zelfs als ze symptomen vertonen, omdat ze zich het thuisblijven met 30 procent loonverlies niet kunnen veroorloven. Anderen durven niet in quarantaine omdat ze dan schrik hebben hun baan te zullen verliezen. Daarnaast zijn er patroons die 10 dagen quarantaine niet accepteren. Ondertussen krijgt het virus vrij spel.
GVHV pleit daarom voor 100 procent inkomensbehoud bij quarantaine, een moratorium op ontslagen tijdens deze crisis, de verplichting van telewerk, de verstrenging van controles en sancties op de gezondheidsmaatregelen, meer beslissingsmacht voor de Comités voor preventie en bescherming op het werk en, net zoals voor de schoolgaande jeugd, extra capaciteit op het vlak van openbaar vervoer.
Onderwijs: tweede belangrijkste besmettingshaard
Maandenlang heeft Weyts met veel verve verkondigd dat het onderwijs geen probleem vormde en dat kinderen nergens veiliger waren dan op de schoolbanken. Dit onderzoek weerlegt deze mantra. Volgens deze studie gebeurt ongeveer een vijfde van de besmettingen buitenshuis op school of in de schoolcontext.
Ook al worden kinderen en jongeren zelf niet of nauwelijks ziek, ze zijn wel degelijk vectoren van verspreiding. Hun interactie in en rond de school is een perfecte voedingsbodem voor de verspreiding van corona. Dat wordt bevestigd door een recente studie in het gezaghebbende tijdschrift The Lancet, gebaseerd op honderden lockdownperiodes in 131 landen. Daaruit blijkt dat na bijeenkomsten met meer dan tien personen het onderwijs de tweede belangrijkste factor is in de verspreiding van het virus.
Gezien de urgentie van de situatie hadden de virologen in ons land aangedrongen om de herfstvakantie met een week te verlengen en nadien over te schakelen op halftijds afstandsonderwijs voor de twee hoogste graden van het secundair onderwijs. Weyts verzette zich hardnekkig tegen beide voorstellen, maar is nu door de federale regering teruggefloten.
Een van de problemen in het onderwijs is dat er veel te weinig wordt getest en dat de CLB’s (die instaan voor het contactonderzoek) totaal overwerkt zijn. Daarom pleit GVHV voor mobiele testteams en de uitrol van sneltesten. De CLB’s moeten meer middelen krijgen en de capaciteit van het openbaar vervoer moet uitgebreid worden zodat het transport voor de leerlingen veilig kan verlopen.
De belangrijkste factor genegeerd
De studie van Geneeskunde voor het Volk komt geen dag te vroeg. We stevenen af op een zeer gevaarlijke situatie en daarom moest er dringend geschakeld worden. De federale regering heeft dat gedaan, maar de huidige lockdown maatregelen laten wel de belangrijkste factor van besmetting buitenshuis grotendeels intact. Het is dan ook maar de vraag of deze maatregelen tijdig het tij zullen doen keren. Het worden spannende dagen.
Notes:
[1] Vier op tien besmettingen vindt binnen het gezin plaats. Dat is logisch want daar vinden de meest intieme contacten plaats en zijn er uiteraard geen echte beschermingsmaatregelen. De vraag is hoe het virus daar binnendringt en hoe we dat effectief kunnen vermijden. Van 11,8 procent van de besmettingen buitenshuis is de bron onbekend. Een aantal – kleinere – categorieën worden in de grafiek niet opgenomen.
[2] Bij clusteronderzoek in Frankrijk scoort het onderwijs het hoogst, gevolgd door de woonzorgcentra (wellicht niet opgenomen in het onderzoek van Gvhv, gezien de patiëntenpopulatie) en het bedrijfsleven. Een wetenschappelijke studie in het Verenigd Koninkrijk berekent dat om de verspreiding van het virus naar beneden te krijgen het grootste effect zal komen van de sluiting van de scholen, gevolgd door het verplicht thuiswerken. Het effect van vrije tijd of horeca is heel wat kleiner.