Eind vorig jaar publiceerde Climaxi ‘Klimaat en Migratie – mensen uit de wereld aan het woord’. We gingen 22 mensen uit de wereld, die intussen in België wonen, interviewen. We vroegen hen hoe zij het klimaat in hun geboorteland hebben ervaren, welke impact dat had op hun leven en hoe ze vanuit hun nieuwe thuisland kijken naar de klimaatverandering. De gevolgen van de klimaatopwarming worden ook in ons land steeds meer merkbaar. Maar de klimaatverandering houdt al decennia lelijk huis in de rest van de wereld. In de komende weken publiceren we op donderdag de afzonderlijke interviews uit het boek. `
Akram Hamo is een Syrische Koerd. Hij is vijfenvijftig. Zijn geboorteplaats is een dorp op dertig kilometer van Afrin (Syrië).
‘Als kind heb ik een Syrië gekend dat er groen uitzag. Er was voldoende regen om de bomen en planten goed te laten groeien. Droogte, dat bestond toen niet. De akkers rond de boerderijen bloeiden en brachten een goede oogst op. Het graan dat mijn vader teelde, stond rijp in de akkers. Het was een goede tijd.’
‘De Koerdische gemeenschap is gekend om haar olijfgaarden. Het zijn de beste olijven van de wereld! (lacht) Voor de olijvenoogst is een goed klimaat belangrijk.’
‘Sinds negen jaar woedt de oorlog in het land. Er wordt weinig over gesproken, maar dat heeft een grote impact op het klimaat: die vele bombardementen maken het klimaat kapot. Er komen veel gevaarlijke stoffen vrij die slecht zijn voor de gezondheid van mens en natuur. Dat gaat om tonnen chemische elementen die vrijkomen. En de bewoners merken dat: er is veel meer droogte dan toen ik een kind was. De regenval is ook extremer geworden: de regenperiode wordt elk jaar korter, maar is ook veel heviger, zodat de aarde al dat water niet kan verwerken. De droogte verdwijnt niet en er komen overstromingen.’
‘Ook voor de mens heeft die oorlog veel directe gevolgen: sinds het begin van de oorlog worden er veel kinderen geboren met afwijkingen. Het is vreselijk om te zien hoeveel jonge mensen er zijn met ernstige handicaps, ten gevolge van de giftige stoffen afkomstig van de gebruikte bommen en wapens.’
‘Het is in de eerste plaats om politieke redenen dat de Koerden op de vlucht zijn. Het leven wordt ons moeilijk gemaakt. We worden als gemeenschap geïsoleerd. Maar ook het veranderde klimaat zorgt ervoor dat we steeds moeten migreren: als de olijfbomen niet voldoende vruchten geven, dan kunnen we niet meer overleven en moeten we op zoek naar andere plaatsen waar we dat wel kunnen. In Syrië zijn er intussen meer dan een miljoen Koerden op de vlucht.’
‘De klimaatveranderingen zorgen voor extra spanningen tussen de gemeenschappen. De droogte en extreme regen maken sommige plaatsen niet meer leefbaar. Mensen gaan op de vlucht voor die extreme weersituatie. En dat zet mensen nog meer tegen elkaar op. Dat zorgt voor nog meer oorlog.’
‘Dat het klimaat veranderd is, dringt bij de meeste mensen niet door. Ze zien wel dat het niet meer is zoals vroeger. Maar ze hebben geen tijd om over het klimaat na te denken: ze willen in de eerste plaats kunnen overleven.’