De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

joëlle Evita, 'étude', mixed media, ca 2016.

De ‘ongeverigheid’ van de wereld (een infantiele bespiegeling over de seizoenen op de eerste schooldag)

dinsdag 1 september 2020 07:00
Spread the love

 

De coronacrisis heeft ons weer eens met de neus op de feiten gedrukt: onze kennis van de wereld is beperkt en de interpretatie van de toestanden die we meemaken, loopt zo uiteen dat we het soms echt niet meer weten. Ook wetenschappers zijn het steeds meer oneens. Een kinderlijke meditatie over deze ‘onkenbaarheid’ lijkt dus gepast, temeer daar vandaag de school begint en voor iedereen ook la rentrée aanbreekt, de terugkeer uit de zomerluwte…

Als kind al vond ik dat de wereld verkeerd in elkaar stak. Hij was onjuist. Dat is bijna erger dan onrechtvaardig. De kalender was voor mij de grote aanwijzing daarvan. Hij klopte gewoon niet. De seizoenen zaten er totaal naast. Laat ons met Sinterklaas beginnen – nee we hebben het hier niet over Zwarte Piet, die is er nu even niet. Sinterklaas: een van de Grote Winterfeesten. Toch? Wel ja, jammer voor Sinterklaas, maar hij viel niet in de winter, hij moest met zijn wit paard over de besneeuwde daken draven… in de herfst. ‘Mijn zus had geen geluk, ze lag met Sinterklaas in bed’ was de titel van een lokale bestseller toentertijd, met allerlei grappige dingen die kinderen uitkramen. Wel dus, Sinterklaas had ook geen geluk. Ik vond het echt niet kunnen. Echt niet.

De lente was er al niet veel beter aan toe. De krokussen waren al honderd jaar uitgebloeid voor het eindelijk 21 maart werd. Dat klopte toch niet! Als kind wist ik al dat de volwassenen toch veel meer verkeerd zaten dan ze zichzelf en ons wijsmaakten.

Maar het allerergst was het begin van de zomer. Dan beginnen de dagen in te korten. Als ik eraan denk komen de tranen in mijn ogen van herinnerde kinderlijke ergernis en verdriet. De grote vakantie moet nog beginnen, en de dagen worden korter, KORTER! Dat is gewoon on-aan-vaard-baar. Het was mijn eerste grote aanvaring met de vergankelijkheid, denk ik. Niet alleen onaanvaardbaar, maar ook onrechtvaardig en onjuist. Van alle kantiaanse hoeken en kanten bekeken fout. Een rode kaart voor alle weermannen (in die tijd waren dat mannen) van de wereld.

De lezer zit intussen natuurlijk al geruime tijd te denken dat ik achterop loop, dat ik nog nooit lijk te hebben gehoord van de meteorologische zomer. U hebt gelijk, beste lezer, de ‘meteriologische’ zomer heeft al mijn kosmologische kinderproblemen opgelost. En ik kan er nog altijd van genieten, bij aanvang van elk seizoen, dat eindelijk gerechtigheid is geschied en de juistheid van de wereld is hersteld. Sinterklaas valt in de winter (al dan niet van zijn paard en met of zonder een ongelukkige zus). De krokussen bloeien nog altijd vroeg en dat is goed van hen maar toch niet zo heel lang voor 1 maart. En de zomer begint met 1 juni, juist op tijd, als de dagen al echt lang zijn geworden, en de eerste echt warme dagen komen. Ja, het is nog altijd erg dat de dagen op 21 juni beginnen in te korten, vreselijk erg, maar goed, een mens moet daar leren mee leven.

Misschien heeft die opstand tegen de vergankelijkheid, en de bijhorende melancholie, ook te maken met een obsessie van mijn vader. Nu ja, obsessie is veel gezegd, maar ik heb er nooit iemand anders over bezig gehoord: de zes donkere weken. Hij kon dat zeggen alsof het de Apocalyps zelve was, iets totaal onoverkomelijks, iets fataals: “de zes donkere weken”. Die uitdrukking echt nooit nergens bij niemand gehoord of gelezen…  En van een Bijbelse kracht: de zes donkere weken klonken in zijn mond al bijna even erg als de zeven magere jaren. Als kind begreep ik dat totaal niet: kerstmis, toch reuzegezellig en veel lichtjes en lampjes en heerlijke kitsch en zo, een lange rij feestelijkheden. De zes donkere weken, beste lezer, die er waarschijnlijk ook nog nooit van gehoord hebt, dat zijn de drie weken voor en de drie weken na kerstmis, of juister voor en na de winter-zonnewende. Maar zover was u wellicht zelf al wel. En ja, de dagen zijn dan heel erg kort en het wordt eigenlijk nooit helemaal echt dag.

Toch blijft mijn punt overeind. Het feit dat ze naast de astronomische seizoenen, die dus kosmologisch kloppen, de meteorologische seizoenen hebben moeten invoeren – en dan wel nog zo laat, veel te laat, zo laat dat ik voor altijd weet hoe laat het is – bewijst mijn argument: de wereldordening van de mens is uiteindelijk niet veel meer dan nattevingerwerk.

En het is nog niet gedaan helaas. Wacht tot de klimaatverandering zich echt laat voelen (de mensheid heeft wat dat betreft werkelijk olifanten vel, maar goed). Kunnen ze de meteorologische seizoenen die nog maar een jaar of tien echt tot het brede publiek zijn doorgedrongen, afvoeren. Want de klimaatverandering is een zeer ernstige ‘kosmologische correctie’: een dikke rode streep door het kladder-huiswerk van de mens. Dat wist ik als kind al: dat er iets loos was met ons milieu. In de lagere school leerde ik al over de ‘Moordzee’, ik zal dat woord dan ook nooit vergeten. Dank u, meester. De eerste die mij een ecologisch bewustzijn heeft geschopt. We zeggen en schrijven midden jaren zestig. Hij was er vroeg bij, de brave man.

Meteorologie. Ik schreef ‘meteriologisch’, want als kind dacht ik dat het iets met meten te maken had, en dat heeft het natuurlijk ook. Maar nu pas besef ik dat het met meteoren van doen heeft. Daar moet meer achter zitten. Of juist weer niet. Je ziet: het hangt allemaal met spuug en vijgen na Pasen aan elkaar. Het klopt allemaal min of meer, soms misschien, maar zo ‘ungefährig’. Zo immens irritant ungefährig.

Dat woord is mij bijgebracht als een onvertaalbaar literair woord om de ‘ongeverigheid’ van onze waarheden en ons wereldbeeld, en onze uitspraken en zo, tot uitdrukking te brengen. Enig opzoekingswerk leert mij dat een aantal moderne grote denkers dat woord hebben gebruikt, naast een nog zo mogelijk nog mooier woord om het hopeloze van onze kennis uit te drukken: ‘Etwanig,’ nog onvertaalbaarder ook, van etwas, iets als  ‘ietsig’, zo van ‘da’s dinges’…. (Voor de liefhebbers hier mijn trouvaille: „ETWANIG, fortuitus, ungefährig: ‘wenn nicht vollkommen eben denselben, doch einen etwanigen’. der etwanige begrif wäre hier unnütz oder gefährlich. Lessing ; die etwanige dunkelheit des ausdrucks. Klopstock ; bei etwanigen klagen. ; etwanige alte irrthümer. Kant; an einen etwanigen träger der accidenzen ist nicht zu denken. Fichte  … „). Laat het ons maar bij de ongeverigheid houden. Alles is approximatief: bij benadering. Behalve tautologieën als een plus een is twee en dat de cirkel rond is, al de rest is… ietwat ‘etwanig’.

De pientere of pietepeuterige lezer zal hebben opgemerkt dat ik mij als kind blijkbaar niet ergerde aan de herfst. Dat is een interessante opmerking, dank u. Ik zal erover nadenken. Maar ik heb een vermoeden. Ik geloof dat ik daar zelfs een verklaring voor heb: stel dat 1 september, die doomsday voor alle zondagskinderen, ook nog zou samenvallen met het begin van de herfst, dat zou ik als kind zeker ondraaglijk hebben gevonden…

Goede moed met de eerste schooldag, lieve mensenkinderen. Bonne chance avec la rentrée, tout le monde. Maar vergeet het niet, alles wat je zal leren, of moeten ondergaan – het is allemaal ‘ongeverig’. Dat is de allereerste les filosofie, een joekel van een levensles ook. Een ware meteoreninslag, de filosoof met de hamer waardig, maar ook jullie zullen er mee moeten leren leven, met kosmologische correcties en de ongeverigheid van de wereld. Zekere in deze hoogst verwarrende tijden. Het wordt een heel vreemde herfst, die dus ook vandaag begint, een nieuw schooljaar en cultuurseizoen beheerst door de coronawaanzin. Misschien zal dit tijdperk ooit te boek staan als het ‘Herfsttij der moderne beschaving’…

 

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!