Lydia Chagoll. Bron: EPO Uitgeverij
Opinie - Hugo Franssen

In memoriam Lydia Chagoll: De danseres die zeven levens danste

Lydia Chagoll is overleden. Het is nauwelijks te geloven dat ze al 89 was, zo onzichtbaar was het effect van de tijd op haar ijver, haar vurigheid en verontwaardiging. Kind in een jappenkamp, danseres en choreografe, filmmaakster, pleitbezorgster van mishandelde kinderen, auteur, dichteres: de vele levens van Lydia Chagoll. ‘Om de vernedering als kind achter tralies te vergeten, ben ik altijd vlijtig. Tot diep in de nacht.’ 

donderdag 9 juli 2020 12:40
Spread the love

 

Lydia Chagoll en Frans Buyens

Wanneer zij me uitnodigden voor een babbel over de boeken waaraan ze werkten, was het altijd een beetje feest bij Lydia en haar levensgezel, de documentairemaker Frans Buyens. Ze woonden lange jaren in de Mommaertstraat 123, Overijse. Dat klinkt als een volstrekt normaal adres, maar is het niet. Hachelijk is het om met de auto tot bij hun houten huisje te geraken, helemaal boven op de heuvel, langs een lang, bochtig, steil klimmend bospad dat door de regen deels is weggespoeld. Met als enige buren herten. Die komen er ’s morgens op het gras grazen. Het huisje zit propvol boeken, kleine kunstvoorwerpen en cd’s. Elke vierkante centimeter is benut. Het is het aards paradijs van Lydia en Frans geweest. Ze waren dan ook dol op elkaar en zo maakten ze elkaar sterker. Ze waren gelukkig en toonden dat in taal en lichaamstaal. In alle opzichten waren ze aan elkaar gehecht. Toen Frans overleed, heeft Lydia hun lievelingssculptuur La tendresse van Jean Cordy op zijn graf in Temse geplaatst. ‘Voor ons was tederheid de poort naar de liefde,’ zei ze. Daar, aan de zijde van Frans, is ze nu ook begraven. 

Ze leerden elkaar kennen in 1973. Lydia had toen al een internationale reputatie opgebouwd als choreografe. In 1946 was ze getraumatiseerd teruggekeerd uit de ‘jappenkampen’, de concentratiekampen van de Japanse keizer Hirohito in het toenmalige Nederlands Indië. Toen was ze vijftien jaar geweest; ze zocht haar toevlucht in de expressie van de dans. Het was haar enige vreugde geworden. 25 jaar timmerde ze mee aan de weg van ballet en dans in België, als soliste en met een eigen gezelschap. Zij danste in binnen- en buitenland, in kleine en grote zalen en voor de Vlaamse en Franstalige televisie. Zonder overheidssteun, behalve de aalmoes, een geste van de toenmalige cultuurminister, toen ze in 1970 noodgedwongen met dansen moest stoppen.

Toen ze een paar jaar later cineast Frans Buyens ontmoette, nam haar leven een wending en wel met de lange film, In naam van de Führer. Frans haalde twee glazen en een fles whisky boven en zei dat ik die film moest maken. Hij vond het mijn onderwerp. Hij was een schitterende leermeester voor me. Ik heb enorm geboft.’ In naam van de Führer was een montagefilm over de behandeling van ‘arische’ en ‘niet-arische kinderen’ in de nazi-jaren. Je ziet Duitse kinderen een erehaag voor de Führer vormen, terwijl ze de Hitlergroet brengen en meteen daarop stuit je op de dode lichamen van Joodse of Roma kinderen, sommige gefusilleerd, andere doodgefolterd of onthoofd. De film behaalde internationale prijzen en werd ook een boek. Wat volgde waren ‘31 jaren samen met Frans die alles goedmaakten wat daarvoor in mijn leven was gebeurd’. 

‘Van buiten fluit je, van binnen kook je’

De Tweede Wereldoorlog en het fascisme vormden de rode draad in het leven van het koppel. Van 1979 tot 1999 wijdden zij zich samen aan de 9-urige documentairereeks Weten waarom over hoe de nazidictatuur de geest en de cultuur gekneveld heeft en de vrijheid genadeloos de mond heeft gesnoerd. Lydia wilde daarbij alles bekijken vanuit het perspectief van het kind, van onderuit. Over kinderen in de oorlog werd nooit gesproken, vond ze. Ze kwamen alleen voor in de statistieken. De redenering was: Die vergeten dat wel. Waarop Lydia: ‘Gaat het even? De oorlog zit in het kopje en gaat daar nooit meer uit. Nooit meer.’ Zelf had ze bittere jaren doorgebracht in de jappenkampen. Toen ze negen was, vluchtte ze met haar Nederlands-Joodse ouders voor de nazi’s, maar aan de andere kant van de wereld kwamen ze in de jappenkampen terecht. Haar herinneringen eraan verwerkte ze in haar boeken en films. ‘Me als slachtoffer opstellen, zou betekenen dat de dictators van toen, Hirohito en Hitler, hun slag thuisgehaald hebben. Die overwinning heb ik hen nooit gegund. Mijn grootmoeder vergeleek die onverzettelijkheid van me met een fluitketel: van buiten fluit je, van binnen kook je.’  

Niet opnieuw

In 2007 schreven laatstejaars van het college in Menen het boek Niet opnieuw over hun gesprekken met overlevenden van concentratiekampen. De ontmoeting van twee generaties tieners: die van 1940 en die van 2007. Een gebundelde oproep voor engagement, vrede en solidariteit. Lydia Chagoll was erbij. Zij is in die jaren naar veel scholen getrokken, met haar vurigheid en overtuigingskracht. Om de jongeren te bezweren, ze te waarschuwen: ‘Volg, mensen! Volg de uitgestippelde weg! Volg gedwee! Laat je leiden! Hierlangs! Daarheen! Wees gewillig! Wees mak! Loop mee, mensen! Volg volgzaam! Tot je verzuipt in een kolkende zee.’ 

Ik heb nooit mijn mond kunnen houden, zei ze van zichzelf. Ze wilde vrijuit spreken. ‘Ik ben een Joodse maar ik spuw op de Israëlische regering. Wat zij met de Palestijnen doen, is schaamteloos. De orthodoxe Joden noemen me nu een antisemiet. Dat is absurd.’ Ze wou de misdaden van het nazisme ook niet herleiden tot de Holocaust. ‘Wat dan met al die andere mensen, zoals de zigeuners die in de kampen omkwamen? Hun leed is toch niet minder waard omdat ze minder in aantal waren?’ 

Toen ze al diep in de zeventig was, werkte ze nog als lekenconsulent in mannengevangenissen. Ze bleef ook ijveren voor kinderrechten en voor kinderen in oorlogsgebied. Op haar 83e maakte ze nog een ophefmakende documentaire over de zigeunervervolging, Ma Bister. Een leven vol empathie. 

Dat woord koesterde ze: empathie. ‘Ik word altijd heel boos als iemand empathie neerzet als een gevoel. Wat een onzin! Er is niets rationeler dan te pogen je te verplaatsen in de persoon van een ander. Proberen te begrijpen. Om te weten waarom. Dat maakt het leven zo de moeite waard!’ 

De Vrije Universiteit Brussel vereerde haar met de titel doctor honoris causa. In 2014 kreeg ze de Prijs voor de Democratie voor haar jarenlange inzet tegen het fascisme en voor de toewijding waarmee ze de rechten van het kind verdedigde. Ze publiceerde bij uitgeverij EPO o.a. In naam van de Führer (1993), Voor een glimlach van een kind (1993), Hirohito, een vergeten oorlogsmisdadiger(1998), Lydia Chagoll. 25 jaar ballet (2002) en Zigeuners. Sinti en Roma onder het hakenkruis (2008).

 

Hugo Franssen is gewezen uitgever van EPO.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!