2019. Amsterdam: Ambi/Anthos, 2020, 360p.
Boekrecensie -

Recensie: De hel en andere bestemmingen van Madeleine Albright

maandag 6 juli 2020 20:24
Spread the love

 

Dit is een zeer lezenswaardig boek, en ook zeer hoopvol in tijden waar de lethargie allesdoordringend lijkt. Men hoeft het, voor mij, niet eens te zijn met een aantal uitspraken van Albright, maar haar levenspad en haar opvattingen zijn alleszins de moeite waard. 

Madeleine Albright is iemand die op haar elfde al twee maal gevlucht was voor oppressieve of eigenlijk moorddadige regimes: een eerste keer voor de nazi’s en dan weer voor de communisten in Tsjechoslovakije. De tweede keer migreerde ze met haar ouders naar de VS. Daar liep ze school, onderscheidde zich als verstandige vrouw en werd hoogleraar internationale politiek en later VN-ambassadeur en minister van Buitenlandse Zaken (onder B. Clinton). Sinds haar ‘pensionering’ uit dat laatste ambt in 2001 ontplooit ze reeksen initiatieven, waarover dit boek handelt. En ze schreef enkele merkwaardige boeken.

Persoonlijk denk ik dat haar voorlaatste boek (Fascism) zeer de moeite waard is, niet in het minst omdat het van de hand van een eersterangs getuige is van de ontwaarding van de democratische instellingen in de VS vandaag (met Trump als droevig hoogtepunt tot nu). Dat boek is in alle opzichten een aanrader, vind ik, omdat het een heldere historische en politicologische analyse geeft van dit verschijnsel en hoe ook in de VS het afbreken van de staat een verglijding naar die onmenselijke ideologie haarfijn duidt.

Natuurlijk is haar boek niet het enige (denken we maar aan de huidige heropleving van belangstelling in Arendt, maar ook andere auteurs – en soms zelfs in de economische studies zoals Sacks of Stiglitz). Toch blijft Albright een bijzonder geval. In een wereld waarin het neoliberale denken ook de intelligentsia grotendeels kon muilkorven of in gescheiden ‘bubbels’ van opiniegroepen onschadelijk lijkt te maken, is een moedige en ervaren stem zoals die van Albright belangrijk. 

Op haar tachtigste brengt ze dus dit boek uit. Er staan verrassende dingen in. Die liggen op het persoonlijke vlak, zoals haar recente ontdekking dat ze van Joodse afkomst is en daardoor dus de nazi’s moest ontvluchten, maar ook nu pas weet kreeg van meer dan twintig familieleden die het leven lieten in de holocaust. Maar ook en meer van algemeen belang: hoe persoonlijke beperktheid (vooral) en soms visie (jammer genoeg veel minder frequent) een echt verschil maken in de diplomatieke traditie van elk land, en dus ook van het machtigste land van de wereld.

Persoonlijk had ik steeds de ervaring bij mijn werken in de VS dat dit een wat wild of half-gereguleerde maatschappij is. Native Americans, zwarte mensen en Chicano’s blijven generaties lang behandeld worden als primitieven en hun weg naar een menswaardig leven wordt tot vandaag bemoeilijkt door regels, maar vooral door waarden en vooroordelen van witte elites. Tegelijk echter is dit een land waarin nieuwe initiatieven vrij gemakkelijk een kans krijgen, en dat is verfrissend wanneer je de loodzware hordenloop voor vanalles en niets in ‘het oude Europa’ gewend bent.

Daardoor is er meer (naïeve?) interesse voor originele ideeën en minder reserve of schrik om te mislukken. Daardoor kon iemand als Albright ook doorstoten als migrante en vrouw, wat haar scherpe opmerkingen over de beperktere horizon van vluchtelingen en migranten in Europa ontlokt. Door die ervaringen van haar (en dus heel beperkt door mij) gelooft ze sterk in opportuniteiten en persoonlijke inzet in de VS. Ondanks alle Europese kritiek op de VS, denk ik dat ze hier een punt heeft. 

Tegelijk, en dat is belangrijk in de wereld van vandaag waar figuren als Duterte, Bolsonaro, Poetin, Trump en soortgenoten blijkbaar de hoogste machtsposities kunnen bezetten, is haar verklaring en haar geloof in de rol van persoonlijke inzet onvoldoende, of zo men wil feilbaar. De wereld, ook die in de VS, is niet enkel bevolkt door goedmenende of zelfs door redelijke en medemenselijke mensen. Hitler kwam, zoals ze zelf zegt, aan de macht in een relatief democratisch land, en de manier waarop Trump het bouwsel van elkaar controlerende machten vol gaten schiet en tegelijk de vierde macht (de pers) en de wetenschappelijke wereld monddood probeert te maken laat zien dat democratie nergens een vanzelfsprekende verworvenheid is. Albright maakt die analyse (beginnend bij voorlopers trouwens, zoals Gingrich in de jaren 90) en dat is al veel meer dan ik de gemiddelde Europese politicus (of ‘Vlaamse’ vertegenwoordiger van het volk) heb horen doen de voorbije jaren. 

Haar oplossing voor het probleem van de bewuste en gerichte afbraak van democratie is voor de gesofisticeerde Europeaan vermoedelijk te weinig: we moeten als democraten met zoveel mogelijk mensen, van onderuit tegenwerk bieden. De grote economische belangen, waarnaar links in Europa (en nu ook in de VS met de beweging rond Sanders) bij voorkeur verwijst, komen amper in haar horizon voor. Ze gelooft in een soort vrijemarkt, en haar ervaringen met andere regimes en economische modellen in de wereld ondersteunen dat geloof. En het is, bij herhaling in het boek, het inbeuken met gerichte burgeracties en met min of meer alternatieve economisch-politieke projecten op de monopolies en machtscenakels die het verschil zal maken.

Soms twijfelt ze: haar verslag van de manieren waarop Obama voor een belangrijk stuk tegengewerkt werd door de monopolisten en hun neoliberale ideologen is nooit tot op het bot, maar toch wel duidelijk (zeker voor een breed Amerikaans publiek). Toch denk ik dat het iets meer mag zijn: de analyses van een Piketty (vooral in zijn tweede mega-boek: economie is ten gronde politiek) en anderen, waaronder de ‘eigen’ Democratische Stiglitz ontbreken hier.

Het excuus dat ik zie is dat een breed publiek noch Piketty, noch Stiglitz en co kunnen lezen. Maar daar staat natuurlijk tegenover dat Ambright dit wel kan en dus eigenlijk ook moet vertalen in de boeken voor een breed publiek die ze vandaag schrijft. Of anders gezegd: wat dat betreft is dit boek een gemiste kans, waar enkel een emotionele of zachtzinnige oproep het werk moet doen dat toch echt wel grondig en helder inzicht in belangen en machstmechanismen vereist. 

De lezer merkt het: Albright wil verenigen of verbinden, zouden we in het Europa van vandaag zeggen. Dat is begrijpelijk en gezien de massa mensen maar ook middelen waarover ze het heeft ook niet mis in het licht van haar doelstellingen. Maar precies zoals het ‘softe’ verbinden in onze streken, zal haar voor het overige wel indringende analyse daardoor gemakkelijk kunnen genegeerd worden door de havikken en egotisten in het laatkapitalistische wereldje waarin zij functioneert.

Misschien is een dosis Europees pessimisme toch zinvol, hoewel daarmee het Amerikaanse optimisme dat Albright uitstraalt niet kan genegeerd worden. Ik stel voor dat progressieven kennis nemen van dit boek (en zeker van haar boek over fascisme) omdat de inkijk die ze geeft de moeite is en ons aangeeft dat de realiteiten van ‘staat’,  ‘samenleving’ en ook (meer)’ progressieve inzet’ in diverse vormen komen, waarmee vooral links in het reine moet zien te komen.

 

Recensie: Madeleine Albright: De hel en andere bestemmingen. Memoires 2001-2019. Amsterdam: Ambi/Anthos, 2020, 360p.

Rik Pinxten is em. Prof. dr. Ugent.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!