Bron: Nathalie Van Renterghem
Opinie - Nathalie Van Renterghem

Covid-19 heeft geen lidkaart

dinsdag 2 juni 2020 12:30
Spread the love

 

Er hangt een romantisch samenhorig-kantje aan Covid, #evenapartvooraltijdsamen #samensterk.

Die “samen” is echter weinig terug te vinden in de exitstrategie. Je zou denken dat men daar in de eerste plaats uitgaat van stevige principes en richtlijnen voor versoepeling, waarna elk domein in de maatschappij op basis daarvan een praktische uitwerking uitrolt en communiceert, liefst ook met voldoende autonomie. Maar het ziet er toch anders uit. Sectoren werken achter de schermen apart aan gedetailleerde exitplannen voor hun eigen achterban en lobbyen zich dan om ter eerst een weg naar de GEES en naar hun minister(s), zo lijkt het toch.

Ik heb al volop van het voordeel daarvan mogen proeven, want in de week van 4 mei was ik al op weg naar zee om te surfen. Met een licht gegeneerd gevoel. We konden toen al gaan tennissen, kajakken, golfen, … met twee vrienden, maar kunstschilders mogen nog steeds geen landschappen schilderen in de duinen en muzikanten mogen niet buiten jammen met z’n drieën.

De GEES, of de Veiligheidsraad, had toen ook kunnen zeggen: “Buiten zijn is belangrijk, maar wandelen en fietsen daar ben je op een bepaald moment ook mee klaar. Bovendien zijn er massa’s mensen die om allerlei redenen niet makkelijk een uurtje kunnen fietsen of wandelen, maar die wel graag andere dingen buiten doen. De curve toont ons ruimte voor versoepeling, dus kan je vanaf nu met maximaal 3 personen buitenactiviteiten doen waarbij je anderhalve meter afstand houdt en geen voorwerpen uitwisselt.”

Federaties, koepels en verenigingen hadden dan hun leden tips en aanwijzingen kunnen geven, passend bij de aard van hun activiteiten. Burgers zouden met hun eigen gezonde verstand en hun eigen picknickmand ergens buiten kunnen lunchen. Covid-19 geeft er wellicht geen moer om of je tussendoor staat te keuvelen bij elkaar met een golfstick in de hand dan wel een schildersborstel. Covid-19 heeft geen sectorale voorkeur.

Sectoren lijken elkaar, wellicht onbedoeld, de loef af te steken en er een race van te maken. Ik hoorde gisteren op de radio iemand uit de cultuursector zeggen dat zien wat andere sectoren binnenkort misschien al mogen of kunnen, hen snel in actie had doen schieten, omdat situaties nu scheefgetrokken raken. Ze gaf aan hoe gek het bijvoorbeeld zou zijn dat het restaurant van De Vooruit al open zou kunnen, terwijl het in de theaterzaal wellicht makkelijker is een corona-veilige omgeving te creëren.

Ik heb ook al volop het nadeel van die sectorgerelateerde versoepeling mogen ervaren. Al van bij het begin van de lockdown waren we met ons 7-koppig docententeam van onze improvisatietheatergroepen voor jongeren creatieve oplossingen aan het bedenken voor onze eerste fysieke sessies. Om er klaar voor te zijn, en omdat we nu eenmaal graag vooruit denken, en omdat het niet nieuw is voor ons om ook buiten te werken en te bewegen. Maar we wachtten verder gewoon af. Een van ons zei letterlijk: ze zullen op een bepaald moment wel aangeven onder welke voorwaarden groepsactiviteiten terug kunnen en dan zullen we dat gewoon zelf concreet moeten maken.

Maar zo gaat het niet. En we zijn het wachten beu. Want in de geest van de versoepelingen voor onderwijs en sport kunnen wij terug aan de slag. Ik slaakte een vreugdekreet toen ik op 15 mei, alweer op weg naar zee, Benjamin Dalle op het radionieuws hoorde zeggen dat de nieuwe regel voor groepssporten uitdrukkelijk niet alleen voor sporters bedoeld is. Dat ook jongeren die niet in een sportclub zitten de kans moeten hebben om terug in groep buiten te bewegen. De belangrijkste voorwaarde is het toezicht van een volwassen begeleider, en het is aan de lokale besturen om te kijken hoe ze hun pleinen daarvoor beschikbaar maken.

Voorlopig kwam ik van een kale reis terug – ik blijf echter hoopvol. In mijn zoektocht naar de lokale regelingen kreeg ik meerdere zaken te horen: “Het is alleen voor sportclubs”, “De gouverneur schreef uitdrukkelijk dat andere verenigingen hier géén gebruik van mogen maken”, “We weten het niet, we gaan het navragen”, “We hebben geen regeling voor de pleinen, we gaan eerst kijken hoe het loopt, maar het is alleen voor sportclubs”, “Ja, de circusschool valt niet onder cultuur zoals jullie, maar onder sport, want ze hebben een afdeling parkoer, en zij kunnen dus wel al hun lessen buiten laten doorgaan.”

Het ministerieel besluit spreekt nochtans nergens over een exclusiviteit voor sportclubs. Het coronateam van de stad beloofde dat ze het verder gingen onderzoeken. Waarom we hier op aandringen? Omdat we wéten dat heel wat tieners een perspectief nodig hebben. Omdat we horen hoe stevig het erin hakt als dat er niet is. We horen dat niet alleen zelf, en de stemmen om voorrang te geven aan kinderen en jongeren klinken steeds luider. Morgen verschijnen de resultaten van de enquête die kinderen en jongeren vorige week invulden, en zal die bezorgdheid wellicht verder doordringen.

Waarom nog? Omdat we verbaasd staan te kijken hoeveel moeite het onderwijs moet doen om alle kinderen elkaar nog enkele dagen op school te laten treffen. Gelukkig horen we ook daar steeds meer dat sociaal contact en welbevinden daarbij op de voorgrond moeten staan. Maar waarom moet de onderwijssector dit alleen oplossen?

En dan nog wel met groepen die in hun normale samenstelling te groot zijn! En in binnenruimtes! Het is ook duidelijk dat het vele scholen niet zal lukken om alle kinderen weer naar school te laten komen indien de afstandsregels blijven gelden.

Sportfederaties hebben dan wel heel wat bereikt in wat ze mogen, op het terrein blijkt die uitvoering helemaal niet zo eenvoudig te zijn. Er zijn sportorganisaties die evengoed alle lessen opgeschort houden. Ze brengen hun binnensporten niet naar buiten en zelfs hun buitensporten gaan niet door. Het lijkt me ook een grote druk om op 1 sector te leggen. Natuurlijk kan of wil niet elke sportclub hier op ingaan, om verscheidene redenen. Waarom de mogelijkheden niet spreiden?

Als het uitgangspunt is dat tieners op korte termijn perspectief nodig hebben om elkaar in hun vertrouwde groepen te ontmoeten … Als we daarbij ook weten dat een langere duur van contact en het vertoeven in binnenruimtes cadeautjes zijn voor het virus …

Kan er dan over sectorale grenzen heen gekeken worden en alsjeblieft dankbaar gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden en creativiteit van allerlei clubs, verenigingen, vriendengroepen onder gezinnen, … om jongeren (en volwassenen voor mijn part trouwens) onder bepaalde voorwaarden en in hun vertrouwde groepen elkaar af en toe buiten te laten treffen? Die dat allemaal veel makkelijker en gespreider in tijd en ruimte gaan kunnen doen dan de school alleen? Ouders zouden er bijvoorbeeld verantwoordelijk voor kunnen zijn dat hun kind zo in een maximum x aantal bubbels terechtkomt.

Gaan we de vele mogelijkheden voor juni nog benutten of gaan we echt in de zomer inééns een grote duik nemen in het lobbywerk van de jeugdwerksector (oprecht chapeau trouwens met de resultaten) en kinderen potentieel elke week in een nieuwe bubbel van 50 laten vertoeven? Want dat kan dan in feite. Zijnoot: voorlopig niét voor sportkampen en muziekkampen, want ja … andere sectoren.

Weet de Veiligheidsraad trouwens dat er ook jongeren zijn die lak hebben aan jeugdverenigingen? Ik heb er, tot mijn eigen verbazing, zo twee gebaard. Zij vragen zich af hoe zij hun vriendengroepen deze zomer zullen kunnen ontmoeten. Gaat het de Veiligheidsraad hierbij trouwens écht om kinderen, of om het stevige babysit-voor-het-werk-aspect van kampen en speelpleinwerking?

Dit is een oproep om het écht voor kinderen en jongeren op te nemen, en om voor de komende drie maanden algemene principes en richtlijnen aangereikt te krijgen om buiten aan samenleven te doen. Die niét samenhangen met het al of niet bezitten van een clublidkaart en aan welke sector die plakt. En dit is ook een oproep om het zomerweer te benutten, en alle mensen meer kansen te geven om tijd in de gezonde buitenlucht door te brengen!

Het riedeltje dat niet alle kranen tegelijk open kunnen, kennen we ondertussen. Doe dan de kraan wat minder hard open, maar met meer vertrouwen en vooral voor iedereen.

Of toch in eerste instantie voor (alle) jongeren, want gezien de grote achterstand aan aandacht die ze opliepen de afgelopen weken vanuit het beleid: #allekinderenenjongerenvoorrang!

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!