Een bewogen geschiedenis
Suriname may be ‘off the screen’ of the world’s attention, but the variety of troubles that it has endured in these years suggests parallels with the former Soviet Union, Bosnia, South Africa, Nigeria, Liberia, Lebanon, Burma, Sri Lanka, Canada, Chile, Argentina, Brazil, Peru and Nicaragua. Dat schreef de Amerikaanse politicoloog en Surinamerkenner Edward Dew in zijn boek The trouble in Surinam. [1]
Dat landje met nauwelijks 600.000 inwoners is nu 45 jaar onafhankelijk van Nederland en heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug: eeuwenlang een Nederlands wingewest en ‘kapotte plantage’, een zeer late dekolonisatie, latente etnische spanningen, een militaire coup, de decembermoorden, straffeloosheid, internationale drugs- en wapenhandel, een populaire president met een zware gevangenisstraf boven het hoofd, een zware economische crisis, een kapseizende begroting, een lege schatkist, een waardeloze Surinaamse dollar, corrupte politici, nepotisme en cliëntelisme, een steenrijke bovenlaag en … een pinarende bevolking ondanks de niet geringe bodemrijkdommen en als daar dan nog eens een coronacrisis bovenop komt, wordt het allemaal nog veel ingewikkelder. [2]
De lijst is nog langer en alle elementen ervan lagen op het bord en op de maag van de 383.195 Surinaamse stemgerechtigden uit tien districten, kiezers die op 25 mei jongstleden hun stem mochten uitbrengen op 5.743 kandidaten om 934 politici aan te duiden voor de zetels in de 62 ressortraden en de 51 zetels van De Nationale Assemblée (DNA) of het nationaal parlement.
Het voorspel
De inzet bij deze verkiezingen waren zeer groot en zeker voor de zittende president, Desi Bouterse, en de NDP. Sinds 2010 is deze ex-legerleider en zijn partij onafgebroken aan de macht en een derde regeringsperiode zou Desi Bouterse erg goed uitkomen. Zijn verantwoordelijkheid als bevelhebber in de decembermoorden van 1982 waarbij 16 vooraanstaande burgers het leven lieten, blijft hem achtervolgen.
Net voor de millenniumwissel werd er op vraag van de nabestaanden van de slachtoffers een gerechtszaak opgestart, waarin nu, twintig jaar later, nog altijd geen definitief vonnis werd geveld. Allerlei vertragingsmanoeuvres van juridische en politieke aard om Bouterse en zijn kompanen uit de wind te zetten, lagen hiervan aan de basis. Het steekspel tussen rechterlijke en uitvoerende macht bleef heel het vorige decennium aanslepen.
Tot ieders grote verrassing sprak de militaire Krijgsraad eind vorig jaar dan toch een vonnis uit. Er werden zware straffen geëist tegen de verdachten waarvan twintig jaar tegen hoofdverdachte Desi Bouterse die verantwoordelijk werd gesteld voor de moordpartij. Ook nu weer begon de advocaat van Bouterse dadelijk aan nieuwe vertragingsmanoeuvres waardoor de ultieme beslissing over de verkiezingen heen getild werd.
Een nieuwe verkiezingsoverwinning zou het immers extra moeilijk maken om een democratisch verkozen president achter de tralies te zetten. Te meer omdat Bouterse nog steeds een zeer grote populariteit heeft bij een behoorlijk groot deel van de overwegend jonge en vaak eenzijdig geïnformeerde bevolking die nog niet geboren was tijdens de militaire periode van 1980 tot 1987.
De laatste jaren zijn er nochtans barsten gekomen in de houding van dat onvoorwaardelijke trouwe kiespubliek. De economische crisis, de potverteerderij en de overduidelijke corruptie van een aantal vertrouwelingen uit de Bouterse-clan, maar zeker ook de waardeloos geworden Surinaamse dollar heeft een groot deel van de bevolking bijna aan de bedelstaf gebracht. Pinaren, armoe lijden in een land dat qua grondstoffenvoorraad behoorlijk rijk is, hoe kan dat nou?
Naar het einde van de legislatuur kwam de regering door steeds maar nieuwe schandalen in steeds maar nauwere schoentjes terecht en dat was een veeg teken aan de wand voor de huidige coalitie die in de DNA een nipte meerderheid van 26 zetels had om beslissingen door te drukken. Enkele dagen voor de verkiezingen werd dit vermoeden hard gemaakt door een opiniepeiling, uitgevoerd door onderzoekers van IDOS en daaruit bleek dat de NDP wel eens op een slecht resultaat zou kunnen afstevenen.
Volgens hun onderzoek is de aanhang van NDP-kiezers in Paramaribo in de laatste maanden voor de verkiezingen fel teruggelopen. Een verontruste Bouterse speelde een dag voor de verkiezingen dan ook nog maar eens al zijn troeven uit. Vanuit de volkswijken van Paramaribo trok hij al zingend van ‘En we gaan nog niet naar huis’ en kwistig voedselpakketten uitdelend met zijn NDP-volgelingen naar de Centrale Markt. Tot zover het niet zo vrolijke voorspel van deze verkiezingen.
Voorwaardelijk
De oppositie was er niet gerust in dat het ook een echt ‘feest van de democratie’ zou worden. Gesjoemel met oproepingskaarten en verkeerde adressen deden het ergste vermoeden. Op 25 mei waren er dan ook niet minder dan 35 buitenlandse vertegenwoordigers aanwezig om toe te kijken op het verloop van de verkiezingen. Zoals te verwachten viel, werden er behoorlijk wat ‘onregelmatigheden’ vastgesteld op de verkiezingsdag zelf, maar ook in de volgende dagen bij het tellen van de stemmen. Bij het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) regende het klachten van voornamelijk oppositiepartijen. De regering en aan haar gelieerden deden die klachten eerst af als stemmingmakerij en het zoeken naar spijkers op laag water. Nu de verkiezingen zijn gehouden en de uitslag in haar nadeel schijnt uit te vallen wordt een andere toon aangeslagen.
Desi Bouterse als voorzitter van de NDP heeft aangekondigd dat zijn partij protest zal aantekenen. Hij wil een hertelling in heel het land hebben, maar er is nog geen formele klacht ingediend bij het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB). De voorzitter van het OKB, Jennifer van Dijk-Silos, antwoordde daarop dat er geen sprake kan zijn van een volledige hertelling in heel het land. ‘De hoofdstembureaus hebben hun werk al gedaan’, zei ze op 28 mei tegenover journalisten in de Anthony Nesty Sporthal. ‘Alleen Paramaribo en Wanica zijn nog bezig.’ Op dit ogenblik heeft het OKB nog geen volledige, officieel bindend verklaarde uitslag doorgegeven, zodat al wat nu volgt voorwaardelijk is, want nog aan mogelijke verandering onderhevig.
Chan Santokhi en de VHP
Er namen op 25 mei niet minder dan zeventien partijen deel aan de verkiezingen, waaronder enkele opvallende nieuwkomers, met name PRO (Partij voor Recht en Ontwikkeling), Strei! en de VVD (Volkspartij voor Vernieuwing en Democratie). Het zijn meestal jongeren die zich in de voorbije jaren met frisse inzichten gekeerd hebben tegen de Bouterse-regering.
PRO van Curtis Hofwijks pakte zelfs uit met een goed uitgewerkt en ecologisch sterk onderbouwd lange termijnprogramma wat in de Surinaamse context een unicum mag worden genoemd. Zij reageerden fel op de politiek van de NDP, maar zij voelen zich blijkbaar evenmin thuis in gezelschap van de andere grote partijen als de VPH (Vooruitstrevende Hervormingspartij) en de NPS (Nationale Partij Suriname) die al jaren toonaangevend zijn in het Surinaamse politieke landschap.
Toch hebben deze nieuwkomers geen zetel kunnen veroveren, evenmin als andere kleinere partijen zoals DOE (Partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid), DA91 (Democratisch Alternatief) en de SPA (Surinaamse Partij van de Arbeid). Kleine partijen komen zeker in het huidige kiesstelsel dat de grote partijen bevoordeelt, niet aan bod. Dat is een eerste constatering na deze nog even voorlopige verkiezingsuitslag, want uiteindelijk zullen er slechts zes partijen vertegenwoordigd zijn in de nieuwe DNA, die einde juni voor het eerst bij elkaar komt.
De grote overwinnaar van deze verkiezingen is ongetwijfeld de VHP geworden waarvan de lijsttrekker Chan Santokhi heet die ook al lang meegaat in de Surinaamse politiek. Als commissaris van politie en minister van Justitie in een van de regeringen-Venetiaan boekte Chan Santokhi successen in de strijd tegen de misdaad. Bouterse noemde hem daarom ‘de sheriff’’, maar ook smalend het schoothondje van Nederland.
Door de politieke polarisatie die deel was van de verkiezingscampagne is het op dit ogenblik niet duidelijk of het electoraat voornamelijk op de VHP of tegen de NDP gestemd heeft. Wel belangrijk te vermelden is dat de VHP bezig is zich te ‘vervellen’ van een zuiver Hindostaanse partij naar een partij die zich opengooit voor alle bevolkingsgroepen. Onder leiding van de 61-jarige Chan Santokhi lijkt die metamorfose van de partij te lukken.
Dat blijkt ook uit de verkiezingsresultaten. De etnisch Hindostaanse groep vormt wel het grootste segment binnen de Surinaamse samenleving – ongeveer 28 procent – maar toch hebben er nu zeker ook Surinamers van andere origine voor de VHP gestemd anders zou de partij het huidig verkiezingsresultaat niet hebben kunnen realiseren. De NDP was tot nu de meest multi-etnische partij in een land waar nog steeds sterke etnische lijnen lopen, maar dat wordt nu ook de VHP die in vijf districten zetels binnenhaalt. Of dat nu ook betekent dat de etnische kaart in de toekomst minder zal uitgespeeld worden, zal nog moeten blijken.
Terugval van NDP
Hoewel de NDP in alle districten zetels heeft gehaald, is hun globaal resultaat slecht te noemen. Zij vallen volgens de voorlopige telling landelijk terug op 16 zetels en dat betekent dat zij dus niet langer de grootste partij van het land zijn. Het politiek initiatief is dus niet langer in handen van Bouterse en de NDP, maar wordt nu overgenomen door ‘sheriff’ Chan Santokhi.
En dat zal nog spannend worden en voor een stuk afhangen van de vier andere partijen die zetels hebben gehaald: de ABOP, de marronpartij van Ronnie Brunswijk (Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij) haalde zeven zetels, het eens zo sterke NPS (Nationale Partij Suriname) van Gregory Rusland blijft steken op een teleurstellende vierzetels – intussen blijkt dat de NPS nog een zetel zou verliezen die dan naar de ABOP gaat -, het Javaanse geïnspireerde PL (Pertjajah Luhur) van Paul Somohardjo twee en BEP (Broederschap en Eenheid in de Politiek) van Ronny Asabina ook twee zetels.
De sleutelpositie van de BEP
Zo liggen de nieuwe politieke verhoudingen. Betekent dat nu dat Chan Santokhi de opvolger van Desi Bouterse wordt? Die kans bestaat, maar daarvoor zal er eerst nog zwaar onderhandeld moeten worden. De nieuwe DNA zal de nieuwe president voorstellen tenminste als twee derde van de leden gevonden worden om een kandidaat steunen. Dat betekent dat Santokhi er moet in slagen om 34 van de 51 DNA-leden achter zich te krijgen en daarvoor heeft de VHP de steun van andere partijen nodig.
Intussen zijn de VHP, ABOP en de NPS al gesprekken gestart over een eventuele samenwerking. Het ziet er naar uit dat ook de PL zich daarbij zou kunnen aansluiten, maar dan nog behaalt de nieuwe coalitie het vereiste quorum niet. Ze blijven dan steken op 33 zetels. De enige partij die nog twee zetels zou kunnen aanbrengen is de BEP, maar dat is zeer onzeker omdat deze partij tot nu toe in coalitie met de NDP opereerde. Mochten zij van kamp wisselen, dan kunnen ze Santokhi steunen om rechtstreeks via de DNA president te worden. De BEP kan dus een sleutelrol spelen in de politieke ontwikkelingen van de volgende dagen.
De marronpartij heeft echter in een persbericht al meegedeeld dat zij de afgelopen jaren als autonome partij deel heeft uitgemaakt van de regering en wel op basis van een regeerakkoord. ‘Wij hebben dus tot het einde van deze regeerperiode een samenwerking in coalitieverband en kijken als zelfstandige partij uit naar de officiële uitslag van de verkiezingen’, stelt de BEP en laat – à bon entendeur salut – daardoor een opening om van partner te wisselen.
Twee derde in DNA of VVV?
Indien die twee derde meerderheid niet gevonden wordt, dan wordt volgens de grondwet een zogeheten Verenigde Volksvergadering (VVV) bij elkaar geroepen. In die VVV komen naast DNA ook de twee andere, lagere Surinaamse bestuurslagen bijeen. Dat zijn dan de districts- en de ressortraden (RR). In de VVV, waar de president bij gewone meerderheid van stemmen wordt gekozen, hebben in totaal 934 volksvertegenwoordigers zitting. Dat zijn 51 DNA leden, 765 RR-leden en 118 districtsraadsleden.
De huidige oppositie beschikt volgens een schatting van het IDOS over minimaal 71.8 procent van de 934 uit te brengen stemmen, die nodig zijn om een president en vicepresident in de Verenigde Volksvergadering (VVV) te kiezen. Ook daar zou dus normaal gesproken Santhoki en zijn vice-president als winnaar uit de bus moeten komen, maar toch wil de VHP deze procedure liefst vermijden. Niet alleen omdat ze veel tijd en geld vraagt, maar ook omdat door het groot aantal stemgerechtigden de kans op omkoperij, zoals in het verleden al is gebleken, ook veel groter wordt.
Het ziet er naar uit dat Bouterse zijn huid duur zal willen verkopen. Als hij terug gewone staatsburger wordt, hangt immers het zwaard van Damocles – twintig jaar cel voor een 75-jarige – zeer dreigend boven zijn hoofd. Het aandringen op een hertelling is een van de scenario’s om het tij nog te kunnen keren of anders om gewoon tijd te winnen. Als dat niet lukt kan een herverkiezing in extremis tot president ook nog, maar dan via veel gesjoemel in de VVV, een van de mogelijkheden zijn.
Onder de radar
Het lijkt echter voorspelbaar dat, wat er ook uit de bus zal komen, Bouterse zich niet zal laten oppakken. Om zijn hachje te redden ‘verdwijnt’ hij dan wel tijdig van de radar. Het grootste slachtoffer in heel deze Bouterse-story zal echter Suriname zelf zijn, want ook de nieuwe bewindvoerders zullen geconfronteerd worden met de lege schatkist en de economische ravage die hij en zijn kornuiten ongetwijfeld achterlaten.
‘De president herschrijft momenteel zijn eigen geschiedenis, hij zet de gebeurtenissen op Fort Zeelandia (waar de moorden plaatsvonden) naar zijn hand, hij censureert hem onwelgevallige schoolboeken en richt musea in die zijn versie van het verhaal vertellen. Daarin zijn de Decembermoorden een pijnlijke, doch noodzakelijke voetnoot en is de staatsgreep een waarachtige revolutie.
Maar die zelfgeschreven historie is slechts tijdelijk en ruim interpreteerbaar. Net als er zijn die hem verafgoden, zullen veel Surinamers hem herinneren als de persoon die een staatsgreep pleegde, verantwoordelijk was voor de moord op zestien tegenstanders en vervolgens als democratisch gekozen president niet in staat was het land bijeen te brengen, maar zichzelf wel vrijwaarde van een gerechtelijk vonnis.’ (p. 421)
Dat schreven de journalisten Ivo Evers en Pieter van Maele in ‘Bouterse aan de macht’. Dat boek verscheen al in 2012 toen Bouterse voor de eerste keer president werd. We zijn nu acht jaar verder en hun typering is nog steeds geldig.
Hoeveel levens heeft die man? Is het nu effectief ‘Einde verhaal voor Bouterse?’ Inderdaad, hij heeft nu geen goede kaarten in handen, maar zijn toekomst én vooral de toekomst van Suriname blijven vooralsnog onvoorspelbaar. Het vraagteken achter de kop van dit stuk blijft tot op vandaag levensgroot.
Wordt vervolgd.
Bronnen:
[1] Edward M. Dew, The trouble in Surinam 1975-1994, Westpost, 1994
[2] zie on meer Walter Lotens, Gesprekken aan de waterkant (2000), Suriname in stukjes (2002) en ‘Omkijken naar een ‘revolutie’ (2004)