Hebron is de enige stad waar fundamentalistische Israëlische kolonisten zich met geweld tot in het centrum van de stad wisten te vestigen. Sindsdien is het gebruikelijke sociaal-economische leven in Hebron ineengezakt. Lege straten, gesloten winkels en verlaten huizen tekenen het centrum van de stad. Verhalen over ongegronde arrestaties, onbeperkt geweld en verlies tekenen vandaag nog meer dan anders het leven van alle Palestijnse inwoners. Verhalen die niet eindigen met de uitbraak van een coronapandemie.
Al zeven weken lang wordt nationaal en internationaal nieuws gedomineerd door de coronapandemie. In de Vlaamse berichtgeving lijkt het soms alsof de wereld rondom ons is gaan stil liggen. Alle conflicten, oorlogen en bezettingen lijken tijdelijk stopgezet te zijn. In werkelijkheid gaan alle conflicten, oorlogen en bezettingen echter onverbiddelijk door, vaak in nog problematischere omstandigheden dan daarvoor. Zo ook in de Palestijnse Bezette Gebieden.
Begin maart werden de eerste besmettingen vastgesteld in Bethlehem, nadat een groep Griekse toeristen de stad bezochten. Bethlehem werd onder quarantaine geplaatst om verdere spreiding van het virus te vermijden. Alle scholen en universiteiten sloten de deuren, alle niet-essentiële verplaatsingen binnen en buiten de stad werden verboden en er werd een avondklok ingesteld.
Niet ver van Bethlehem ligt Hebron. Hebron is de tweede grootste Palestijnse stad en het economisch centrum van de Palestijnse Bezette Gebieden (en van Israël). Desondanks dat het aantal besmettingen in Hebron beperkt bleef tot een tiental werden er ook hier strenge voorzorgsmaatregelen genomen. Het socio-economisch leven werd volledig stil gelegd, alle niet-essentiële verplaatsingen werden verboden en er werd een avondklok ingesteld. Vanaf zeven uur zouden de straten van Hebron steeds volledig leeg zijn. Dit bood een vrijgeleide voor Israëlische kolonisten die zich sinds het begin van de Israëlische bezetting in deze Palestijnse stad trachten te vestigen.
De pogingen begonnen één jaar na het uitbreken van de Zes Daagse Oorlog die eindigde in de bezetting van de Westelijke Jordaanoever. Israëlische kolonisten boekten een hotel in Hebron om het Pesach-feest te vieren, maar beslisten nadien om niet meer terug te keren. Sinds de ondertekening van het Hebron-Protocol in 1997 is de aanwezigheid van de Israëlische kolonisten officieel bevestigd.
Hebron werd opgedeeld in twee gebieden. Het eerste gebied (H1), zo’n 80 procent van de stad, werd onder de controle geplaatst van de Palestijnse Autoriteit. Het tweede gebied (H2), de overige 20 procent, zou onder de controle van de Israëlische autoriteiten komen te staan. Zo kregen amper 500 Israëlische kolonisten toegang tot 20 procent van een stad met meer dan 35.000 Palestijnse inwoners.
Wat echter onvermijdelijk was, was de aanwezigheid van Palestijnse inwoners in dat tweede gebied. Men kon immers niet alle Palestijnse inwoners verplichten hun woningen zomaar te verlaten. Hun plan werd er één van lange adem. Over de jaren heen werden bijna 2.000 Palestijnse winkels gesloten, 22 controleposten gebouwd en bemand met Israëlische soldaten naast meer dan 100 wegblokkades en barrières die het eerste gebied moesten afsluiten van het tweede.
Vandaag staan er meer dan 1.000 Palestijnse huizen leeg. Na jaren van vernedering, verlies en geweld hebben veel Palestijnse gezinnen de pijnlijke strijd moeten opgegeven. Een strijd die nooit eerlijk was.
In het Hebron-Protocol werd immers bepaald dat Palestijnse inwoners in het tweede gebied (H2) onderhevig zouden worden aan het Israëlisch militair rechtssysteem. Daarbovenop werden alle controleposten en wegblokkades bemand door Israëlische soldaten. Zij hebben niet de mogelijkheid om Israëlische kolonisten te arresteren, die onder het Israëlisch burgerlijk rechtssysteem vallen. Een bewuste keuze. Zelfs wanneer een Israëlische kolonist een Palestijn openlijk aanvalt, verwondt of neerschiet, kan een Israëlische soldaat hem niet arresteren. Omgekeerd wel. Het kleinste incident is vaak voldoende om een Palestijnse inwoner te arresteren.
Sinds het uitbreken van de coronapandemie is in Israël-Palestina het aantal Israëlische aanvallen op Palestijnse steden, dorpen en huizen aanzienlijk toegenomen. In Hebron alleen al waren er reeds meer dan 15 aanvallen op enkele weken tijd, voornamelijk uitgevoerd door fundamentalistische Israëlische kolonisten. Ze banen hun weg naar Palestijnse huizen, vernielen waardevolle olijfbomen, bouwen ondertussen hun eigen huizen op Palestijns grondgebied en bedreigen spelende kinderen. Dit terwijl Israëlische soldaten vaak niet meer doen dan toekijken.
Tenslotte is het hun taak om de Israëlische kolonisten te beschermen. Het centrum van YAS, Youth Against Settlements, bevindt zich ook in Hebron, in datzelfde tweede gebied. YAS is een Palestijnse jongerenorganisatie die al jaren, aan de hand van geweldloos burgerlijk verzet en sensibilisering, weerwerk tracht te bieden tegen de eindeloze uitbreiding van de Israëlische nederzettingen in Hebron.
Doorheen de jaren is het centrum omringd door Israëlische kolonisten. Met alle gevolgen van dien. Enkele weken geleden ontving ik een berichtje van één van de activisten. “We are under attack.” Ik stuurde zo snel mogelijk terug, maar een antwoord liet lang op zich wachten. Na een halfuur ontving ik foto’s en filmpjes waarin meer dan 50 Israëlische kolonisten het centrum omsingelden. Er was geen enkele weg uit het centrum. Gewapend met harde woorden, stenen en geweren stonden Israëlische kinderen, jongeren en volwassen klaar om het centrum aan te vallen. Eén week eerder werd het centrum reeds verwoest door enkele Israëlische kolonisten. Alles werd gefilmd. Muurschilderingen werden beklad, bomen uit de grond getrokken en bezittingen vernield.
Het centrum van YAS kan echter niets ondernemen. Ze probeerde de afgelopen weken hun centrum te beschermen met extra camera’s en omheining maar het Israëlische militaire rechtssysteem beperkt al hun mogelijkheden op een eerlijk proces. Zo ook voor de woordvoerder van YAS. Enkele dagen voor het begin van de Ramadan werd hij opgepakt door Israëlische soldaten, zonder concrete aanleiding. Voor de derde keer al. Vorige week werd beslist dat hij minstens vier maanden in de Israëlische gevangenis moet doorbrengen. Deze beslissing werd genomen, zonder (eerlijk) proces, via een WhatsApp-call. Sinds zijn arrestatie is het onmogelijk voor familie en vrienden om hem te bezoeken. Dat aan het begin van één van de belangrijkste maanden voor vele Palestijnse moslims.
De coronapandemie is nog lang niet voorbij, zo veel is zeker. Al worden maatregelen stapsgewijs versoepeld. Ook in Hebron bouwt het normale leven zich langzaam maar zeker terug op. In hoeverre men in Hebron kan terugkeren naar ‘het normale leven’ is echter zeer in vraag te stellen, wanneer dat normaal zich steeds vertaalde in een context van bezetting.
Voor de gehele Palestijnse Bezette Gebieden wordt het normale leven gekenmerkt door bezetting, apartheid en verlies. Israël maakt zich elke dag opnieuw schuldig aan schendingen van de mensenrechten door het Palestijnse volk al meer dan zeven decennia vast te zetten in een systeem van bezetting met etnische zuivering als einddoel. Een systeem waarin Israëlische kolonisten beschermd worden om Palestijnen aan te vallen, waarin er elke dag Palestijnse kinderen worden gearresteerd zonder grondige reden of aanklacht. Een systeem waarin Israëlische soldaten niet veroordeeld worden voor het neerschieten van een Palestijn, maar eerder aangemoedigd. Toch wordt dit systeem vandaag nog verdedigd en naar voor geschoven als voorbeeld door sommige Belgische politici.
Bronnen:
https://www.facebook.com/media.yas
https://www.btselem.org/video/20200412_spike_in_settler_violence_during_pandemic#full
Lani Torfs is masterstudent Conflict en Ontwikkeling in Gent.
Foto: Jonas Hansel, Flickr / CC BY-NC-SA 2.0