Miranda Ulens. Foto: abvv.be
Toespraak - Miranda Ulens

Miranda Ulens: “Zekerheid voor Morgen”

vrijdag 1 mei 2020 12:06
Spread the love

 

1 mei vieren? Vandaag, in coronatijden …

 

waarin een meerderheid van de werknemers gedwongen wordt om ofwel thuis te werken of tijdelijk werkloos te zijn?

waarin de keuken, woonkamer of slaapkamer, plots de werkvloer is geworden?

waarin onze wijze van werken een ongekende transformatie doormaakt en de grenzen van digitale bereikbaarheid worden afgetast?

Maar ook, waarin miljoenen mensen zijn blijven werken in de zorg, transport, handel … in vaak bijzonder moeilijke omstandigheden en met het risico om zelf ziek te worden?

 

Kunnen we dan wel spreken van het Feest van de Arbeid en dat vieren?

Ja, absoluut, dat mag en dat moet zelfs!

Want uit deze crisis zijn een aantal lessen te trekken. Lessen die we moeten meenemen om de toekomst van morgen voor te bereiden. Alvast deze 3.

Eerste les: wie hield het land recht? De werknemers

Die miljoenen werknemers van de openbare en van de privésector. Plots beseft iedereen hoe essentieel jullie job is, hoe vitaal ze is voor onze samenleving. En dan nog in de eerste plaats de werknemers die in de frontlinie staan: de zorgwerkers en al wie levensnoodzakelijke en dus onmisbare jobs uitoefent: kinderopvang, logistieke medewerkers, werknemers in de voedingssector, huisvuilophalers…

Vaak laagbetaalde jobs, niet zelden jobs met een hoge vrouwelijke tewerkstellingsgraad. Daarbij is het de vraag in hoeverre die maatschappelijke waardering over de crisis zal kunnen worden getild. Maar het zijn in elk geval de werknemers die de helden waren. Het is zelden gebeurd dat het uitkeren van dividenden zo weinig draagvlak genoot.

Daarom zullen we meer dan ooit strijden voor een billijk loon voor iedereen en hogere minimumlonen. Maar ook voor stevige pensioenen, en een minimumpensioen die naam waardig. Alleszins zullen we niet aanvaarden dat de kost van deze crisis terug bij de werkmensen terecht komt!

Tweede les: wat hield het land recht? Onze sociale zekerheid

In België mogen we zeer blij zijn met onze sterke federale sociale zekerheiddie ervoor gezorgd heeft dat de sociale gevolgen in belangrijke mate werden getemperd. We mogen daar niet alleen blij om zijn. We zijn daar fier op.

Onze gezondheidszorg bijvoorbeeld presteert op een bijzondere manier, en allicht had ze nog beter gepresteerd mocht er de afgelopen jaren minder bespaard zijn. Ons gezondheidssysteem is qua toegankelijkheid, kwaliteit, betaalbaarheid zeer goed en daar benijden veel landen ons om.

Een ander voorbeeld is het systeem van tijdelijke werkloosheid dat een win-win operatie is. Aan de ene kant zorgt dat voor het behoud van tewerkstelling en een beperking van het inkomensverlies van de getroffen werknemers. Aan de andere kant zullen bedrijven hun werknemers onmiddellijk terug kunnen inzetten na de crisis.

Als vakbond hebben we nu bijkomende bescherming afgedwongen, zoals het optrekken van de uitkering tijdelijke werkloosheid naar 70 procent (4 op 10 werknemers in tijdelijke werkloosheid geeft aan dat hun financiële toestand moeilijk tot zeer moeilijk is), de gelijkstelling tijdelijke werkloosheid voor de berekening van het vakantiegeld, het opschorten van degressiviteit in de werkloosheid … maar er is meer nodig.

Aan de regering hebben we concrete voorstellen bezorgd (zoals het optrekken van de uitkeringen werkloosheid nu de volledige werkloosheid dreigt toe te nemen, of zoals het verhogen van de uitkeringen in ouderschapsverlof, of nog een gunstigere fiscale behandeling van tijdelijke werkloosheid, want anders zullen die werknemers volgend jaar de rekening betalen… ). En we blijven ook ijveren dat mensen in precaire statuten zoals freelancers, het recht op sociale bescherming kunnen opbouwen.

Als de coronacrisis iets heeft duidelijk gemaakt dan is het wel het brede belang van een robuuste sociale bescherming. Daarom is het ook belangrijk dat we voor vandaag en morgen duidelijke syndicale strategische assen aanreiken. De belangrijkste as luidt: ‘we geraken hier door’ en in belangrijke mate dankzij de sociale zekerheid. Ik zeg dan ook met veel overtuiging:

“We komen erdoor dankzij de sociale zekerheid waarover het ABVV waakt”.

Daarom zullen we meer dan ooit strijden voor (een versterking) van onze sociale zekerheid. Het moet gedaan zijn om met de inkomsten van de sociale zekerheid te spelen. Die speeltijd is voorbij.

 

Gedaan met verlaging van de sociale bijdragen.

Gedaan met nieuwe netto-verloningsvormen.

Gedaan met nepstatuten die onvoldoende sociale bescherming genieten.

 

Gelukkig leven we in een rechtsstaat en gaf het Grondwettelijk Hof ons gelijk (zie de vernieting van de cash for cars, het onbelast bijverdienen) in onze strijd tegen deze liberale foliekes.

Derde les: Het belang van solidariteit

Onderlinge solidariteit, maar vooral structureel via de sociale zekerheid.

En ook door de overheid.  Zodra de 1e schok was ‘verteerd’ waren de regeringsleiders van dit land vooral bezig om de economie ter hulp te snellen. Zoals een hooggeplaatste stem van de Nationale Bank zei: “Vergeet alles wat ik gezegd heb over het tekort en de nood om dat af te bouwen. De overheid moet nu alles op alles zetten om de economische schade te beperken, en niet babbelen over hoeveel miljoen dat gaat kosten en welke richting het tekort dan uitgaat.”

Aan werkgeverszijde was men unisono dat de overheid de economie en de bedrijven moest helpen en dat dat gerust een cent mag kosten. Een aanzienlijke geldstroom kwam op gang om de economie te stutten via indirecte steun zoals staatswaarborg voor leningen, maar ook via directe steun, zoals overbruggingspremies, hinderpremies en tijdelijke werkloosheid. De factuur komt dus opnieuw voor een groot stuk terecht bij de openbare middelen. De federale begroting zal naar verwachting meer dan 7,5 procent in het rood gaan en de Belgische overheidsschuld zal oplopen tot 115 procent eind 2020.

Wat meteen de vraag oproept wie de factuur zal betalen na de crisis?
Waarschijnlijk niet die bedrijven die in het aanslagjaar 2019 voor maar liefst 172,3 miljard euro aan betalingen naar de beruchtste belastingparadijzen hebben gedaan.

Maar goed, volgens sommigen mogen in tijden van crisis openbare middelen dus gerust opgebruikt worden om de economie te ondersteunen, en van zodra er economische voorspoed is, gaat het enkel nog over het socialiseren van de verliezen en het privatiseren van de winsten, met besparingen in de openbare diensten, in de sociale zekerheid… ten koste van de mensen… Niet met ons!

Voor ons moet er meer werk gemaakt worden van structurele solidariteit.

Door een meer rechtvaardige fiscaliteit:

  • een vermogensbelasting te beginnen met een meerwaardebelasting,
  • de globalisering van inkomsten,
  • het sluiten van fiscale achterpoortjes richting Kaaimaneilanden, Bermuda of de Verenigde Arabische Emiraten…

En door een solidair Europa:

  • die nu de kans heeft om meer sociaal en rechtvaardig te worden (a more fairer Europe)
  • via een herstelfonds, via coronabonds, via een herverdeling van de middelen,
  • door een sterke relance op te zetten richting klimaatneutrale en duurzame economieën
  • en door de invoering van een digitaks op Europees niveau …

Nu is hét moment voor Europa om zijn meerwaarde en zijn sociaal gelaat te tonen, opdat mensen zich kunnen herkennen in die Europese droom, opdat ze met vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen gaan, voor de huidige en toekomstige generaties.

****

Ik wil deze 1 mei boodschap afsluiten met wat mij als syndicaliste heel nauw aan het hart lig en dat is het sociaal overleg.

Dat overleg levert ons soms een diffuus beeld op. Sommige werkgevers stellen zich bijzonder hardvochtig op als het aankomt op het handhaven van de (niet-essentiële) activiteit of het verlenen van een extra voor wie in moeilijke omstandigheden aan het werk blijft.

Wij verwachten van de werkgevers dat ze het spel correct spelen. Dat ze niet van deze crisis gebruik maken om zich te ontdoen van ‘bepaalde kosten’. Heel concreet dat zij het gewaarborgd loon blijven betalen aan werknemers die ziek worden, dat ze opzegvergoedingen blijven betalen en de kost niet afwentelen op de gemeenschap en vooral dat zij garanderen dat de werkplek veilig is. Dat is cruciaal.

Want de werknemers zijn er niet gerust op. Uit onze Corona- enquête blijkt dat een meerderheid (56,23%) van de werknemers die aan de slag bleven, zich niet veilig voelen op de werkplek. 46,4% van hen gaf aan zich zorgen te maken ondanks de beschermingsmaatregelen van de werkgever en bijna 10% verklaarde gewerkt te moeten hebben zonder beschermende uitrusting of zonder de mogelijkheid de regels van social distancing na te leven. Dat zijn heel verontrustende signalen.

We hebben samen met de werkgeverorganisaties een draaiboek opgesteld, dat nu moet gevolgd worden door protocollen op sectorniveau en afspraken op bedrijfsniveau. Op voorhand. Dat is de rol en de meerwaarde van sociaal overleg. Liever dan op grote schaal de inspecties te moeten inschakelen.

****

Tot slot: postcorona moet anders zijn dan precorona. We roepen alle progressieve organisaties mee op om samen werk te maken van een ander model. We rekenen ook op de werkgevers om die omslag te maken, met respect voor het overleg, voor onze militanten en voor de mensen op de werkvloer.

Samen kunnen we die omslag maken naar een meer rechtvaardige en sociale maatschappij. Samen moeten we ook de sociale strijd tegen armoede, ongelijkheid en discriminatie verder aan gaan.

De tijd was nog nooit zo rijp om radicale hervormingen door te voeren. Zowel voor mens als milieu. De politiek van de afgelopen decennia moet gestopt worden. De overheid moet een grotere rol opnemen in de economie, met het welzijn van werknemers en de mensen als eerste doel en niet de winstgevende bedrijfspolitiek. Openbare diensten en openbare dienstverlening mogen niet langer aanzien worden als een kost, maar als een investering. Het is ook het moment om werk te maken van een ambitieus en sociaal rechtvaardig klimaatbeleid. Op dat vlak mag het in de nabije toekomst geen business as usual meer zijn. Herverdeling van welvaart en van tijd moet op de agenda worden gezet en privileges van gefortuneerden en veelverdieners moeten herbekeken worden. De roep naar meer fiscale rechtvaardigheid klinkt overigens alsmaar luider.

Dit socialistisch scenario moet meer ingang vinden. Om het tij te keren is nu snel een volwaardige regering nodig met socialisten en progressieven zodat een sociaal en duurzaam beleid van de grond komt. Er is geen tijd te verliezen om een sociaal – ecologische relance een boost te geven.

Want na een bepaalde periode, als alles voorbij is of als de ideologische curve terug in rechtse richting wijst, zullen er stemmen opgaan om de besparingsplannen voor de sociale zekerheid terug van stal te halen.

Op dat moment zal het ABVV er alles aan doen om de sociale bescherming van werkenden en niet-werkenden, van jong en oud, te verdedigen. Daarop kunnen jullie rekenen. Die zekerheid voor morgen kan ik jullie geven.

We’ll meet again, wij – syndicale strijders – zullen elkaar terug zien. Wij zullen voortgaan, met de overtuiging en de wilskracht die in ons DNA zit, dat van syndicalisten van het ABVV!

 

Miranda Ulens is algemeen-secretaris van het ABVV.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!