Boekrecensie -

Een hommage aan Walter De Bock

In ‘Het archief van Walter’ parkeert Klaartje Schrijvers haar academische pen aan de zijlijn en brengt zij in een zeer toegankelijke, journalistieke stijl verslag uit van de wording van een zeer relevante studie over de neo- aristocratische elite van rechtse signatuur waarin een onderzoeksjournalist en een historica elkaar vinden in hun zoektocht naar ‘de waarheid.’ In die zin mag het boek zeker een postume hommage aan het werk van Walter De Bock worden genoemd.

woensdag 15 april 2020 14:34
Spread the love

 

Een lijvig doctoraat

Meer zwart dan tekst, zoals op de cover van Het archief van Walter. Met dat soort van gecensureerde documenten kreeg historica en voormalig animatiefilmer Klaartje Schrijvers vaak te maken tijdens het onderzoek voor haar doctoraat: ‘L’Europe sera de droite ou ne sera pas’ en met als toelichtende ondertitel ‘De netwerking van een neo-aristocratische elite in de korte 20ste eeuw’. Met die kanjer van 511 pagina’s verwierf zij in 2007 de graad van doctor in de nieuwste geschiedenis aan de Universiteit van Gent.

Het werd een zeer bijzonder doctoraat, zowel door het onderwerp als door haar wetenschappelijk eerder onorthodoxe aanpak. De neo-aristocratische elite van rechtse signatuur die zij bestudeerd heeft, beantwoordt volgens haar niet aan het klassieke profiel van extreemrechts dat collaboreerde met nazi-Duitsland. Integendeel zelfs. Heel wat protagonisten in dat verhaal hadden zelfs actief, al dan niet militair, deelgenomen aan het rechts verzet in de Tweede Wereldoorlog. Dit rechts verzet in België kenmerkte zich volgens de onderzoeker door een uitgesproken royalisme, trouw aan koning Leopold III, en was anti-Duits, al hadden sommigen onder hen voor de oorlog duidelijk sympathieën voor de Nieuwe Orde.

Wie waren dat dan? Die neo-aristocratische elite bestond enerzijds uit bloedadel, anderzijds uit de hoogopgeleide bourgeoisie en des nouveaux riches. Er zaten ook veel industriëlen en bankiers tussen, net als hoofdredacteurs van rechtse bladen, politici, inlichtingenagenten en juristen. 

De Franstalige Gentenaar Florimond ‘Flori’ Damman was een grote netwerker en initiator van enkele ‘Europeïstische’ organisaties. In 1960 richtte hij de Action pour une Europe Nouvelle et Atlantique (AENA) op – later Mouvement d’Action pour l’Union Européenne (MAUE) geworden – en in 1969 lag hij aan de basis van de Académie Européenne de Sciences Politiques (AESP). Deze Franstalige Vlaamse nouveau riche, hij was ook eigenaar van een café-dancing, later een restaurant, fungeert als gids in Schrijvers verhaal en zijn uitspraak ‘L’Europe sera de droite ou ne sera pas’ werd dan ook de titel van haar studie. Damman stond bekend om zijn ‘grands diners européens’, waar elke keer zo’n 200 genodigden op afkwamen, en die hij veelzeggend ‘Charlemagnediners’ had gedoopt. De deelnemers verheerlijkten de christelijke middeleeuwen ten tijde van Karel De Grote.

De eigenlijke inspirator, stelt Schrijvers, was feitelijk Otto von Habsburg die een strikt conservatief verenigd Europa voor ogen had. Met de AESP tekenden zich netwerklijnen af die Schrijvers niet alleen leidden naar aartshertog Otto von Habsburg (1912-2011), de oudste zoon van de laatste Oostenrijkse keizer Karel I, maar ook naar diverse edellieden en vooraanstaande leden van de Europese financiële en industriële elite, naar invloedrijke figuren uit het Spanje onder Franco – zoals minister Alfredo Sánchez Bella -, en naar uiteenlopende politieke figuren en ex-premiers zoals Antoine Pinay van Frankrijk en Giulio Andreotti van Italië. Deze netwerklijnen leidden haar ook naar de voormalige eerste minister en minister van Landsverdediging Paul Vanden Boeynants, die op verschillende plaatsen in het verhaal opduikt en dan niet alleen als vleeshandelaar, maar ook als oprichter van het rechtse CEPIC (Centre Politique des Indépendants et Cadres Crétiens) waarvan de illustere baron Benoît de Bonvoisin penningmeester was. 

Restricted files

Om die extreemrechtse netwerken te kunnen blootleggen, bezocht Schrijvers heel veel archieven, zowel in binnen als buitenland. Zij trok zelfs naar de VS om in de National Archives and Record Administration (NARA), waar de bronnen van de CIA en het State Department zich bevinden, maar zij stootte daar op ‘blinde muren’ of restricted files, telkens zij in de buurt kwam van het item ‘anticommunisme’. Meer zwart dan tekst als document en vaak helemaal geen document beschikbaar.

Uiteindelijk kwam zij terug met ongeveer 30.000 gefotografeerde documenten, maar die haar, bij nader toezien, echter niet veel verder hielpen, want de sleutel om door te dringen tot dat netwerk vond zij niet in de NARA, maar veel dichter bij huis: in het archief van onderzoeksjournalist Walter De Bock die zij op het einde van zijn leven had leren kennen. En daar begint Het archief van Walter, het boek dat zij 13 jaar na haar doctoraat schrijft om, zoals de ondertitel luidt, de link te leggen tussen ‘de onderzoeksjournalist, de historica en de waarheid.’

Kartonnen dozen

In Het archief van Walter parkeert Klaartje Schrijvers haar academische pen aan de zijlijn en brengt zij in een zeer toegankelijke, journalistieke stijl verslag uit van de wording van een zeer relevante studie over de neo-aristocratische elite van rechtse signatuur waarin een onderzoeksjournalist en een historica elkaar vinden in hun zoektocht naar ‘de waarheid.’ In die zin mag het boek zeker een postume hommage aan het werk van Walter De Bock worden genoemd. 

Die sleutel om het verborgen netwerk te kunnen betreden, bleek Florimond Damman te zijn en de AESP die hij in 1969 oprichtte. Dat verneemt zij in 2005 van een ongeduldige en enigszins verwarde Walter De Bock die in die periode zijn persoonlijk archief met behulp van zijn vriend en studiegenoot Paul Huybrechts aan het overbrengen was naar de Leuvense universitaire bibliotheek op het Ladeuzeplein.

Nu liggen daar ongeveer 1.300 archiefdozen opgeborgen, zowat 10 kubieke meter. Ze bevatten ongeveer 400 dozen boeken, terwijl de andere dozen persknipsels, kopies van gerechtelijke ondervragingen, vonnissen, rapporten, notities, enz. bevatten, naast 8.300 biografieën van personen en een 150-tal gedetailleerde chronologieën van gebeurtenissen. Het zijn de materiële resten van het levenswerk van Walter De Bock. 

De Leuvense soixante-huitard Walter De Bock die samen met Paul Goossens, Chris Merckx, Ludo Martens en andere generatiegenoten de Leuvens alma mater op zijn grondvesten deed daveren, groeide als journalist bij De Morgen waarvan hij zelfs even hoofdredacteur was, uit tot de belangrijkste onderzoeksjournalist van dit land. Hij werd journalist in 1971 en werkte achtereenvolgens voor De Nieuwe LinieVrijdagKnack en BRT-Panorama.

Het grootste deel van zijn loopbaan schreef hij echter voor De Morgen, namelijk van 1979 tot 2002. De Bock genoot een indrukwekkende reputatie als onderzoeksjournalist en publiceerde talrijke ophefmakende onthullingen over dossiers zoals de moord op PS-leider André Cools, het corruptieschandaal rond de Agustahelikopters, de Bende van Nijvel, illegale wapenhandel en extreem rechts.

Journalistiek en geschiedschrijving

De Bock was meteen enthousiast toen hij kennis maakte met onderzoekster Klaartje Schrijvers en haar thema dat volledig in zijn belangstellingsveld lag. ‘Het is op jouw doctoraat dat mijn archief heeft liggen wachten,’ moet hij toen gezegd hebben.

Maar ook Klaartje Schrijvers was uiterst enthousiast over haar contact met Walter De Bock en zijn archief: ‘Ik was in het bezit van parlementaire verslagen en allerlei officiële documenten, maar daar kon ik niets mee doen. Wat ik nodig had waren egodocumenten: losse krabbels van telefoongesprekken, agenda’s, briefwisselingen, ledenlijsten van al dan niet obscure organisaties. Dat zat allemaal in het archief van Walter. Ik ben ook op gerechtelijke dossiers gestoten en op documenten van de Staatsveiligheid. Dat is de redding van mijn doctoraat geweest. Walters archief was het enige dat ik heb kunnen raadplegen waarin de anticommunistische actie uitvoerig was opgenomen. Op basis van zijn documenten heb ik een rechts netwerk in kaart kunnen brengen dat nog nooit was ontrafeld.’ [1] Een zeer belangrijk element in haar onderzoek was wat de Franse historicus Fernand Braudel het longue durée perspectief noemt, met name de mapping van een netwerk over zeven decennia verspreid en hoe zich dat kneedde, zich her uitvond en muteerde. 

De ontmoeting tussen De Bock en Schrijvers was ook de ontmoeting tussen een vertegenwoordiger van de wetenschap en een onderzoeksjournalist met een duidelijk niet partijgebonden politiek profiel. Konden die twee wel door eenzelfde deur? Tijdens de verdediging van haar doctoraat kreeg Klaartje Schrijvers behoorlijk wat kritiek van wetenschappers als Rik Coolsaet en Bruno De Wever, die haar verweten zich bijna uitsluitend te hebben gebaseerd op de ‘niet geheel onzijdige collectie’ van De Bock. [2] 

Op die interessante academische discussie gaat Schrijvers in Het archief van Walter uitvoerig in. Zij pleit ervoor dat ook in de historiografie aandacht wordt besteed aan wat zij de methodiek van de twijfel noemt, en zij verwijst daarvoor naar het credo van de Britse historicus Richard Cobb: ‘De waarheid zit niet in de grote gedachten, maar in het detail, en het detail betekent complexiteit, uitweiding en twijfel’. (p. 88) En zij verduidelijkt daarbij: het ledenboekje van Florimont Damman en de ledenlijst van de private club de Cercle des Nations (een document dat in het bekende Brusselse café-restaurant ‘De ultieme hallucinatie’ werd achtergelaten en in handen van De Bock terechtkwam) zijn zo van die details: ‘Een klein bundeltje pagina’s in een groter verhaal (..) Maar het  incarneerde een ontegensprekelijke waarheid, die tot dan toe nog nooit het daglicht had gezien.’ (p. 88) 

De symbiose tussen historisch en journalistiek onderzoek, maar ook het spanningsveld daartussen die Klaartje Schrijvers met haar doctoraat ambieerde, voltrok zich volgens haar bij momenten ook in het werk van Walter de Bock die vaak zijn bevindingen in een krantenartikel moest wringen, terwijl de totaliteit die hij overzag eigenlijk om veel meer, om nog maar eens een boek, schreeuwde.   

De historica leerde ook van de onderzoeksjournalist ‘de omweg als methode’ te hanteren en daarover schrijft ze: ‘Ik heb me later nog afgevraagd, of ik de reconstructie van het netwerk zo had kunnen maken als ik niet van een alzheimerpatiënt had geleerd hoe je de schijnbaar ontbrekende schakels – ze zijn er wel, maar ze laten zich niet meer zien – moet omzeilen en via andere kanalen connecties moet vinden.’ (p.  189). 

Alzheimer als spelbreker 

Het is uitgerekend die eigenzinnige waarheidszoeker, de veelweter met het scherpe geheugen die al behoorlijk jong geconfronteerd werd met Alzheimer. Bij zijn overlijden in 2007, Walter De Bock werd amper 61 jaar, schreef zijn collega Hugo Camps: ‘De krant was zijn leven. Zijn hartstocht voor het vrije woord was onblusbaar. Tot het zachtjes begon te sneeuwen in zijn hoofd. Toen ik het hoorde, moest ik huilen.’ 

Klaartje Schrijvers ontmoette dus Walter De Bock toen het al zachtjes begon te sneeuwen in zijn hoofd. Het proces van ‘ontweten’ was toen al begonnen. Schrijvers: ‘Walter was de laatste twee jaren snel achteruit gegaan. Toen ik hem in januari 2005 leerde kennen, kon hij nog uit het blote hoofd dingen ophalen die nuttig waren voor mijn onderzoek. Dat ging op het einde niet meer en daar kon hij heel boos om worden.’ [3]

Op de naam ‘Damman’ kon hij niet meer komen, maar die man zou wel een geweldig belangrijke rol gaan spelen in het verdere onderzoek van Schrijvers. Zijn dagboekaantekeningen bleken van onschatbare waarde. Le petit télégraphiste werd hij door zijn rechtse vrienden genoemd. 

Het archief van Walter is niet alleen een hommage aan een groot onderzoeksjournalist en tegelijk de moeizame genese van een doctoraat, maar het is tevens het schrijnende verhaal van het snel voortschrijdende proces van ‘ontweten’ waarmee Walter De Bock zelf, maar natuurlijk ook Klaartje Schrijvers te maken kreeg. Ook de beschrijving van dat proces geeft een diepere gelaagdheid aan dit boek. In een laatste hoofdstukje ‘De koning sterft’ – het boek bestaat uit 22 korte hoofdstukken waardoor het een scenisch karakter krijgt (is dat misschien de invloed van de animatiefilmer in haar?) – schrijft ze: ‘Het geheugen speelt nu met zijn voeten. Ooit waren de rollen omgekeerd en was het Walter geweest die de anderen een loer draaide.’ (p. 229)

Van Walter De Bock naar Apache

‘Het archief van Walter’

Een week voor Walter De Bocks dood was Schrijvers’ doctoraat klaar. Dat heeft de journalist nog geweten, maar hij heeft het werk nooit kunnen lezen. Het archief van Walter heeft hij natuurlijk ook niet kunnen lezen, maar ik vermoed dat Walter De Bock, mocht hij even uit de doden kunnen opstaan, ermee zou kunnen leven en zeker ook met het besef dat anno 2020 onderzoeksjournalistiek in dit land nog lang niet dood is. Wat zou het mooi zijn, mocht hij vandaag www.apache.be hebben kunnen lezen, notabene mee opgericht door journalist Georges Timmermans die naar eigen zeggen ‘de leerjongen’ van Walter De Bock was. Hij zou fier zijn op die jongens en meisjes. Zeker weten.

En dan had hij ook kunnen zien dat er nu gelukkig geen gesjouw meer nodig is met fichebakken en kartonnen dozen, maar wel dat – l’histoire se répète – de machtshebbers de ware onderzoeksjournalistiek die de onderste steen wil bovenhalen nog steeds monddood proberen te maken. Waarom? Waarschijnlijk omdat zij, zoals Georges Timmermans zegt, de lessen van Walter De Bock ter harte nemen: ‘Dat je niet direct naar primeurs of scoops moet gaan, maar moet proberen echt te begrijpen hoe de dingen in elkaar zaten. Wie zijn de dominante spelers? Wat gebeurt er achter de schermen.’ 

Dat doet niet alleen Klaartje Schrijvers, die zich met Het archief van Walter van een academische historica verveld heeft tot een vaardige schrijfster, maar dat doen zeker ook die nieuwe apachen. Zij zijn de waardige erfgenamen van Walter De Bock. 

 

Bronnen:

  1. Sue Somers, ‘Klaartje Schrijvers doctoreert met een proefschrift op basis van het archief van Walter De Bock’. In: De Morgen van 5 januari 2008
  2. Sue Somers, ‘Klaartje Schrijvers doctoreert met een proefschrift op basis van het archief van Walter De Bock’. In: De Morgen van 5 januari 2008
  3. Sue Somers, ‘Klaartje Schrijvers doctoreert met een proefschrift op basis van het archief van Walter De Bock’. In: De Morgen van 5 januari 200

 

Klaartje Schrijvers, Het archief van Walter, de onderzoeksjournalist, de historica en de waarheid, EPO, Berchem,  2020, 244 blz. ISBN9789462672017

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!