Psychoanalyticus Paul Verhaeghe beantwoordt rake coronavragen.
Interview -

Gouden randjes aan corona volgens Paul Verhaeghe

Scrollend op LinkedIn bots ik op een videogesprek met psychoanalyticus Paul Verhaeghe. Het blijkt de vijfde aflevering te zijn van de tiendelige Canvasreeks #coronatalks, waarin denkers en experts moeilijke vragen beantwoorden over mens en wereld in turbulente tijden. Hij daagt al wie daar voor openstaat uit om de collateral beauty van een ongeziene crisis aan te kijken, om zelf op zoek te gaan naar de gouden randjes aan deze donkerdere tijd(elijkheid).

maandag 6 april 2020 08:50
Spread the love

 

Duiding bij #coronatalks: hier zo. Een oprechte aanrader. Het kaliber vragen die je (of ik in ieder geval) best graag zelf had willen stellen aan de uitverkoren denker(s).

Wie liever leest dan naar de video kijkt:

 

Is dit een ramp zoals je ze maar één keer in je leven meemaakt?

Wat we nu meemaken, heel de wereld zit in een experiment. Dat is echt ongezien.”

Gisterenavond had ik het met mijn vrouw nog over het feit dat wij vroeger al een paar keer – binnen andere contexten – tegen elkaar zeiden dat we eigenlijk tot een generatie behoren die nog niks ernstigs meegemaakt heeft. Wij hebben geen enkele oorlog of natuurramp meegemaakt. Wel, het zou weleens kunnen zijn dat wat er nu bezig is, écht een voor en een na zal inhouden.

Wij hebben eigenlijk in het merendeel van de gevallen als maatschappij een vrij goede reactie op rampen, omdat we ons dan collectief gaan samen zetten om te proberen die problemen op te lossen. Dat valt vrij sterk op. Het belangrijkste verschil is dat de vijand nu langs binnen zit. Geen externe toestand, zoals een aardbeving of een andere natuurramp. Nee, het virus zit in ons, dus we kunnen niet te rade gaan, we kunnen niet samen gaan zitten om het samen op te lossen. Dat maakt het wel een flink stuk lastiger.

Heeft u nog tips voor mensen in quarantaine?

“Stel je eens die vraag: wat mis ik écht? Wat heb ik écht nodig? En ook: wat krijg ik door deze situatie cadeau?”

Ik ben niet echt de man van de tips, nooit geweest. Maar ik zou zeggen: gebruik deze inderdaad onverwachte vrije tijd om jezelf eens de vraag te stellen waar je je echt goed bij voelt. Wat je nu mist en wat je zou willen doen. Dan heb ik het natuurlijk niet over de banale dingen, zoals shoppen en dat soort toestanden, want dat is eigenlijk meer iets wat ik reken onder de hedendaagse vervreemden. Iets wat ons opgelegd is, maar wat niet echt bij ons hoort. Stel je de vraag waar je je echt goed bij voelt. En dat is een vraag, denk ik, die voor veel mensen niet zo eenvoudig te beantwoorden is. Voorbij de banale antwoorden, want die krijg je natuurlijk eerst. Op café gaan, gaan shoppen, … Als dit voldoende lang duurt, gaan we ontdekken wat we echt missen, en dat is heus geen wc-papier. Er zijn wel andere dingen die we missen. Dus stel je eens die vraag: wat mis ik écht? Wat heb ik écht nodig? En ook: wat krijg ik door deze situatie cadeau? Die tijd, die stilte, een stukje vertraging. Daar hebben we het nog niet over gehad, maar alles wordt plots een flink stuk trager. En dat doet ook wel deugd.

Wat is het ergste aan deze crisis?

Het ergste is hoogstwaarschijnlijk de onzekerheid. Wij zijn wezens die eigenlijk de zekerheid nodig hebben. We willen duidelijke antwoorden. Dat zie je ook iedere keer tijdens de interviews in het nieuws, waarbij de reporter de deskundige per se wil verplichten tot het geven van duidelijke antwoorden. Die expert is net expert omdat hij geen duidelijke antwoorden kan geven en dat ook heel goed beseft. We willen weten hoelang dit nog gaat duren en wat de effecten zullen zijn. Het wetenschappelijke antwoord erop is dat we het simpelweg niet weten. Die onzekerheid, daar houden wij niet van. Wij hebben echt wel duidelijke antwoorden nodig. En het risico is natuurlijk dat fake news langs alle kanten de kop zal opsteken. Dat er zondebokken zullen gezocht worden. En gevonden. Als je zoekt, dan vind je ze wel. Dus dat is wel een risico, ja.

Elk nadeel heeft zijn voordeel: ook de coronacrisis?

“Ik hoop dat we nu een definitieve omslag zullen maken naar thuiswerken.”

Een van de voordelen bij wat dan toch uiteindelijk bijna een ramp kan genoemd worden, is de stilte die we op dit ogenblik meemaken. Ik heb het hier nog nooit zo stil geweten als nu. Ik hoop, omdat dat in menig opzicht een verbetering zou zijn, op veel verschillende vlakken, dat we nu een definitieve omslag zullen maken naar thuiswerken. Door de aard van werk, is het zo dat vandaag denk ik meer dan de helft van de mensen makkelijk een paar dagen per week kan thuiswerken. Alleen werd die omslag naar mijn aanvoelen nog veel te weinig gemaakt, omdat er om een aantal redenen weerstand tegen was. Wel, dit zou nu weleens gevoelig kunnen veranderen en dat is op heel veel vlakken goed. Het maakt rustiger, we zullen minder files hebben. Ik hoorde van iemand dat hij nu per week vijftien uur winst heeft. Hij stond drie uur per dag in de file, ’s morgens en ’s avonds. Dat is vijftien uur per week dat je dus plots tijd vrij krijgt. Natuurlijk moet je dan wel voor je kinderen zorgen, maar dat lijkt me toch een stuk aangenamer dan vijftien uur in de file te staan.

(Goh, na meer dan drie weken tussen vier muren met vier klinkt vijftien uur stilstaan, alleen, plots toch een tikkeltje aanlokkelijk. #moederwezen, met de nadruk op moe.)

Zorgt de quarantaine straks voor psychische problemen?

Dit is niet gezond. Gezond in de betekenis van mentale hygiëne. En dit zal sporen nalaten, zonder twijfel.”

Die zijn er nu al, hé. De mensen twijfelen nu al. Kijk, het is zo dat uit hoofde van de manier waarop de maatschappij geëvolueerd is de voorbije pakweg twintig, dertig jaar, wij een steeds verregaandere vorm van individualisering hebben doorgemaakt. En individualisering betekent voor een niet gering aantal mensen eenzaamheid. Het feit dat daar nu nog eens die maatregelen op vlak van verplicht afstand houden, de ophokplicht, om het even oneerbiedig uit te drukken, bovenop komt, maakt dat die eenzaamheid nog een flink stuk toeneemt. En dit is echt niet gezond. Gezond in de betekenis van mentale hygiëne. En dit zal sporen nalaten, zonder twijfel. Laat ons zeggen dat ik dit toch wel vrij belangrijk vind, omdat het grotendeels onzichtbaar blijft, terwijl ik ervan overtuigd ben, om meerdere redenen, dat het wel uitdrukkelijk aanwezig is en alleen maar zal toenemen.

Voor wie is deze quarantaine het zwaarst?

De groep voor wie dit het moeilijkste is, dat zijn pakweg de jongeren tussen veertien en vijfentwintig. Door hun leeftijd willen die normaal gezien naar buiten, hun leeftijdsgenoten opzoeken, rondhangen, allerlei dingen samendoen. Die zitten nu bij wijze van spreken opgesloten in hun huis. Voor die groep zal het zeer zwaar zijn. Gelukkig is dat natuurlijk ook de generatie die heel sterk digitaal bezig is en die ook in het beste geval de toestellen heeft om met elkaar in contact te blijven. Maar het zal effecten hebben, en voor hen is het denk ik het zwaarst om te dragen.

Wat heeft u verrast tijdens deze quarantaine?

Dat vanuit de overheid eigenlijk heel snel een keuze gemaakt is ten voordele van de volksgezondheid. Je ziet toch dat voorbije regeringen, in het meervoud, want het is niet alleen de vorige regering, maar alle vorige regeringen, gaandeweg opgeschoven zijn in de richting waarin het enige wat voorrang kreeg, de economie was en de groei en noem maar op. Alle klassieke, nee eigenlijk al de hedendaagse zaken die primeerden ten kosten van … Dat verhaal hoef ik niet te vertellen, dat heb ik al vaak genoeg verteld. En dan zie je plots dat op het ogenblik dat deze crisis zich voordoet, op relatief korte tijd het merendeel van de landen, toch in West-Europa, de keuze gemaakt heeft om de volksgezondheid voorrang te geven.

Je kan ook een soort waterscheiding, maken. Je ziet dat de landen die het neoliberaalst georganiseerd zijn, zoals Groot-Brittannië, Nederland en Amerika, dat niet doen of veel later doen of daar een veel grotere aarzeling bij hebben. Met één grote uitzondering: Zweden. Ik heb niet direct een verklaring waarom Zweden die omslag niet gemaakt heeft. Ik heb er ook weinig over gelezen, moet ik zeggen. Nu, dat er ondertussen toch een soort bekommernis komt rond die economie, kan ik heel goed begrijpen. Want op een bepaald ogenblik hebben we dat economische luik ook wel nodig. Er moeten een aantal dingen blijven functioneren. We zullen eens moeten nadenken of mensen die daar meer kennis van zaken over hebben dan ikzelf, zullen moeten nadenken hoe we die twee kunnen verzoenen met elkaar. Maar zoals collega Van Ranst nog op televisie zei: zelfs in die oefening moet het zo zijn dat de volksgezondheid blijft primeren.

Voor welke uitdaging staat het onderwijs? 

We moeten opletten dat die waterval nu niet plots een reusachtige waterval wordt, waardoor nog veel minder kinderen uit de zwakke groep uit de boot vallen.”

 Als we spreken over hoger onderwijs, dan is online-onderwijs perfect denkbaar, tenzij natuurlijk voor de practica en de laboratoriumzaken. Maar voor het onderwijs op het niveau van kinderen en scholieren in het middelbaar zullen we eens grondig moeten nadenken hoe we dat aanpakken. Dat zal zich op twee aspecten tonen: Welke nieuwe leerstof kunnen we die kinderen nog voorschotelen? Want niet alles is even essentieel, laat ons wel wezen. En ten tweede: er is toch wel een groep die niet beschikt over die digitale mogelijkheden. Hoe kunnen we het digitale op een dusdanige manier organiseren dat we zeker die sociaal zwakkere groep ook bereiken? Want anders zal die nog veel meer uit de boot vallen dan nu al het geval is. Het is geen toeval dat wij ons onderwijs als een watervalsysteem benoemen. Daar valt ook wel een en ander over te vertellen. We moeten opletten dat die waterval nu niet plots een reusachtige waterval wordt, waardoor nog veel minder kinderen uit de zwakke groep uit de boot vallen.

Wat leest u op dit moment?

Ik heb bijna onmiddellijk, toen de omvang van de coronacrisis duidelijk werd, teruggegrepen naar twee klassiekers en heb een derde besteld die ik nog niet gelezen had. De eerste klassieker, dat zal iedereen ongeveer wel gedaan hebben, neem ik aan, is La peste van Camus. Het is de moeite waard om het eens te herlezen. Je kan het boek trouwens gratis in pdf-versie downloaden van het net, want de auteursrechten zijn vervallen.

Een tweede boek, dat waarschijnlijk een stukje minder bekend zal zijn omdat het geen deel uitmaakt van de grote literatuur, maar dat terzelfdertijd toch wel vaak gelezen werd, is een sciencefictionboek van John Wyndham, met als titel The day of the triffids. Ik heb eventjes opgezocht op het net: er bestaat een Nederlandse vertaling die honderd keer herdrukt werd. Het boek dateert van eind jaren vijftig, denk ik. Daar heb je ook een soort natuurramp, een combinatie van twee dingen: bijna alle mensen wereldwijd worden blind door een komeet waar ze naar gekeken hebben, en tegelijkertijd is er in die periode een soort grote struik of plant die men kweekt voor olieproductie maar die is zeer giftig en kan zich bovendien traag voortbewegen. Dat zijn de triffids, en die ontsnappen. Je kunt het je al voorstellen: blinde mensen en vleesetende planten. Het klinkt – hoe zou ik het uitdrukken? – banaler dan ik het voorstel, maar het is geen slechte roman.

En dan heb je natuurlijk Saramago, De stad der blinden. Ik vermoed dat Saramago wel eens zijn inspiratie bij Wyndham zou kunnen gehaald hebben, want ook daar gaat het over een wereld van blinden. Saramago heb ik nooit gelezen. Ik heb het besteld, maar het komt niet toe op dit ogenblik (lacht), dus ik moet nog even wachten om het te kunnen lezen.

(Als ik nog eentje mag toevoegen aan je lockdownleesstapel: Over normaliteit en andere afwijkingen, het jongste schrijfsel van Paul Verhaeghe zelf, is zeker de moeite.)

Welke denker kan een baken zijn in deze tijden?

Misschien is dit ook wel een periode om af en toe eens in te gaan tegen die gedachteloosheid en opnieuw echt te denken.”

Ik ben nu even aan het denken aan Hannah Arendt. Zij heeft natuurlijk ontzettend veel intelligente dingen verteld en geschreven. Een van de zaken waar zij zich heel sterk zorgen over maakte, en dat was dan midden vorige eeuw, was wat zij benoemde als de gedachteloosheid. Dat mensen niet meer nadachten, dat ze zich lieten leven door wat toen nog maar het begin van het consumentisme was. Waarbij allerlei nieuwe behoeften opgesolferd werden. Zij hield een heel sterk pleidooi om die gedachteloosheid zo veel mogelijk tegen te gaan, om ons zo veel mogelijk bewust te worden van het feit dat we af en toe toch ook eens bewust moeten nadenken. Zij had die gedachteloosheid meegemaakt in de jaren dertig. Ze had gezien waartoe dat aanleiding gegeven had. Als we zomaar meegaan met de stroom, met datgene wat ons van alle kanten voorgehouden wordt, dan is dat ronduit gevaarlijk. Dus misschien is dit ook wel een periode om af en toe eens in te gaan tegen die gedachteloosheid en opnieuw echt te denken.

 

Zin in meer appels voor je brein?

 

Tot schrijfs

Lynn

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!