Prikbord vol berichtjes.
Bron: PxHere
Opinie -

Platformeconomie zet iedereen in de uitverkoop

Het is zo simpel: vanaf een platform (niet meer dan een website) breng je vraag en aanbod samen. Het platform is de markt waarop de klant rechtstreeks een bepaald product of dienst bij de aanbieder betrekt. Maar de meeste en grootste platformen zijn nu kapitalistische multinationals met grote gevolgen voor de werkgelegenheid, de regelgeving en de ruimtelijke ordening.

donderdag 19 maart 2020 19:16
Spread the love

Het is zo simpel: vanaf een platform (niet meer dan een website) breng je vraag en aanbod samen. Het platform is de markt waarop de klant rechtstreeks een bepaald product of dienst bij de aanbieder betrekt. Meer is er niet nodig bij dit business model. Inmiddels heeft de platformeconomie een hoge vlucht genomen. Denk maar aan Airbnb, Amazon, Bol.com, Booking.com, Uber en Zalando.

Platformen zijn zo succesvol omdat ze grote groepen aanbieders en vragers bij elkaar brengen en de keuze aan producten en diensten vergroten, ze intensiveren de concurrentie waardoor de prijzen dalen. Sommige platformen zijn begonnen als sympathieke initiatieven zonder winstoogmerk. Je ruilt een kamer of je deelt je spullen met anderen. Maar de meeste en grootste platformen zijn nu kapitalistische multinationals met grote gevolgen voor de werkgelegenheid, de regelgeving en de ruimtelijke ordening.

Perverse mobiliteit en sociale verdringing

Hoe digitaal en virtueel ook, de platformeconomie heeft grote gevolgen op ruimtelijk gebied. Meer en meer zelfstandigen in stadcentra sluiten hun deuren. We kunnen immers bijna alles vanuit onze luie zetel elektronisch bestellen en hoeven de deur niet meer uit. We gaan nog naar een schoenenzaak om een paar te passen en bestellen het later goedkoper via een platform. Bestelwagens rijden af en aan om pakjes te bezorgen. In 2018 werden in ons land maar liefst 222 miljoen pakjes besteld, zo’n 20 per persoon. Een trend die nog versterkt wordt doordat 70 procent van de bestellingen geretourneerd wordt. Vanuit ecologisch perspectief leidt de platformeconomie tot een perverse mobiliteit.

Maar hier stopt het niet, de platformeconomie leidt ook tot sociale verdringing. In de stadscentra van bijvoorbeeld Amsterdam, Barcelona en Londen staan het hele jaar complete straten te huur op platformen. Kamers verhuren aan toeristen levert nu eenmaal veel meer op dan aan studenten of mensen met lage inkomens. Rijke mensen kopen complete panden en betalen hun hypotheek af door de kamers te verhuren. Hotels kunnen vaak niet concurreren met de aangeboden kamers, want anders dan Airbnb moeten zij zich houden aan allerlei overheidsvoorschriften.

Het sociaal weefsel is aan flarden, nu veel straten in de binnensteden alleen nog kort verhuurd worden aan een steeds veranderende verzameling toeristen. Inmiddels mogen in veel steden kamers maar een beperkte periode via platformen verhuurd worden en is er controle of kamers voldoen aan de veiligheidseisen. Toch is deze ontwikkeling zo snel gegaan dat ze niet zo snel terug te draaien is. Jarenlang overleg tussen de overheid, Airbnb en Booking.com heeft in Amsterdam alvast weinig opgeleverd.

Parasitaire platformen

Een bedrijf als Airbnb vraagt zowel aan de huurders (3 procent) als aan de verhuurders (6-12 procent van het betaalde bedrag) een bijdrage. Het bedrijf maakt winst op de transactie, zelf produceert het zo goed als niets, het creëert alleen een platform waar huurders en verhuurders elkaar ontmoeten. Kosten heeft Airbnb nauwelijks. Logisch, want ze zijn niet onderhevig aan de huurwetgeving of de veiligheidsvoorschriften waaraan hotels moeten voldoen.

Bovendien zoeken huurders en verhuurders elkaar uit eigen beweging op, promoten zichzelf en controleren elkaar. Huurders en verhuurders doen het echte werk, de medewerkers van Airbnb faciliteren hun relatie alleen maar. Kortom, de platformeconomie parasiteert op de interactie tussen de leden die actief zijn op het platform en schept naar verhouding weinig nieuwe banen.

Flexwerk in plaats van vast werk

Er is de afgelopen jaren veel (vast) werk verloren gegaan en het eindpunt van deze ontwikkeling is nog niet in zicht. Veel zaken kunnen we nu door de digitalisering zelf op een platform voor elkaar krijgen. Fotoalbums kun je rechtstreeks via een platform maken, je hoeft er niet voor naar een fotograaf. Reizen boek je elektronisch, je hoeft er niet voor naar een reisbureau. Je plaatst je cv op een vacaturebank, zonder tussenkomst van een uitzendbureau. Wie gaat nog naar de bank?

Velen vinden een baantje op een website en zien het als een leuke bijverdienste. Maar zo onschuldig is het niet als die klussen ten koste gaan van reguliere banen. Misschien verdwijnen vaste banen en worden we allemaal zelfstandigen. Iedereen ondernemer! Straks zitten we allemaal thuis op een schermpje te staren naar de platformen waarop we actief zijn. In zo’n flexibele samenleving is echt contact niet de bedoeling.

In elk geval stijgt het aantal flexwerkers zienderogen. In de meeste Europese landen bedraagt flexwerk nu tussen de 15 en 30 procent van de werkgelegenheid. In België gaat het om 22 procent (14 procent zelfstandigen en 8 procent tijdelijken) en in Nederland maar liefst 33 procent (15 procent zelfstandigen en 18 procent tijdelijken). Een andere indicatie is dat van de bijna 600.000 kmo’s in Vlaanderen zowat 86 procent niemand in dienst heeft, het zijn eenmanszaken van consultants, freelancers en zelfstandigen.

Precarisering

In de platformeconomie zijn arbeidscontracten vaak tijdelijk en deeltijds, zodat werknemers contracten bijeen moeten sprokkelen om een redelijk inkomen te verdienen. De arbeidstijden van verschillende contracten sluiten zelden op elkaar aan met onregelmatige werktijden tot gevolg. Nachtwerk moet kunnen want 40 procent van de Belgen shopt ’s avonds en ’s nachts online. Steeds staan flexwerkers voor de “uitdaging” om hun arbeid te plannen en nieuw werk te zoeken. Er is geen comfortzone. Velen vinden het stresserend en zo’n 80 procent verkiest een vaste baan.

Juist door hun gebrekkige, onvolledige en kortdurende contracten is ook de sociale zekerheid van flexwerkers beperkt, je bouwt immers geen rechten op. Het minste wat je kunt zeggen, is dat de platformeconomie nauwelijks bijdraagt aan de sociale zekerheid en alle risico’s bij de flexwerkers legt.

Flexwerk erodeert de reguliere arbeidsmarkt. De toename van het flexwerk gaat niet alleen ten koste van het aantal vaste banen, het leidt er ook toe dat de arbeidswetgeving steeds meer vormen van flexibiliteit toelaat of vergemakkelijkt, zoals de Wet Peeters.

Race to the bottom

Volgens ondernemers is flexwerk noodzakelijk: de arbeid van de toekomst vraagt steeds meer flexibiliteit. Ondernemers moeten zich kunnen aanpassen aan steeds sneller veranderende markten en dus veranderen ook hun arbeidsbehoeften steeds sneller. Bovendien verlost flexwerk ondernemers van lastige vakbonden en stakingen. We zien dan ook dat in Nederland met de opkomst van het flexwerk het vakbondslidmaatschap is afgenomen. Ten slotte laten tegendraadse en uitgebluste werknemers zich snel en goedkoop zonder opzeggingsvergoeding vervangen.

Maar er gaan in Nederland ook stemmen op dat het flexwerk te ver is doorgeschoten. Zo’n 1 miljoen flexwerkers zou voldoende zijn, de rest komt door imitatie: als een bepaald bedrijf ermee begint, gaan zijn concurrenten het ook doen. Vaste banen worden omgezet in flexibele, van het omgekeerde is maar zelden sprake. Flexwerk is dus geen opstap naar een vaste baan, je kunt jaren van nepstatuten moeten leven. Het grote gevaar is de race to the bottom: er komen steeds meer flexjobs en de meest flexibele en goedkoopste kandidaat krijgt de job.

Een ontwikkeling die nog versterkt wordt, doordat platformen zich van landsgrenzen weinig aantrekken. Er zijn al sites waar informatici wereldwijd concurreren om bepaalde IT-diensten aan te bieden. Digitalisering, globalisering en platformeconomie gaan hand in hand. Het resultaat is een neerwaartse spiraal van steeds meer concurrentie en steeds slechtere arbeidsvoorwaarden. Vakantiedagen en -geld? Gezondheidszorg? Daar moet je zelf voor zorgen. Behalve de arbeidsvoorwaarden staan ook andere regels, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en productkwaliteit, onder druk. Vrijhandelsakkoorden als TTIP, waarin regelgeving vooral als een handelsbelemmering wordt opgevat, zullen de platformeconomie nog verder aanjagen.

En zo zijn we met de platformeconomie weer terug in de 19de eeuw: we worden weer per uur, stuk of dienst betaald. We staan op een platform zoals we vroeger aan de poort van een fabriek stonden te wachten op werk. Wat is een platform anders dan een prikbord vol baantjes?

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!