De politieke crisis in Nicaragua begon in april 2018, toen een hervorming in het pensioenstelsel leidde tot een volksopstand tegen president Daniel Ortega. Natuurlijk ging hier meer aan vooraf, zoals woede over corruptie en oneerlijke verkiezingen. Anderhalf jaar later worden protesten tegen zijn regime nog steeds hard neergeslagen. Inmiddels zijn tussen de 325[2] en 535[3] mensen vermoord.
Dit is vergelijkbaar met het aantal dodelijke slachtoffers bij anti-regeringsprotesten in Venezuela, maar kijkend naar de vijf keer kleinere bevolking in Nicaragua behoort de crisis in Nicaragua tot een van de ergste mensenrechtencrises die Latijns-Amerika in decennia heeft gezien. Naast dodelijke slachtoffers zijn duizenden Nicaraguanen gewond geraakt en zijn honderden mensen gevangengenomen. Velen hebben Nicaragua ontvlucht.
Buurland Costa Rica is de belangrijkste bestemming voor deze Nicaraguaanse vluchtelingen. Hoeveel er precies zijn gevlucht naar Costa Rica is onduidelijk. Sinds april 2018 hebben ten minste 55.000 Nicaraguanen een vluchtelingenstatus aangevraagd in Costa Rica.[4] Geschat wordt dat het aantal zelfs tussen de 70.000 en 80.000 ligt.[5] Onder de vluchtelingen zijn studenten, mensenrechtenverdedigers, journalisten en artsen die gewonde demonstranten hebben geholpen.
Dit is een groot contrast met de Nicaraguaanse arbeidsmigranten die van oudsher naar Costa Rica verhuisden voor een ‘beter leven’ en die vooral werken in de landbouw, schoonmaak en constructie. Terwijl deze arbeidsmigranten zelf de keuze maakten en de verhuizing konden voorbereiden, werden veel Nicaraguanen nu gedwongen hun land op stel en sprong te verlaten nadat het geweld losbarstte in april 2018. Ze vertrokken met alleen de kleren die ze op dat moment aanhadden.
Het leven na de vlucht
Wat gebeurt er wanneer je als Nicaraguaan alles hebt moeten achterlaten en aankomt in Costa Rica? Het leven in Costa Rica is een enorm contrast: terwijl de vluchtelingen in Nicaragua nog studeerden of werkten, is de meerderheid nu werkloos. Hoewel beide landen Spaanstalig zijn, lijkt het spreken van dezelfde taal geen voordeel te bieden bij het vinden van werk of het inschrijven voor een opleiding. Wat deze situatie extra lastig maakt, is dat het leven in Costa Rica veel duurder is. Costa Rica staat niet voor niets bekend als “het Zwitserland van Centraal-Amerika’’. Hierdoor zijn Nicaraguanen snel door hun spaargeld heen en hebben ze moeite om zichzelf te onderhouden. Een voorbeeld is Sebastián[6]:
‘Ik moest huilen van de honger.
Ik had niets om te eten en ik huilde omdat
ik niet eens 500 Colones (€0,79) had
om een mango te kunnen kopen.’
Gevluchte Nicaraguanen willen dan ook zo snel mogelijk aan het werk in Costa Rica. Banen liggen echter niet voor het oprapen door de hoge werkloosheid. Daarnaast worden Nicaraguaanse opleidingen vaak niet erkend in Costa Rica, waardoor veel Nicaraguanen op zoek gaan naar andere functies, zoals afwasser of bakker. Hierbij lopen ze tegen een volgende hindernis op, want zo’n baan krijg je niet zomaar in Costa Rica. Je hebt namelijk voor bijna elke functie een certificaat nodig, zelfs als afwasser. Zulke certificaten zijn in Nicaragua niet nodig en kosten geld, maar eenmaal in Costa Rica volgen veel Nicaraguanen een cursus. Op die manier kunnen ze een eigen bedrijfje beginnen of ergens in dienst treden, bijvoorbeeld als afwasser of keukenhulp. Wat het nog lastiger maakt om een baan te vinden is dat Nicaraguanen met xenofobie en discriminatie te maken hebben in Costa Rica.
Het heft in eigen handen om te (over)leven
Is alles dan verloren in het aankomstland? Integendeel, Nicaraguaanse vluchtelingen hebben een enorm doorzettingsvermogen en zijn vechters. Ze komen dan ook met eigen initiatieven om hun situatie te verbeteren. Een aantal artsen die graag aan de slag willen in Costa Rica bundelen bijvoorbeeld hun krachten en zijn bezig om een gezondheidskliniek op te richten. Vluchtelingen zouden hier veel baat bij hebben, aangezien velen zorg nodig hebben maar geen toegang hebben tot de reguliere gezondheidszorg. Anderen komen met kleinschalige initiatieven, zoals Juanita die zakjes chips in bulk inkoopt en vervolgens op straat verkoopt. Of zoals Ronny, die schoenen inkoopt vanuit Nicaragua en deze online verkoopt in Costa Rica. Deze schoenen worden door vrienden in Nicaragua gevuld met medicijnen, waarvan hij een deel verkoopt in Costa Rica. Met deze kleine beetjes proberen zij rond te komen. Toch staan ze nog steeds vaak voor de keuze: of eten, of huur betalen.
Hulp uit verschillende hoeken.
Het is duidelijk dat recent gearriveerde Nicaraguanen hulp nodig hebben, maar krijgen ze die ook? Van februari tot juni 2019 was ik in San José om erachter te komen welke hulp recent gearriveerde Nicaraguanen ontvangen van familie en vrienden, de overheid en verschillende organisaties
Het gebrek aan beschikbare ondersteuning vanuit de overheid was voor mij de grootste eyeopener. Door het grote aantal binnenkomende vluchtelingen kan geen toereikende ondersteuning worden geboden. Vanuit instanties als de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, hoeven ze ook niet veel ondersteuning te verwachten. Nicaraguaanse vluchtelingen die noodgedwongen om hulp vroegen, werden meestal op een wachtlijst geplaatst of hun verzoek werd direct afgewezen. Eén van de personen die op een wachtlijst werd geplaatst is Georgiana. Zij vluchtte samen met haar dochter van 16 jaar en woont sinds september 2018 in Costa Rica:
‘We staan op een wachtlijst,
maar de levensbehoeften wachten niet.
Ik bedoel: je hebt honger, je moet eten,
je moet je aankleden, je moet je wassen…’
Door wachtlijsten en afwijzingen hebben deze organisaties een slechte reputatie onder de Nicaraguaanse vluchtelingen. Ook heerst er onvrede omdat de personen die wel worden geholpen vaak relatief veel steun ontvangen. Zo kreeg een kennis van Georgiana hotelovernachtingen, een appartement voor zes maanden én drie maanden financiële hulp.
Een aantal kleinere organisaties biedt ondersteuning op diverse vlakken. Een voorbeeld is de Nicaraguaanse Associatie. Mits de financiering dit toelaat, helpen zij met papierwerk en cursussen, zorgen voor dekens en jassen, en huren appartementen voor zes Nicaraguaanse families. Ook bieden zij gratis de cursus ‘voedselveiligheid’ aan, waarmee deelnemers na afronding hun eigen bedrijfje kunnen opzetten of bijvoorbeeld als afwasser of bakker in een bedrijf aan de slag mogen.
De kracht van sociale netwerken
Waar ondersteuning vanuit de overheid zeer beperkt is, kunnen sociale netwerken dit deels opvangen. Dit zijn netwerken van mensen of groepen mensen die met elkaar zijn verbonden. Een sociaal netwerk kan bijvoorbeeld bestaan uit familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en buren. De meeste steun die Nicaraguaanse vluchtelingen ontvangen, komt vanuit sociale netwerken. Ze helpen bijvoorbeeld met eten, kleren, accommodatie en (tijdelijk) werk.
Zo helpen Nicaraguanen die al langer in Costa Rica wonen vaak met een slaapplaats: sommige Nicaraguaanse vluchtelingen hebben familie bij wie ze een tijdje kunnen slapen. Een Nicaraguaanse zakenman die al een aantal jaar in Costa Rica woont heeft drie opgericht, waar hij vluchtelingen voorziet van onderdak en maaltijden.
Wat als je nog niemand kent op de nieuwe bestemming? Velen maken de reis naar San José in hun eentje. Waar contact met Costa Ricanen lastig is door xenofobie en discriminatie, ontstaan er onder de recent gearriveerde Nicaraguanen veel nieuwe vriendschappen. De manier waarop die nieuwe vriendschappen ontstaan gaat net iets anders dan bij Nederlanders op de vrijdagmiddagborrel. Sebastián deelde zijn ervaring:
‘Als je op straat een andere Nicaraguaanse
tegenkomt die zich in dezelfde situatie bevindt,
ook al ken je elkaar niet,omhels je elkaar
en zing je het Nicaraguaanse volkslied.’
Nicaraguanen in San José zoeken elkaar direct op. Ze weten waar ze hun landgenoten kunnen ontmoeten: park La Merced. Dit park staat bekend om het enorme aantal Nicaraguanen dat daar samenkomt. Vanuit dit park kunnen ze elkaar helpen. Mevchoway verhuisde in mei 2018 naar Costa Rica en komt naar La Merced om brood uit te delen aan andere Nicaraguanen. Ook heeft hij een dakloze Nicaraguaan uit dit park een tijdje in zijn huis laten slapen.
Wat kunnen wij leren van Nicaraguanen?
Nicaraguaanse vluchtelingen laten zien dat het leven na de vlucht niet makkelijk is, maar ze laten ook zien dat Nicaraguanen zich enorm inzetten voor elkaar. Deze relaties brengen veel ondersteuning en zijn dan ook essentieel voor Nicaraguaanse vluchtelingen in Costa Rica. Het kleine beetje wat ze hebben, delen ze met elkaar.
De Nicaraguaanse vluchtelingencrisis biedt genoeg stof tot nadenken voor welvarende Nederlanders. Zouden wij op dezelfde manier voor elkaar klaar staan? Wat als wij gedwongen ons land moeten verlaten? Wie zouden wij dan om hulp vragen? Nicaraguaanse vluchtelingen laten zien dat vriendschappen heel belangrijk zijn. Misschien kunnen we hun verhalen aangrijpen als een uitnodiging om te investeren in onze eigen sociale netwerken.
Evi Vogel (1994) studeerde International Development Studies en woont in Utrecht. Ze zet zich graag in voor een duurzamere en eerlijkere wereld. Haar interesse in migratievraagstukken werd aangewakkerd toen zij vrijwilligerswerk deed bij vluchtelingenkampen in Libanon. Voor haar masterscriptie richtte zij zich op recent gearriveerde Nicaraguaanse vluchtelingen in Costa Rica.