Je strijdt tegen de schending van mensenrechten in Burkina Faso, bijvoorbeeld rond de gevolgen van goudmijnbouw. Wat betekent dat?
Bij mijnbouw eigenen multinationale ondernemingen zich grond toe en jagen ze de dorpelingen weg, met medeplichtigheid van de Burkinese regering. Hierbij worden verschillende rechten geschonden: het recht op een behoorlijke woonst, het recht op een gezonde omgeving, het recht op veiligheid en het recht op gezondheid.
Als de bevolking zelf goud vindt op haar grond, dan is ze daar fier op. Het geeft de mensen een kans om inkomsten te verwerven. Maar dan neemt de Burkinese staat de grond en de exploitatierechten af, ten voordele van een multinational of van Burkinese mijnbedrijven. Bij ontginning moet zo’n bedrijf een percentage besteden aan de ontwikkeling van de lokale bevolking, maar dat gebeurt niet. Het is telkens een strijd om dit recht te bekomen.
Zoals in het dorp Kokoufanou, waar de inwoners in 2014 goud vonden en begonnen met de ontginning. Een privé-exploitant kwam langs, kreeg steun van de autoriteiten en gaf de mensen drie dagen de tijd om hun dorp te verlaten. Toen dat niet gebeurde, joegen gewapende krachten de bewoners weg, mishandelden jongeren en staken de huizen en winkeltjes in brand. De mensen verloren alles, hun huis, hun bezittingen, de school, de voorraden, hun mogelijkheden voor levensonderhoud. ODJ heeft de situatie in Kokoufanou uitgebreid gedocumenteerd.
Er zijn veel van dergelijke voorbeelden in Burkina Faso. In de provincie Yagha had het mijnbedrijf Somika de lokale bevolking tot slaaf gemaakt op hun eigen grond. Enkele jaren kwam er tegenstand, waarbij vijf activisten van onze organisatie werden vermoord. Maar door het verzet moest het bedrijf uiteindelijk toch uit de streek vertrekken.
Wat doen de jongeren van ODJ?
ODJ, of Organisation Démocratique de la Jeunesse, is een organisatie van strijd. Ze brengt de jongeren van Burkina Faso samen, verdedigt hun socio-economische, morele en politieke rechten en engageert zich in de strijd van de bevolking voor echte maatschappelijke verandering. ODJ organiseert de mensen, zodat ze hun rechten kennen en de krachten kunnen bundelen om op te komen voor die rechten en voor een beter leven.
We stellen vast dat de vrijheden in onze samenleving onder het huidige regime beperkt worden: de vrijheid om ons uit te drukken, de vrijheid om ons te organiseren, de vrijheid om te manifesteren. Daar zijn concrete voorbeelden van, zoals het verbieden van betogingen tegen het plunderen van onze grond of tegen het imperialisme.
Zijn jullie zelf democratisch georganiseerd?
We doen alles samen. Dat is ons eerste principe, onze gids. We zijn een grote organisatie met meer dan 30.000 leden verspreid over alle lokaliteiten en provincies van het land. Alle informatie moet van het lokale niveau opstijgen tot het nationale en omgekeerd. Iedereen doet mee, iedereen krijgt het woord op onze hoorzittingen en vergaderingen.
Ook vrouwen hebben een gelijke plaats in de organisatie. We lijden allemaal onder dezelfde situaties, of je nu man bent of vrouw, ook op gebied van onderwijs en gezondheid. Iedereen moet zich dus ook mengen in de strijd. Vrouwen laten participeren is niet zo gemakkelijk. Ze voelen zich vaak ondergeschikt aan de man. Zo zit onze samenleving in elkaar. We werken eraan om hen te sensibiliseren, bewust te maken van de uitbuiting en te motiveren om samen de strijd aan te gaan.
Hoe reageert de overheid op jullie acties?
Onze activisten worden bedreigd. Op 31 mei dit jaar vonden opnieuw twee van onze kameraden de dood in Yagha, onder verschrikkelijke omstandigheden. Ze waren onderweg naar Sebba om met de regionale autoriteit te spreken over een reeks sociale problemen zoals onderwijs, gezondheid en stijgende levensduurte. De provincie Yagha is rijk aan grondstoffen, de multinationals zijn er aanwezig en bovendien is er nu ook terrorisme. Machtshebbers profiteren van de onveiligheid en de aanwezigheid van terrorisme en organiseerden de moord op onze kameraden. Het openbaar ministerie weigert een autopsie uit te laten voeren, ondanks de vragen van de familie en van ODJ.
Zijn jullie niet bang?
Angst is een menselijk gevoel, maar je moet ertoe komen om dat te overstijgen. In een strijd zoals de onze grijpt de vijand naar de wapens. Dat betekent dat hij banger is dan jij. Dan is het beter om de strijd verder te zetten zodat de vijand, die bang is en zelfs de wapens opneemt tegen jou, op een dag zou vallen.
Wij praten dus niet echt over angst. Dat stadium zijn we voorbij. Toen ik in de moederschoot zat, was ik bang dat mijn moeder de bevalling misschien niet zou overleven. Zou dat niet dramatisch geweest zijn voor haar? Maar goed, ik ben geboren en je kan geen tweemaal sterven. Dus de angst, die moet je overstijgen.
Hoe belangrijk is internationaal partnerschap voor jullie?
We kennen zowel onderdrukking binnen Burkina Faso als onderdrukking van buitenaf. Dat gebeurt ook elders in de wereld. Burkina Faso is zogenaamd onafhankelijk sinds 1960, maar dat is enkel formeel zo. We lijden onder hetzelfde alomtegenwoordige systeem: neokolonialisme en neoliberalisme. Er is internationale solidariteit nodig om ons samen te brengen. Ngo’s zoals Broederlijk Delen kunnen ons steunen door onze problemen internationaal aan te kaarten.
In Burkina Faso ligt de macht bij een kleine minderheid. Zij beschikt over de middelen en weegt op de rest van de bevolking. Die macht werd op haar beurt ingesteld door de koloniale macht, Frankrijk. Rijken kunnen zich in het buitenland laten verzorgen als ze ziek worden. Maar ze laten de plaatselijke bevolking aan hun lot over. De onderdrukking van buitenaf betekent dat Frankrijk zegt dat we onafhankelijk zijn maar de scepter over ons zwaait. Frankrijk is overal aanwezig, dicteert ons beleid en onze economie, profiteert van onze natuurlijke rijkdommen. Zelfs militair zijn ze aanwezig.
Je was hier voor Ecopolis. Een fijne ervaring?
In de media lezen we veel zaken die we niet goed kunnen plaatsen. Op Ecopolis leerde ik heel wat dingen beter begrijpen. Ik kon er zelf getuigen over de uitbuiting in mijn land, ontmoette activisten van hier en uit verschillende andere landen en ik leerde ook hun problemen kennen. Die ontmoeting laat ons toe om onze strijd te bundelen.
Wat is je droom?
Dat op een dag de wereld rechtvaardig en meer gelijk is, een wereld die de mens centraal stelt en niet de winst. Mijn droom is een rechtvaardige samenleving waar de vrijheid bestaat om zich uit te drukken en zich te organiseren, en waar respect voor de mensenrechten een deel is van de realiteit.