‘Het is de bedoeling om met camera’s, ploegen en decorstukken naar het plein te verhuizen en van daaruit uit te zenden’, zegt Michelle Graus van ACOD VRT. Naast de besparingen zouden er ook enkele inhoudelijke beperkingen worden opgelegd die de activiteiten van de VRT verder zouden beperken.
Maar wat betekenen die besparingen nu juist? Bij de beheersovereenkomst van 2012-2016 was er nog sprake van een stijging van 18 miljoen euro, waardoor de dotatie opliep tot een bedrag van 293 miljoen euro. Bij de vernieuwing van de beheersovereenkomst in 2016 kelderde dit bedrag met de komst van een nieuwe minister van Media, Sven Gatz, tot 270 miljoen euro.
Daar bovenop strooide de nieuwe Vlaamse regering nog wat zout in de wonde door 12 miljoen euro meer te besparen, wat kan oplopen tot maar liefst 40 miljoen euro door extra maatregelen. Alsof dit nog niet genoeg was, besliste de Vlaamse regering om nog enkele inhoudelijke beperkingen extra op te leggen. Eén van die restricties is dat de VRT niet meer mag meedingen naar uitzendrechten voor sportwedstrijden. Na het volgende WK in 2022 zal de VRT dus geen wedstrijden van de Rode Duivels meer kunnen uitzenden en verschuiven de rechten hiervoor naar een commerciële speler.
Volgens afspraken met de overheid zou de VRT moeten instaan voor meer diversiteit, pluralisme en educatie. Omdat zij niet volledig afhankelijk is van commerciële inkomsten is er net ruimte voor nichepublieken, iets wat bij de commerciële zenders totaal verloren gaat. Zij staan onder druk van commercialisering en kunnen het zich simpelweg niet permitteren om in te zetten op nichepublieken omdat ze niet winstgevend zijn. Door te snijden in subsidies en de toegestane reclame-inkomsten duwt men de VRT in een benauwd hoekje. Hoe kan een omroep voldoen aan de eisen van een regering die hamert op meer kwaliteit maar tegelijkertijd de halve stekker eruit haalt?
De ironie in dit verhaal is groot: de VRT moet instaan voor kwaliteit maar moet dit met flink wat minder geld gaan doen. Het geld gaan zoeken bij extra reclame-inkomsten is alvast geen optie, want ook daar worden flinke restricties opgelegd. Eén ding lijkt de Vlaamse regering hierbij vergeten te zijn: dat ze sociale verantwoordelijkheid draagt om bepaalde maatschappelijke diensten te waarborgen. Met deze besparingstrend lijkt ze voor deze diensten eerder het graf te delven dan ze te waarborgen.
Ondanks de sociale verantwoordelijkheid die de staat draagt, moet haar inmenging minimaal blijven. Dit geweten, plaatsen we serieuze bedenkingen bij de nieuwe maatregelen die inhoudelijke beperkingen opleggen. De Raad van Bestuur mag dan wel bestaan uit politici van de verkozen partijen, toch zou dit geen invloed mogen hebben op de inhoudelijke aspecten. Het opleggen van inhoudelijke beperkingen botst met het idee van minimale staatsinmenging.
Ook de lijn tussen het opleggen van meer algemene thema’s en inmenging van inhoud is ambigu. Zo wil men dat de VRT meer de Vlaamse identiteit uitdraagt en meer inzet op neutraliteit. En het is net die Vlaamse identiteit die ons doet fronsen. Op zich is er niets verkeerd met het promoten van de eigen identiteit, maar het is de politieke agenda die erachter schuilt waar we vraagtekens bij plaatsen. Deze Vlaamse identiteit wordt namelijk gebruikt als het stokpaardje in het partijprogramma van N-VA. Het promoten van eigen nationalistisch gedachtegoed komt gevaarlijk dicht bij flirten met propaganda. En laat dat nu net regelrecht ingaan tegen die neutraliteit die de Vlaamse regering eist van haar omroep.
Tot slot is een openbare omroep noodzakelijk voor een gezonde democratie: ze heeft een maatschappelijke rol die gewaarborgd moet worden door haar overheid. Toch zijn deze beslissingen genomen na overleg met één CEO, wat in schril contrast staat met de 2.000 personeelsleden en de hele samenleving tout court die aan de VRT verbonden zijn. Misschien is het geen slecht idee om de Vlaamse regering zelf wat meer neutraliteit en verantwoordelijk op te dringen? Meer kwaliteit met minder geld: ik zie de Vlaamse regering het zelf alvast niet doen.