Anderzijds daalt het wereldwijde kolenverbruik en blijft duurzame energie onverminderd groeien. De 57 beoordeelde landen met een hoge uitstoot zijn collectief verantwoordelijk voor 90 procent van de uitstoot. In 31 van die landen worden dalende emissietrends geregistreerd.
De index geeft voorzichtige tekenen van een mondiale ommekeer in emissies inclusief dalend kolenverbruik. Verschillende grote landen duwen echter nog steeds in de verkeerde richting, niet toevallig massaal beïnvloed door een sterke kolen- en olielobby.
“We zien mogelijkheden om een halt toe te roepen aan de stijgende mondiale uitstoot – maar veel is afhankelijk van verdere ontwikkelingen in China en de verkiezingen in de VS. Beide landen staan op een kruispunt”, zegt Ursula Hagen (Germanwatch), een van de auteurs van de index gezamenlijk gepresenteerd door Germanwatch, NewClimate Institute en Climate Action Network (CAN).
België zakt verder weg, van plaats 31 naar een beschamende 35e plaats
Met een 35e plaats dit jaar (met 4 plaatsen achteruit), valt België voor de eerste keer uit de categorie ‘gemiddeld’ om onder ‘zwak’ terecht te komen. Ons land bevindt zich nu ver achter het Europese gemiddelde of zelfs opkomende landen zoals China of India. WWF, BBL en IEW laken het gebrek aan ambitie en het schijnbare onvermogen om de hand aan de ploeg te slaan van de regerende partijen. Ons land slaat met deze ranking een slecht figuur.
Julie Vandenberghe, WWF: “De voorlopig blijvende afwezigheid van een geïntegreerd klimaatbeleid is niet vreemd aan het wegzakken van ons land op de internationale ranking. Maar ook de zeer matige vooruitgang op vlak van energiegebruik en toename van hernieuwbare energie spelen een grote rol in het globale cijfer. En tenslotte dalen de emissies niet snel genoeg.”
Laurien Spruyt, BBL: “De slechte score van ons land is te wijten aan het aanhouden van een hoge uitstoot van broeikasgassen in België (ongeveer 10 tCO2eq/inwoner/jaar), gecorreleerd met een bijzonder hoog energieverbruik. De Europese Commissie heeft ons land ook aangemoedigd om zijn energieverbruik tegen 2030 te verminderen, in plaats van het te verhogen zoals gepland in het ontwerp van het nationale klimaatplan voor energie. De tijd dringt om het Belgische klimaatplan te verbeteren.”
Acht EU-landen met “hoog”, Polen en Bulgarije “zeer laag”
Aangezien geen van de beoordeelde landen zich al op een pad bevindt dat compatibel is met de klimaatdoelstellingen van Parijs, zijn de eerste drie plaatsen van de ranglijst onbezet. Terwijl sommige EU-landen zoals Zweden (4e) – opnieuw de koploper – en Denemarken (5e), een van de beste klimmers, een algemeen hoog of zeer hoge rating behaalt, variëren de prestaties van de EU-landen sterk: acht EU-landen worden als hoog beoordeeld, acht laag en twee heel laag. Bulgarije (49e) en Polen (50e) zijn de slechtst presterende EU-landen, beide met een zeer lage beleidsrating en Polen met lage tot zeer lage resultaten op het gebied van duurzame energie. De ergste EU-speler van vorig jaar, Ierland, heeft zijn positie in de ranglijst verbeterd met zeven plaatsen (41e).
De Europese Unie als geheel staat op de 22e plaats, Duitsland op de 23e plaats (beide “medium”). “De EU is een paar plaatsen naar beneden gegaan maar zou weer hoger kunnen komen als het de aanbeveling van de nieuwe president van de Europese Commissie zou volgen en de emissiereductiedoelstelling van -40% naar -55% tegen 2030 (vergeleken met 1990) zou brengen. Ook zou de EU een langetermijnstrategie moeten hanteren om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken”, zegt Prof. Dr. Niklas Höhne van NewClimate Institute.
Slechts 2 G20-landen leiden de ranglijst, 8 helemaal onderaan
China, de grootste wereldwijde uitstoter, verbetert opnieuw zijn rangorde enigszins naar de 30e plaats (“medium”). China scoort met een zeer goede prestatie voor zijn toegenomen aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de energiemix in de afgelopen jaren en relatief goede beleidsbeoordelingen. De slechte prestaties in emissies en energie-efficiëntie wegen echter nog steeds zwaar. Als China zijn uitgebreide plannen voor nieuwe kolengestookte energiecentrales implementeert, is er een risico op een ernstige terugval naar de onderkant van de ranglijst.
Hoewel slechts twee G20-landen, het VK (7e) en India (9e), in de categorie ‘hoog’ staan, blijven acht G20-landen in de slechtste categorie van de index (‘zeer laag’) zitten. Australië (56e van 61), Saoedi-Arabië en vooral de VS presteren bijzonder slecht – de VS presteert voor de eerste keer het slechtst. Onder de regering Trump wordt de VS in bijna alle categorieën als ‘laag’ of ‘zeer laag’ beoordeeld. In de categorie klimaatbeleid presteerde alleen Australië slechter, met 0 uit 100 mogelijke punten op basis van de beoordeling van klimaatdeskundigen in het land.
“Deze beoordeling toont opnieuw aan dat met name de grote klimaatvervuilers nauwelijks iets doen voor de transformationele verschuiving die we nodig hebben. Om potentieel onomkeerbare klimaatverandering te vermijden moeten we immers de uitstoot sterk verminderen. Indien het aspect verbetering van klimaatfinanciering en steun van rijke landen voor verlies en schade bij armere landen ook zou meetellen in de ranking, dan zouden Europese landen overigens ook veel lager eindigen in de scores”, aldus Dr. Stephan Singer van het Climate Action Network (CAN), mede-uitgever van de CCPI.