Na brandstichting in Bilzen: "Daders alternatief straffen en burgers sterker bij opvang betrekken"
Er is veel creativiteit en energie nodig om mensen op zoek naar internationale bescherming in de beste omstandigheden een goede opvang te geven. Fedasil, het Rode Kruis en andere instanties betrokken bij de opvang kunnen dat niet alleen aan. Hun dagelijkse missie kan maar slagen als zoveel mogelijk burgers betrokken zijn als sympathisant van of vrijwilliger in de opvangcentra.
Burgers die opvangcentra niet zien zitten, moeten gehoord worden. Door contacten en ontmoetingen moeten ze de kans krijgen hun inzichten te verruimen. Eerdere ervaringen tonen dat dergelijke aanpak werkt. ‘Ik herinner mij de start van het opvangcentrum in de wijk Hoogboom in Kapellen, zegt Didier Vanderslycke van ORBITvzw. Ook daar was veel tegenstand. Een groep omwonenden sloegen meteen de handen in elkaar om in alle rust hun vrijwillige inzet aan te bieden. Zij waren ook in dialoog met buren die dit niet zagen zitten. Dat heeft het verschil gemaakt. Het contact verbeterde en de vrijwilligers zijn nog steeds actief.’
De daders van deze brandstichting hadden hun motieven. De rechtbank zal die onderzoeken en gepaste alternatieve sancties toepassen. Bij racistische motieven moet de sanctie daar rekening mee houden. Maar er is meer. Er zijn grenzen aan de vrije meningsuiting. Ook de reacties van sommige omstanders op dit misdrijf zijn niet onschuldig. Zij moeten daarop bevraagd en gewezen worden.