Campagnefilmpje Flemish Masters

Cultuurnota Jambon 1: cynisch besparingsbeleid

zaterdag 9 november 2019 20:54
Spread the love

Beste cultuurwerkers en cultuurorganisaties, er zijn geen uitvluchten meer om nog langer de kop in het zand te steken. Na de Vlaamse formatienota, het regeerakkoord, de begroting en de eerste zittingen van de cultuurcommissie die nog bitter weinig aan de verbeelding overlieten, is er nu de beleidsnota cultuur die alles nog eens bevestigt: harde besparingen, een verdeel-en-heers privilegebeleid (alleen de grote cultuurhuizen gaan erop vooruit), het creatief talent van morgen krijgt de rekening doorgeschoven. Hoog tijd dat de kunstenwereld solidair op straat komt. Bijvoorbeeld in solidariteit met de VRT op 5 december, Martelarenplein, 16u.

Hoewel andere beleidsnota’s de moeite nemen om in een enigszins literaire tekst een omgevingsanalyse te maken en een poging tot visie uit te schrijven, kiest cultuurminister-in-bijberoep Jan Jambon voor een stijlbreuk: als eerste communicatie kregen we een becijferde en gecodeerde werknota voorgeschoteld. De inzet? Allerhande budgetten worden drukdoende herschikt. Naast het eufemisme ‘bijstellingen’, codetaal voor saneringen, komt de term ‘besparingen’ 36 keer voor. In de beleidsnota Toerisme: nul keer.

‘Onverbloemd’

In de zitting van de cultuurcommissie de dag voordat de beleidsnota cultuur kenbaar werd gemaakt, klopte Jambon zich nog op de borst: ‘U zult me nog leren kennen als iemand die over de zaken spreekt zoals ze zijn. Ik kan hier ook verbloemd over spreken en de zaken voor ons uitschuiven, maar u zult me leren kennen als iemand die zegt waar hij voor staat en u correcte antwoorden geeft. U zult er niet altijd mee akkoord gaan, maar de antwoorden zullen correct zijn en verder kunnen we ‘agree to disagree’.’

Waarom gaat Jambon plots zo prat op eerlijkheid aangezien we dit toch van elke politicus mogen verwachten? Logen zijn voorgangers dan, of zijn huidige collega’s? Deze geste van ‘correctheid’ dient als een retorische stormram: Jambon wil niet langer de schijn ophouden dat een parlement de plaats is waar er toch nog enig actualiteitsdebat van belang wordt gevoerd. Hij beperkt zich liever tot een intimiderende pletwals van ‘beleidsmededelingen’: take it or leave it, het primaat van de autoritaire politiek (of beter: de private belangen via de politiek).

Wat eerst aangekondigd werd als ‘investeringsregering’ blijkt nu een hard besparingsbeleid te zijn: duidelijk een intimiderende knuppel om de cultuursector die geacht wordt om vanaf nu de Vlaamse identiteit te propageren, in de pas te doen lopen. Onverbloemd kan je de beleidsnota van Jambon nochtans niet noemen: het is puzzelen en zoeken naar waar de centen naartoe gaan. Dat in een sector waarvan de financiering historisch al opzettelijk een chaotisch allegaartje was van potjes, beloftes, afspraken en portefeuilles.

Drooglegging

Budgetten verschuiven en met excel-spreadsheets zwaaien is als intimiderend rookgordijn weliswaar een beproefde managementtruc. Zo vindt een kat nog amper haar jongen terug. De vraag is vervolgens: waar vallen de klappen? De met veel zwier aangekondigde positieve saldo’s voor erfgoed en de fondsen literatuur en audiovisuele media zijn alvast erg beperkt.

Bottomline: een indexeringstop en daarnaast een algemene besparing van 6 procent. Voor sommige grote huizen wordt dat 3 procent. Andere organisaties, niet toevallig vooral in Antwerpen, gaan er sterk op vooruit. Wie betaalt de rekening? De organisaties die niet in de nota vermeld staan en in de volgende ronde gefinancierd moeten worden met het resterende bedrag van het kunstendecreet.

Het grootste slachtoffer: de projectsubsidies voor kunstenaars. Een verlies van 60 procent vanaf 2020. Wat meer dan een verdubbeling had moeten zijn, wordt een halvering. In de volgende ronde voor januari is er een recordaantal aanvragen (614) voor een budget van 17 miljoen euro. Van de beschikbare 4 miljoen euro dreigt er nu nog eens de helft te verdwijnen. Een kopstoot voor het artistieke talent van morgen. Flanders, state of the arts?

Aangeboren cultuur?

Hoewel Jambon bedankte voor de literaire uiteenzetting, opende zijn beleidsnota wel met één beschouwing die op zich al voldoende problematisch is: ‘Cultuur zit in het DNA van de Vlaming’. Dat is dan anders bij pakweg de Walen of nieuwkomers?

Vlaams-nationalisten eigenen zich zo voor hun bijziende identitaire cultuurstrijd zonder scrupules het creatief talent van enkelingen toe. Als creatief talent dan toch in de genen zit, is een subsidiebeleid voor cultuurmakers dan nog nodig? Nochtans, afgaande op de Vlaamse lintbebouwing zou je niet meteen vermoeden dat er veel feeling voor esthetiek in het Vlaamse DNA zit.

Om te weten waar Jambon 1 met cultuur naartoe wil, kan je er best de beleidsnota Toerisme op naslaan: het concept ‘Vlaamse Meesters’ wordt opengetrokken naar andere kunstenaars en ook wetenschappers, via de nodige ‘kernattracties’. Er komen ‘symbolische acties in het buitenland’ die de reputatie van Vlaanderen als leidende erfgoedbestemming van de Vlaamse Meesters moeten ‘versterken.’

Meestermerk

De ambitie om ‘het merk Vlaanderen te promoten’ moet hoger. Opmerkelijk: er komt een ambassadeursprogramma dat ook private instanties wil betrekken, zoals de rijke antiquair Axel Vervoort of de Phoebus Foundation van subsidieslurper en havenbaas Huts. Het is dus niet zo dat cultuur slechts evenveel moet besparen als de andere sectoren. Cultuurbesparingen zijn transfers, de ‘bijstellingen’ zijn een ideologische keuze.

‘Vlaamse Meesters’ is overigens een politieke term. Volgens historicus Jan Dumolyn gaat het om een etymologische samentrekking van het Franse ‘Les primitives flamands’, een term van eind 19de eeuw die Belgicistische historici opperden als reactie op zowel Duitsers als Fransen die volgens hen Jan Van Eyck en co voor hun cultuurgeschiedenis claimden. Vervolgens kwamen daar de ‘Oude Meesters’ bij om de Renaissance en Barok mee in te sluiten.

Hoewel de term ‘Vlaamse meester’ al sporadisch voorkomt sinds de jaren 1950, is het Ben Weyts (N-VA) geweest die als voormalig Vlaams minister van Toerisme de ‘Vlaamse meesters’ in de markt zette met een campagne van 26,5 miljoen euro, zowat het jaarlijkse subsidiebudget voor alle erkende Vlaamse musea samen. De campagne wil cultureel erfgoed koppelen aan de creatieve industrie en horeca – reclame voor Rubens tussen de kazen, friet, bier en chocolade. Kunst moet internationaal excelleren nietwaar?

 

Robrecht Vanderbeeken, vakbondsverantwoordelijke voor de cultuurwerkers, ABVV-ACOD Cultuur.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!