Opinie -

“Nu woont u ook in de marginale driehoek”

vrijdag 14 juni 2019 16:39
Spread the love

Na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018 kwam de Denderstreek veelvuldig in het nieuws. Wij waren de marginale driehoek waar Forza Ninove en het Vlaams Belang hoog scoorden. Op zondag 26 mei 2019 was dat ook zo. In de meeste steden van de Denderstreek (Aalst, Ninove, Denderleeuw, Geraardsbergen) kunnen N-VA en het Vlaams Belang samen een meerderheid maken bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Er is wel een kleinigheid veranderd: ondertussen wonen de meeste Vlamingen in een ‘marginale driehoek’. Weest wel gekomen, zou ik zeggen.

In een artikel voor vzw ’t Uilekot probeerde ik na de gemeenteraadsverkiezingen te duiden waar naar mijn idee de knoop zat/zit:  de vrees voor mensen uit andere culturen zit als het ware in het DNA van de Vlamingen gebakken en het politiek resultaat wordt aangewakkerd door een soort van gele-hesjes-gevoel. Mensen voelen zich (terecht) in de steek gelaten en zien af door spectaculair toenemende armoede, afbouw van openbare diensten, knoeiende politici. Een kapot bezuinigd, kwakkelend en lauw middenveld biedt weinig weerstand.

De relatie tussen armoede, het gevoel opgegeven te zijn en extreemrechts stemgedrag wordt nu ook in traditionele media aangehaald en uit onderzoeken blijkt dat onder meer laag opgeleide jongeren massaal Vlaams Belang stemmen. Dit stelden Marc Swyngedouw en anderen al in 2014.

Links profiel?

Het VB speelde mooi in op de sociaaleconomische onzekerheid die veel mensen treft. Logisch, het publiek dat mogelijk voor het VB stemt, overtuig je niet met de rechtse draconische economische maatregelen (afschaffen werkloosheidsvergoeding, verbieden vakbonden, vingerafdrukken voor werklozen) uit het oude Vlaams Blok programma. En ook: dat terrein is ondertussen bezet door de N-VA, je kan dus beter een andere stelling gaan zoeken als je wil scoren. Ik verbaas er mij nog dagelijks over hoe makkelijk journalisten de zogezegde linkse draai van het VB overnemen.

Tijd om een imago  even te checken met de realiteit hebben die mensen blijkbaar niet meer. Men probeert via enquêtes te ontdekken wat de lezer wil en zet daar op in. Ik ging voor een tekstje rond het economisch profiel van het VB even in het programma kijken naar wat zij nu vertellen over pensioenen en verloor snel elke illusie op dat vlak. Het VB belooft €1500 pensioen aan iedereen op basis van een fulltime carrière van 40 jaar. Ongewilde werkloosheid, ziektedagen en stakingsdagen tellen niet meer mee. Niemand in de pers had het daarover.

Pers en media

Dit brengt ons naadloos bij de rol van pers en media bij verkiezingen. In zijn boek ‘Nieuw Rechts’ beschrijft Ico Maly hoe radicaal rechts zich internationaal organiseert via websites als 4chan waar men afspraken maakt, mensen bedreigt en internationale cartoons of filmpjes maakt die wereldwijd aangepast en verspreid worden.

Het VB zet stevig in op sociale media en spendeerde volgens Het Laatste Nieuws minstens 380.000 € aan advertenties. PVDA lanceerde 2 filmpjes, de Sp.a 1. Moeten linkse partijen zich deze manier van campagne voeren eigen maken? Allicht wel, al zijn er andere manieren (volkshuizen, mutualiteiten, buurthuizen) om nabijheid te creëren. De vroegere SP-parlementair Jef Sleeckx ging er destijds prat op bij de verkiezingen niet veel meer te moeten verrichten: “Ik sta vier jaar tussen de mensen, dan komt het op de laatste weken niet meer aan.”

Radicaal Sociaal

Wie zich radicaal sociaal uit, daar consequent in is en zich niet presenteert als een eeuwige compromissenpartij, biedt makkelijker weerstand tegen de rechtse golf of gaat vooruit, leren ons ook deze verkiezingen. Radicaal rechts verwierf veel stemmen met een zogezegd links programma, de link tussen armoede en stemgedrag is duidelijk én de algemene ontevredenheid ook. Over deze sociale aspecten wordt vrij veel gepubliceerd. Op een maatschappelijke draai rekenen vanuit de ex-regeringspartijen, moeten we niet doen. Christophe Callewaert beschrijft in De Wereld Morgen (https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2019/06/10/rechtse-beleid-werd-afgestraft-leve-het-rechtse-beleid-zeggen-de-media) hoe zij samen met hun bondgenoten aandringen op een nog radicalere inleveringspolitiek.

Basisbewegingen

Hoe je het ook draait of keert: politiek links is grotendeels afwezig in de basisbewegingen, op de werk- of buurtvloer en in de sociale media. De uitzondering op de regel is de PVDA, die via enquêtes, lokale groepen en dokterspraktijken een sterke band onderhoud met de bevolking én daar ook de vruchten van plukt. De PVDA richt zich hierbij rechtstreeks tot de bevolking en minder tot de actiegroepen.

Dat laatste doen Groen en Sp.a overigens ook zelden. Terwijl die partijen tien jaar geleden wél actief waren in allerhande comités en actiegroepen, zijn ze daar nu grotendeels verdwenen. Deze lossere band verzwakt progressieven in het algemeen. Terwijl er in onze streek tien tot twintig jaar geleden een bijna permanente dialoog was tussen progressieve partijen en bijvoorbeeld het Denderaktiekomitee (actiegroep rond de zuivering van de Dender) of het Aktiekomitee N42, bestaat deze momenteel nog nauwelijks.

Ik vertrek vanuit het idee dat je eerst een sterke pluralistische basisbeweging moet hebben, die nadien tot politieke vertolking leidt. Partijen worden evenwel méér en méér terug geworpen op zichzelf en zijn vooral bezig met de eigen navelbuik in plaats van met het versterken van de politieke ruimte waaruit ze hun medestanders kunnen halen. Als het linkse gedachtengoed moet vooruitgang, dan zal ook de PVDA daarin zijn koers moeten wijzigen door niet alleen tussen de mensen maar ook tussen de bewegingen te staan. Door ze zelf op te zoeken, ze van informatie te voorzien en ze te betrekken bij het parlementaire werk van de partij.  Als pluralistisch links sterk staat, dan legt het een vruchtbare bodem voor linkse stemmen.

Sociale bewegingen

Ook de sociale bewegingen mogen zich gerust heroriënteren na deze verkiezingsuitslag. Ze verloren zelf aan radicaliteit en missen dikwijls een link met de basis. Op de Climaxi-website schreef ik daarover een artikel dat door nogal wat mensen bijgetreden werd.

Sociale bewegingen gedragen zichzelf soms als een soort van culturele elite die boven de gewone mensen staat en aan niemand verantwoording verschuldigd is. Velen gedragen zich als een onderaannemer van het beleid zelf. Ze hanteren een onbereikbaar jargon en interpreteren politiek als lobbywerk. Gelukkig zijn er uitzonderingen die geduldig werken aan het verenigen van mensen in een beweging die zich vragen stelt over de economische onderbouw van onze maatschappij. Anderen gaan bij politici op de bedelstoel zitten maar verwaarlozen de kracht van onderuit.

Toen begin deze eeuw de Sociale Fora georganiseerd werden in o.m. Porto Alegre stond ik versteld van de sociale bewegingen in Zuid-Amerika. Vele leden ervan waren ook politiek actief. In West-Europa overheerst de neutraliteit als een soort verkeerd gekozen strategie die onvermijdelijk leidt tot depolitisering in de verkeerde zin van het woord. We moeten kritisch staan tegenover politieke partijen, maar dit betekent nog niet dat we van politiek op zich moeten wegblijven, integendeel. Ik pleit graag voor méér betrokkenheid en politiek engagement. Pluralisme is geen politieke neutraliteit.  Toen ik coördinator was van de Z.O.-Vlaamse vzw ’t Uilekot, was ik er fier op dat ongeveer 20 procent van onze leden meedeed aan lokale verkiezingen. Dat is een sterkte die verder gaat dan de eeuwige politieke neutraliteit.

Als politieke partijen zich baseren op de basisbewegingen, dan zijn er ook radicale basisbewegingen nodig die ongegeneerd hun mening verkondigen. Toen Vera Dua minister was voor Groen (was het toen nog met een uitroepingsteken?) besefte ze dit ten volle en respecteerde ze bijvoorbeeld het Denderaktiekomitee toen die voor haar deur kwamen betogen. Acties maken mijn beleidskeuzes bespreekbaar in de politiek, redeneerde zij.

Partijfinanciering

Politieke partijen worden in hun navelbuikstaren straf geholpen door de manier waarop partijfinanciering in België georganiseerd is. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen dat de overheid bijspringt in de vorming van politieke stromingen en het stimuleren van politieke discussie. Laten we ook niet vergeten dat de subsidiëring door de overheid van politieke partijen gepaard ging met het sterk beperken van de financiering ervan door het bedrijfsleven, een stap vooruit. Die bedrijfsfinanciering leidde in het verleden tot heel wat corrupte toestanden: partijen lieten zich betalen door bedrijven om dan uitgerekend hun standpunten op het politieke vlak te verkondigen.

De manier waarop politieke partijen gefinancierd worden en de grootte van het bedrag stemt evenwel tot nadenken. Volgens een studie van de KUL krijgen de politieke partijen in België jaarlijks ongeveer 70 miljoen toegeschoven. Die wordt grotendeels besteed aan personeel en verkiezingscampagnes. Die subsidies richting geven door activiteiten te stimuleren in plaats van verkozenen en ze niet meer afhankelijk te maken van het aantal verkozenen, zou reeds een ferme stap vooruit zijn: financier partijen zoals socio-culturele verenigingen en keer politici een werkloosheidsvergoeding uit in plaats van een afscheidspremie. Samenwerking financieren zou een andere optie kunnen zijn.

Ook hier dragen die partijen zelf een stukje verantwoordelijkheid voor het eigen débacle. Als men radicaal rechts in Vlaanderen politiek wil bestrijden, dan moeten er centen vrij gemaakt worden voor mensen die zich professioneel bezig houden met de studie van deze bewegingen. De vzw Halt volgde met onder meer Hugo Gijsels jarenlang het Vlaams Blok op en werd daarin opgevolgd door Marc Spruyt die als eenzame vrijwilliger de ploeg ter hand nam. Momenteel schiet daar niets van over.

Toegegeven, stromingen bestuderen levert daarom geen stemmen op voor de tegenpolen, maar argumenten aanbrengen en punten analyseren is nuttig om tegenstanders te helpen het discours en de valse feiten te ontmaskeren of nuanceren: de 500.000 vreemdelingen die het VB ziet tijdens de laatste legislatuur, daar moet men alle EU-ambtenaren en mensen uit de buurlanden in meerekenen bijvoorbeeld. Als de traditionele pers dit soort van zaken niet naar voor brengt, dan moeten we het zelf doen toch? Wel, waar blijft die 50.000 euro per jaar die nodig zijn voor een bescheiden gemeenschappelijke studiedienst rond radicaal rechts? In 2018 waren de linkse partijen samen goed voor ongeveer 10 miljoen euro. Kan zo een bedragje daar niet van af?

Als linkse partijen hun banden met de basisbewegingen herstellen, leren van onderuit denken en kunnen samenwerken in pluralistische initiatieven die de wortels van extreemrechts stemgedrag aanpakken, dan is er hoop.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!