Van honderden mensen waaronder vele ouderen en zieken en grotendeels kinderen zijn alle bezittingen afgenomen. Dezen voelen zich geviseerd als etnische Rom-gemeenschap en slaan nu een alarmkreet.
Een politieactie tegen autozwendel: je kan het enkel maar toejuichen en hopen dat de criminele elementen daadwerkelijk worden gestraft. Niemand die daaraan kan twijfelen. Maar als je de rotte appels uit een mand wil halen, gooi je meestal niet de hele mand weg. Deze beeldspraak werd gisteren gebruikt op de persconferentie van de getroffen woonwagengezinnen. Nochtans werden van een groot deel van de Belgische Rom-bevolking de woningen afgenomen, met alle bezittingen erin. Ook werden de auto’s in beslag genomen en de rekeningen geblokkeerd. Aangezien het merendeel zelfstandige autohandelaars zijn – hun voorouders waren van oudsher paardenhandelaars –, zijn degenen die niets met de verdachte praktijken te maken hebben momenteel technisch werkloos.
Het is vooral dat amalgaam dat bij de woonwagenbewoners momenteel bijzonder hard aankomt. Ze leggen al snel de link met hun erg zwarte verleden. Ze voelen zich als etnische groep geviseerd door een samenleving die ze doorheen hun geschiedenis hebben leren wantrouwen: de jachten op Roma als nomadische groep in de 16de en 17de eeuw, hun eeuwenlange slavernij in Oost-Europa en top of the bill, de Holocaust. De overlevenden van de concentratiekampen zijn de groot- en voorouders van de huidige betrokken families. Ze hebben jarenlang geijverd om compensaties te verkrijgen voor hun door het Naziregime gestolen goederen. Nooit zijn zij, in tegenstelling tot de Joden, hiervoor vergoed geweest. Het maakte het collectieve Holocaust-trauma bij de Belgische Roms alleen maar groter.
In de actie van dinsdag zien ze parallellen met deze geschiedenis. Mensen werden alles ontnomen, ieder werd gemarkeerd met een nummer op de hand. Kinderen zagen de wapens die op hun ouders werden gericht. Met veel machtsvertoon werden mensen geboeid afgevoerd om nadien terug in vrijheid te worden gesteld. Over wat er met hun bezittingen ging gebeuren werd geen informatie gegeven. Geen enkele maatregel werd genomen voor opvang van familieleden, ouderen en kinderen. Honderden mensen werden letterlijk aan hun lot overgelaten.
Bepaalde media blijven melden dat het om Oost-Europese Roma zou gaan. In realiteit gaat het niet om ‘vreemdelingen’ maar om onze eigen Belgische Roms. Hun grootste problematiek is reeds lang minzaam bekend: het grote gebrek aan standplaatsen voor hun caravans. In de regio Brussel bijvoorbeeld is dit aantal de laatste 15 jaar enkel gehalveerd, ondanks voortdurend lobbywerk. Terwijl in die tijd het aantal nieuwe jonge gezinnen en dus het aantal caravans is toegenomen, blijven er nog maar enkele plaatsen over.
Meer dan 100 Brusselse Rom-gezinnen zitten al jaren zonder standplaats. Daar waar ze wel staan, staan ze dus noodgedwongen onwettig. Het gevolg daarvan is dat ze met diepgaande problematieken kampen: geen enkele gemeenschap kampt met zo’n hoge graad van analfabetisme. De meeste kinderen lopen geen school. De laatste 10 jaren is de situatie er zelfs op achteruit gegaan, o.a. wegens het opdoeken van het enige – maar doeltreffende – onderwijsproject voor woonwagenkinderen. Door de voortdurende expulsies slagen oude mensen er niet in om de nodige medische behandeling systematisch op te volgen. Deze problemen zijn al lang minzaam bekend. België werd hiervoor in 2012 nog veroordeeld door het Europees Comité voor Sociale Rechten.
De frustraties en het wantrouwen van de woonwagengemeenschap tegenover de burgermaatschappij zijn bijzonder groot. We kunnen hierin een historische keuze maken: ofwel laten we de gemeenschap verder marginaliseren en laten we ons telkens verrassen wanneer bepaalde individuen de wet beginnen omzeilen en hun eigen regels gaan opstellen. Ofwel trekken we eindelijk lessen uit het verleden en beginnen we het werken met deze gemeenschap serieus te nemen. We kunnen ons hierbij laten inspireren door de enkele bestaande positieve acties in sommige gemeentes die er toch in slagen om hen aansluiting te laten vinden bij de rest van de samenleving.