Ook in andere landen poogt de overheid BDS te criminaliseren, onder meer in Frankrijk (www.bdsfrance.org)
Nieuws, Wereld, Politiek -

Rechter verklaart anti-BDS-wet Texas ongrondwettelijk

Een rechter in de staat Texas heeft een wet van het deelstaatparlement ongeldig verklaard. Die wet verplicht overheidsambtenaren een verklaring te ondertekenen dat ze niet zullen deelnemen aan BDS-activiteiten tegen Israël. De rechter oordeelt dat deze wet een inbreuk is op de vrije meningsuiting.

maandag 29 april 2019 18:06
Spread the love

Een federale rechtbank in Texas heeft op 25 april beslist dat een wet van de deelstaat Texas in strijd is met het First Amendment van de Amerikaanse Grondwet. Die wet bepaalde dat overheidsambtenaren – of personen of bedrijven die een overheidsopdracht uitvoeren – onder ede een verklaring moeten afleggen en ondertekenen dat ze niet zullen deelnemen aan BDS-activiteiten van Israël (Boycot-Desinvestment-Sanction).

Deze beslissing komt overeen met vorige verdicten van rechtbanken in Kansas en Arizona. Gelijkaardige klachten zijn in behandeling voor de federale rechtbanken van de staten Arizona en Kansazs. Deze zaak in Texas werd geopend na een klacht van een leerkracht, gespecialiseerd in onderwijs en training van 3- tot 5-jarige kinderen met spraakproblemen. Zij weigerde deze verklaring te ondertekenen en kreeg vervolgens geen verlenging van haar arbeidscontract voor het openbaar onderwijs in de stad Austin.

In zijn vonnis van 56 pagina’s (zie de volledige tekst hier) oordeelde rechter Robert Pitman dat Texas House Bill 89 “dreigt onpopulaire ideeën te onderdrukken” en “het openbaar debat manipuleert door dwang in plaats van te overtuigen met argumentatie”. De betrokken wet is ongrondwettelijk omdat ze “een ontoelaatbare restrictie van inhoud en standpunt oplegt aan beschermde meningsuiting”, “ongrondwettelijke voorwaarden oplegt aan overheidsambtenaren” en “vrijheid (van meningsuiting) verbiedt voor ontoelaatbare doelstellingen”. Bovendien is de wet volgens de rechter te vaag opgesteld, zodat ze veel te ruime interpretatie toelaat door de voorstanders.

Precedent

De Amerikaanse rechtspraak hecht veel belang aan wat ‘precedent’ wordt genoemd, andere vonnissen over gelijkaardige onderwerpen, die als argument worden gebruikt bij latere zaken. De rechter in deze zaak haalde om zijn vonnis te staven een vonnis aan van het federale Hooggerechtshof in 1982.

Dat vonnis bepaalde dat de oproep tot boycot door de mensenrechtenorganisatie National Association for the Advancement of Colored People (NAACP) van handelszaken van witte Amerikanen, die zwarten racistisch behandelden, niet onwettelijk was. De hoogste rechtbank van de staat Mississippi had de boycot verboden, wat door het federale Hooggerechtshof werd verworpen. Het Hof oordeelde dat boycotactiviteiten “oproepen tot sociale en politieke veranderingen en dus de hoogste bescherming van het First Amendment verdienen”.

First Amendment: Congress shall make no law respecting an establishment of religion, or prohibiting the free exercise thereof; or abridging the freedom of speech, or of the press; or the right of the people peaceably to assemble, and to petition the Government for a redress of grievances.

Het Congres zal geen wet aannemen die betrekking heeft op een staatsgodsdienst, of de vrije uitoefening van godsdienst verbiedt; of de vrijheid van meningsuiting of de persvrijheid beperkt; of het recht van het volk beperkt om vreedzame bijeenkomsten te beleggen, en verzoekschriften voor een herstel van grieven tot de regering te richten (vertaling WikiPedia).

De organisaties American Civil Liberties Union (ACLU) en Council on American-Islamic Relations (CAIR) hebben zich eveneens partij verklaard in deze rechtszaak en verdedigen ook van vier andere Texaanse burgers, een freelance medewerker van de University of Houston, een doctorandus aan de Rice University, een student aan de Texas University en een journalist van een lokaal openbaar radiostation. De gouverneur van de staat Texas heeft al verklaard tegen het vonnis in beroep te gaan.

Ondertussen heeft de staat Texas beslist 72 miljoen dollar aandelen terug te trekken uit het Noors pensioenfonds DNB, omdat het fonds verklaard heeft niet langer zaken te doen met drie Israëlische bedrijven, omwille van hun betrokkenheid bij de schendingen van de mensenrechten in bezet Palestina. Het gaat over bedrijven die wapens fabriceren voor het Israëlisch leger en bouwcontracten hebben voor koloniale nederzettingen in de bezette gebieden.

Sinds 2014 hebben 27 deelstaten wetten goedgekeurd in verschillende vormen die BDS-activiteiten illegaal verklaren. Meer dan 100 lokale overheden hebben hetzelfde gedaan. Uit deze wetgevende activiteit kan worden afgeleid hoe intens de staat Israël zich mengt in de binnenlandse politiek van de VS en hoeveel succes ze daarmee boekt bij politici. Anderzijds toont de ijver waarmee deze anti-BDS-wetten worden aangenomen dat de BDS-actie wel degelijk een grote impact heeft, zowel op de publieke opinie als op de economie van Israël. 

Dit vonnis zal talloze andere Amerikaanse burgers aanzetten om eveneens een klacht in te dienen tegen deze anti-BDS-wetten. Het werd onmiddellijk verspreid op talrijke alternatieve media. De meeste grote Amerikaanse mediabedrijven hebben er niet over bericht. In de Engelstalige pers in Israël is het daarentegen groot nieuws.

Bronnen:

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!