Het kwam twee jaar geleden als een donderslag bij een heldere hemel. In alle stilte werd gesleuteld aan de vreemdelingenwet. In februari 2017 schaarden de meerderheidspartijen (N-VA, CD&V, Open Vld en MR) zich achter de nieuwe vreemdelingenwet. Op aansturen van DeWereldMorgen.be werd deze wet herdoopt tot de deportatiewet. Er brak protest los. Enkele mensenrechtenorganisaties beslisten om samen met Progress Law naar het Grondwettelijk Hof te stappen.
Door de deportatiewet kan de Dienst Vreemdelingenzaken, een administratieve dienst die afhangt van de regering, beslissen om iemand – zelfs als die persoon geboren is in België of hier voor het 12de levensjaar toekwam – het land uit te zetten. Het volstaat dat de Dienst Vreemdelingen zaken vindt dat deze persoon “vermoedelijk gevaar oplevert voor de openbare orde en/of de nationale veiligheid”. Een veroordeling door een rechter is niet nodig.
“De rode draad in mijn pleidooi zal net zijn dat die begrippen als ‘openbare orde’ niet duidelijk zijn. Ik heb veel arresten gelezen en ik stel vast dat de Dienst Vreemdelingenzaken die begrippen arbitrair interpreteert en de grenzen aftast”, zegt advocate Mieke Van Laer van Progress Law.
In het parlement bleek al dat die grenzen flou zijn. Francken zei op een bepaald moment zelf dat niemand het land zal uitgezet worden voor “een verkeersboete”, maar bijvoorbeeld wel voor “een stapel onbetaalde boetes”. Net die onduidelijkheid bewijst dat het Francken helemaal niet te doen was om ‘de strijd tegen terreur of tegen zware criminaliteit’.
Er zijn historische precedenten. Na de algemene stakingen van 1932 en 1936 werden Italiaanse en Poolse stakers die samen met hun Belgische collega’s actie hadden gevoerd, uitgewezen. Met de deportatiewet van Francken is dat opnieuw mogelijk. Volgens critici verdiept de wet het onderscheid tussen Belgen en niet-Belgen.
Wie in het vizier komt van de Dienst Vreemdelingenzaken geniet weinig juridische bescherming. De DVZ hoeft die personen niet eens te horen. Er kan wel beroep aangetekend worden bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, maar dat moet binnen de 15 dagen en het beroep is in veel gevallen niet schorsend.
Om 14u zullen de advocaten hun argumenten toelichten voor het Grondwettelijk Hof op Koningsplein in Brussel. De zitting is openbaar.