Want ja … onderwijzen is voor mij meer en meer een strijd geworden.
Ik mag zeggen dat ik 23 jaar met veel passie, liefde en inzet wiskunde heb onderwezen aan zij die niet gezegend zijn met een knap wiskundebrein.
Ik heb mijzelf getraind om leerlingen, pubers eerste klas, te proberen boeien in iets waar de meerderheid geen kaas van heeft gegeten, laat staan daar wakker van ligt.
Het was al die jaren een uitdaging om dit publiek vast te houden tot ze, meestal trots op zichzelf, de eindmeet haalden.
Ik ben opgeleid om kennis te delen en liefst met passie en enthousiasme.
Daarbij rekening houdend met beperkingen en talenten van eenieder.
Oog hebbend voor attitudes en vaardigheden, “mierenneukerij” voor sommigen als leerkracht wiskunde. Het is onze tweede natuur om de puntjes op de i te willen zetten. Hebben leerkrachten niet de naam om “moeilijke” mensen te zijn?
Deze “moeilijke” mens slaagde er tot voor kort wel steeds in om al die pubers graag te blijven zien, om er steeds voor te gaan, om met handen en voeten uit te leggen wat voor sommigen niet uit te leggen valt.
Om af en toe een leerling te zien “groeien”, om het zelfvertrouwen te zien terugwinnen ondanks een moeilijk schoolparcours.
En dat is nog steeds zo.
Alleen is het meer en meer een strijd geworden …
Een strijd tegen overheden die ervan overtuigd zijn dat papieren regels gelezen worden en mondelinge communicatie als onbestaande beschouwen.
Een strijd tegen een maatschappij die vooral eist en niet meer geeft (en dat uit zich niet alleen in het onderwijs!).
Een strijd tegen ouders die ervan overtuigd zijn dat hun kind het beste verdient en ervan uitgaan dat leerkrachten niet hetzelfde doel hebben.
Een strijd tegen een digitalisering die op voorhand verloren is wegens geen budget, noch voor opleidingen van leerkrachten, noch voor een infrastructuur die tegemoet kan komen aan de hoge eisen van ons onderwijs.
Een strijd tegen leerlingen voor wie onderwijs geen recht meer is maar vooral een plicht.
Een strijd tegen directies die met hun rug tegen de muur staan, zogezegd de leiding hebben maar aan handen en voeten gebonden zijn door regelgeving en ontbrekende budgetten.
Ja, ik staak vandaag …
De eerste keer in 23 jaar.
Niet omdat ik een hoger loon wil
Niet omdat ik te veel moet werken
Niet omdat ik minder fietsvergoeding krijg dan een ambtenaar
Niet omdat ik steeds meer investeer in pen, papier, inkt, ICT omdat we er als leerkracht nu eenmaal niet kunnen van uitgaan dat de school dit voor ons financiert.
Ik staak omdat ik het moe ben om te strijden.
Ik herinner mij, een aantal maanden geleden het voorval met Stijn Meuris.
Geërgerd en uit zijn doen omwille van een oplichtende gsm tijdens een schoolvoorstelling.
Lesgeven wordt steeds meer “voorstellingen geven voor een publiek dat daar eigenlijk niet wil zitten”. Hoe lang houdt een acteur dit vol?
Wij hoeven geen applaus, maar worden wel verantwoordelijk gesteld voor wat deze leerling onthouden heeft van de voorstelling. We worden geacht elke toeschouwer het juiste zitje te geven (liefst mét VIP behandeling), een fantastisch ogend programma aan te bieden liefst met nabespreking én (individuele) evaluatie van de voorstelling, een drankje tijdens de pauze (weliswaar zelf gesponsord, maar dan ook biologisch, suikervrij en ecologisch bereid). Het publiek moet wakker gehouden worden, weg van sociale media, de zaal moet proper worden achter gelaten. We geven voorstellingen in oude schouwburgen waar de gordijnen al vele generaties overleefden en dringend aan vervanging toe zijn.
Hoe kunnen wij wedijveren tegen hypermoderne cinemazalen waar belichting en geluid (weliswaar te luid maar daar kraait geen haan naar) optimaal uitgebalanceerd zijn. Waar de illusie van het scherm je de indruk geeft dat dit realiteit is. Waar cola, chips en andere junkfood toegelaten zijn en geen mens zich afvraagt of je in een volle zaal wel een selfie kan posten op Instagram of andere sociale media. Waar reclameblokken de kijker overtuigen dat consumptie de regel is en de aandacht afleiden van wat er echt toe doet?
Ik ben de strijd tegen volle cinamazalen moe, de strijd tegen onze “ik kies wat ik wil”-cultuur. Onze kinderen groeien op met een netflix-mentaliteit.
Waar ik als kind voetbal en journaal moest kijken, of testbeeld op woensdagnamiddag, kunnen jongeren vandaag kiezen wat ze kijken, waar en wanneer, de klok rond. De verplichte journaalavond, het verplicht luisteren naar die ene radiozender onderweg naar familie (en o wee, ik ontdekte andere nieuwe muziek die ik ook nog eens ging appreciëren) hebben plaats gemaakt voor keuzemenu’s. En wiskunde (school in het algemeen) staat daar geenszins tussen!
Het is een strijd die ik als leerkracht niet meer kan winnen.
Gewapend met krijt en bord, een aftandse computer en mezelf (genoeg ervaring in lesgeven, veel mensenkennis en liefde voor mijn vak én publiek) kan ik niet meer op tegen deze veranderende maatschappij.
En dit is mijns inziens ons aller verantwoordelijkheid.
Kunnen we allemaal even in eigen hart kijken?
Moet voor alles wat misloopt steeds een regel in de plaats komen?
Kunnen we nog het risico lopen om onverzekerd geboren te worden?
Moet alles wat niet volgens verwachting is uitvergroot worden?
Kunnen we alsjeblieft nog vertrouwen hebben in de goede bedoelingen van vakmensen?
Moet alles zot geëvalueerd worden?
Moet alles wat verkeerd loopt door het onderwijs opgelost worden?
Ik wil mijn “doos” weer openen zoals Pandora en de “hoop” verwelkomen.
Maar eerst staak ik … en werk ondertussen mijn examens en toetsen af.
Dit is mijn persoonlijke belevenis … geen enkele andere leerkracht is verantwoordelijk voor wat ik schrijf.