Opinie, Economie, Samenleving, Politiek, België - Marc Leemans

“Welke toekomst voor de sociale zekerheid”

De slottoespraak van Marc Leemans (ACV) op de lancering van het boek 'Welke toekomst voor onze sociale zekerheid?' dat hij samen met Stefaan Decock, algemeen secretaris van de vakbond LBC-NVK heeft geschreven.

vrijdag 22 februari 2019 18:46
Spread the love

Beste vrienden en vriendinnen van de sociale zekerheid,

Dank dat u aanwezig was op dit event. Waarmee wij als eerste de 75ste verjaardag van de Besluitwet van 28/12/1944 te vieren. Nog vooraleer de FOD Sociale Zekerheid volgende week “zijn” viering houdt. Ik zeg bewust “zijn” viering. Die werd opgezet zonder inbreng van de sociale partners. Terwijl de sociale zekerheid toch vooral een zaak is van sociale partners. Wij geven ze samen vorm. Wij financieren ze voor het grootste deel. Al geef ik eerlijk toe dat ik niet meer wachtte op enige betrokkenheid. Want in de conceptnota van de FOD voor “zijn” viering staat letterlijk dat “antiregeringsgezinde pamfletten” niet welkom zijn. Dat krijg je met een regering die moeilijk om kan met kritiek. En dus vieren we die 75 jaar op “onze” wijze. Met ruimte voor kritiek op het regeringsbeleid. Met ruimte voor de inbreng van werkgevers. Wie stevig in de schoenen staat, moet niet bang zijn van dialoog met de gesprekspartners van werkgeverskant. Ook omdat onze syndicale én patronale voorgangers de sociale zekerheid vanuit de puinhopen van WOII samen hebben opgebouwd.

De verjaardag van de Besluitwet kan je niet los bekijken van een andere 75ste verjaardag: die van het Sociaal Pact. Dat werd na jaren clandestien overleg, tussen werkgevers en werknemers, gesloten op 24/04/ 1944, met een reeks duidelijke afspraken. Over de naoorlogse wederopbouw. Over de uitbouw van het sociaal overleg. Over de loonvorming. Meest gedetailleerd waren de afspraken over de uitbouw van de SZ. De Besluitwet SZ was er 8 maand later de letterlijke vertaling van.

Kent u het materiaal dat 75jarig jubileum symboliseert? Albast. En dat is treffend. Het lijkt hard als ivoor, maar is broos als gips. Ideaal voor beeldhouwers.

Die sociale zekerheid hebben onze voorgangers dus ook gebeeldhouwd. Om ons te wapenen tegen risico’s. Om stabilisator te zijn tegen de golven van economie en financiën. Ze doorstond vier decennia van neoliberale aanvallen. En ze beschermt nog steeds. Tegen inkomensverlies bij sociale tegenslag en tegen armoede. Niet zoveel als we graag willen. Maar beter dan in vele andere landen. Werkgevers en hun politieke vrienden beweren graag van niet. Om dan de blauwe loper uit te rollen voor commerciële verzekeringen. Of om simpelweg te hakken in uitkeringen of inkomsten. Want een vangnet is teveel hangmat. Van solidariseren komt profiteren. Beter responsabiliseren en dus individualiseren. Beter activeren en dus commercialiseren.

De SZ vaart beter bij lastenverlagingen. Less is more. Of bij investeringen waarbij de markt winst kan pakken. Liefst in combinatie van beide. Less is more profit. Er is dus reden voor grote ongerustheid. Boven onze SZ troepen onweerswolken samen.

Er is de eerste vaststelling dat deze regering, samen met N-VA, een budgettaire puinhoop achterlaat. De puinhopen van paars verbleken daarbij. En niet door budgettair geklungel maar wel vanuit een bewuste strategie. Om bevriende economische en financiële lobby’s te bedienen met lastenverlagingen. En zo het pad te effenen voor amputaties in de SZ. De Wever en De Croo waren daar twee jaar terug heel duidelijk over.

Dat verklaart de eerdere blokkage om de SZ structureel in evenwicht te brengen. Daarom kreeg Di Rupo enkel een evenwichts-dotatie voor vier jaar gedaan. En ondanks de gemeenschappelijke vraag van de sociale partners voor een structureel evenwicht, ging ook Michel niet verder dan vier jaar verlenging ervan. Met dus weer een serieus gat in de begroting vanaf 2021. Om er dan weer het mes in te zetten. Met bovenop nog een zogenaamd responsabiliseringsmechanisme. Elke onverwachte tegenvaller qua inkomsten of uitgaven in de SZ verplicht tot onmiddellijk corrigeren. Ik zou daar nog tot op zekere hoogte begrip voor kunnen opbrengen, moest dat ook gelden voor andere departementen, maar daar was dat duidelijk taboe. Op Financiën mocht Van Overtveldt zich alles permitteren. Vaak ten koste van de Schatkist, zonder dat iemand hem rekenschap vroeg. Waar blijft de fiscale responsabilisering?

Tweede vaststelling betreft de kanker van de loonoptimalisatie. Het is verontrustend hoe snel die kanker uitzaait. En hoe regering en administraties weigeren daar een stokje voor te steken, met volle patronale medewerking. Waarbij het steeds minder een probleem is dat men bestaand brutoloon omzet in voordelen die aan gewone belastingen en sociale bijdragen ontsnappen. Meer en meer verpakt in zogenaamde cafetariaplannen. Huispersoneel en klusjes aan huis die door de baas worden betaald. Auteursrechten voor eender welk geschrift dat je neerpent. Aandelenopties die je direct mag cashen in ruil voor maar eventjes 20 procent van het brutoloon. Luxegeneeskunde, yoga en fitness op kosten van de baas. Pensioensparen en binnenkort nog een vrij aanvullend pensioen op kosten van de baas. En een gloednieuw kader voor winstpremies, ook al ten koste van SZ en fiscus. Alle dagen kerst!

Derde vaststelling dat dit alles wordt versterkt door de wildgroei van alternatieve statuten zonder normale bijdragen: studentenarbeid; flexijobs; de luxeregeling voor sportclubs. Met als absoluut dieptepunt het nieuwe kader voor zogenaamd bijklussen tot 6.130 euro per jaar, zonder bijdragen, zonder belastingen, zonder arbeidsbescherming noch sociale zekerheid. Ter wille van de “low cost” lobby van multinationale digitale platformen. Wat we trachten de kop in te drukken met een vernietigingsprocedure bij het Grondwettelijk Hof, overigens samen met de werkgevers, althans met de middenstandsorganisaties.

En als vierde vaststelling komen we op een echt pijnpunt: het afhaken van de werkgevers. Wat we na de oorlog samen opbouwden wordt nu door hen totaal verguisd. Hun interesse voor de sociale zekerheid is gemuteerd tot sociaal-economisch kannibalisme. Het gezamenlijke jong wordt plots een prooi.

Hoe kan het geld van de sociale zekerheid tot eigen nut aangewend worden? Voor belastingverlaging. Voor economische steunmaatregelen. Voor gesubsidieerde investeringen. Of -voor wat middenstand betreft- voor de uitbouw van het sociaal statuut van de zelfstandigen.

Wat ons nog meest op de heupen werkt is hoe men daarbij werknemers en gerechtigden op sociale uitkeringen tegen elkaar opzet. We zijn wat dat betreft een en ander gewoon met mensen in werkloosheid. Maar sinds een tijd worden ook gerechtigden op leefloon gebasht. U weet wel: wie zijn rekeningen niet kan betalen, zal wel zoeken naar werk. En sinds kort worden ook zieken en invaliden geviseerd. Alsof wie werkloos, arm, ziek of invalide is dat zelf heeft gezocht. En wie een laag pensioen heeft is daar niet langer de dupe maar wel de oorzaak van. Hoe lang nog eer men ook van gepensioneerden of personen met een handicap verwacht dat ze iets terug doen voor hun uitkering? In Nederland is dat dieptepunt al bereikt met hun Participatiewet.

Ons alternatief is duidelijk. De sociale zekerheid moet je niet aftakelen. Die moeten we optakelen. Om beter te doen, zowel in zijn opdracht om een inkomen te behouden bij sociale tegenspoed als in zijn opdracht om armoede te bestrijden. Al voeg ik daar graag het volgende aan toe.

Eén, bomen groeien niet tot in de hemel. We weten dus dat we scherpe keuzes moeten maken omwille van de vergrijzingskosten. Zeker met de tijdelijke bubbel tot 2040, in de sociale zekerheid van de werknemers, door de uittrede van de babyboomers. En ook omwille van andere maatschappelijke prioriteiten, van onderwijs tot klimaatafkoeling. En dus moeten we juist beter doen in plaats van minder, minder, minder.

Met als eerste prioriteit dat men de minima eindelijk optrekt tot de Europese armoedenorm. En niet volgens het plaatje van het Planbureau. met gelijke verhogingen voor ieder. Maar wel met de grootste aandacht voor de gezinnen die verst af zitten van de Europese armoedenorm. En al zeker niet door van de armoedenorm alle andere sociale voordelen af te trekken. Zonder er rekening mee te houden dat armen ook bijkomende kosten hebben. Dat was namelijk het plaatje van Zuhal Demir, gewezen staatssecretaris voor het bestrijden van armen.

Twee, het doel heiligt de middelen. We hebben geen moeite met een debat over de doelmatigheid van de sociale uitkeringen. Maar niet als dit betekent dat we door koppeling van uitkeringen aan het gezinsinkomen nog meer inkomensvallen creëren. Zoals men nu ook ziet dat de bijdrageverlaging voor lagere lonen via de werkbonus op zijn grenzen stuit. En is het normaal dat iemand met 2000 euro bruto per maand, van 100 euro loonkostverhoging, netto amper 18 euro overhoudt. Dat is maar eventjes een aanslag van 82 procent. Terwijl iedereen maar kakelt over hoe erg de marginale aanslag voor topkaders is, ter vergoelijking van hun waaier aan alternatieve loonvoordelen. En is het normaal dat het nieuwe Vlaamse kinderBIJslagstelsel, voor iemand met een inkomen van 2350 euro per maand, een loonOPslag van 50 euro afstraft met 102 euro minder kinderAFslag.

Drie, koken kost geld. En dat is evenzo in de SZ, net zoals in de klimaataanpak. Daar staat een prijs op. Daar beseft iedereen. Maar als dat concreet wordt, stoten we snel op NIMBY: not in my backyard. Vrij vertaald als NIMAND: Niet In Mijn Achtertuin Noch onder mijn Dak. Zodat finaal NIEMAND zich verantwoordelijk acht. Met de sociale zekerheid is het net zo. Haal het geld waar het zit. Maar vooral niet bij mij. Tot op zekere hoogte begrijp ik die reflex. Van hoge vermogens en inkomens uit vermogen mag gerust wat meer komen. Maar de sociale zekerheid is tegelijk ook gebouwd op het bloed, zweet en tranen van de werknemers, uit solidariteit met de collega’s die op pensioen gaan, die getroffen worden door ziekte, invaliditeit, arbeidsongeval of beroepsziekte, of die hun job verliezen. Met de vergrijzing gaan er minder werklozen zijn. Maar wel meer uitgaven voor arbeidsongeschiktheid en pensioen. Betekent dit dat de bijdragevoeten omhoog moeten? Ja, als het moet. Maar laat ons eerst en vooral alle kieren en gaten dichten. Met correcte bijdragen op alle vormen van verloning. Met correcte fiscaliteit op alle vormen van inkomen.

Albasten monumenten restaureren, dat doe je niet blind maar wel met de grootste zorgvuldigheid. Ik dank u.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!