De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Spinoza en de buitenaardse liefde

Spinoza en de buitenaardse liefde

donderdag 14 februari 2019 00:31
Spread the love

Misschien wel de mooiste definitie van de liefde stamt van Spinoza: ‘Liefde is de vreugde over een externe oorzaak’. In mensentaal betekent dat: blij zijn dat iemand bestaat. Dat is een geweldige definitie. (Ben ook niet ontevreden met mijn hertaling, die mij op een mooie lentedag te binnenschoot.) D’ailleurs het Vlaams zegt het geel hoed, helemaal in de lijn van Spinoza: ‘ik zie u graag’ – dat is de enige serieuze manier om in Vlaanderen elkaar echt de liefde te verklaren. En deze eenvoudige, bijna boerse maar ozo fraaie formule, die betekent precies dat: ik ben blij dat je bestaat, en dus is het jou zien de externe oorzaak van mijn vreugde daarover.

Voor Spinoza is de wereld geometrisch te begrijpen en uiteen te zetten. Dus een geometrische definitie van liefde moet alles wat we liefde noemen, kunnen omvatten. En inderdaad, blij zijn dat iets of iemand bestaat, het past er allemaal onder: ouderliefde, broederliefde, zusterliefde, kinderliefde, verliefdheid, amourettes, maar ook dierenliefde, kattenliefde, hondenliefde, of het houden van bepaalde kunstenaars, of zelfs objecten – het kan er allemaal bij; in de grote geometrie, de bolronde cirkel die Spinoza als een zenmeester bijna, meesterlijk in één beweging in de leegte schildert.

Dat geldt ook voor de interspecies love, de liefde tussen soorten, van de ecofeministen. Intersoortelijke liefde berust op het idee dat we af moeten van het antropocentrisme en de symbiose die we vormen met huisdieren en wormen, met paddenstoelen, korstmossen, bacteriën, bijen, virussen en straatmussen, moeten omarmen. Ecofeministen, zoals Donna Haraway en Starhawk, hopen dat we zo de wereld kunnen redden van het mechanistische denken en handelen, dat de dingen beschouwt als manipuleerbaar gebruiksvoorwerp, want het is volgens hen een van de belangrijke oorzaken van de klimaatcatastrofe. De sixth great extension, de vijfde grote uitsterving sinds er leven op aarde is, voltrekt zich voor onze ogen, dames en heren. Die intersoortelijke liefde dus, werd door de wijze Spinoza al ingecalculeerd in zijn geometrie van de affecten. Om maar te zeggen.

Het mooie is ook, vind ik, dat je voelt dat die definitie, althans in mijn hertaling, klopt: als je blij bent als je iets of iemand ziet, dan weet je dat je ervan houdt.  Het is soms zelfs een ontdekking: als ik telkens vaststel dat ik blij bent om iemand zie, dan weet ik dat ik die graag zie, misschien meer dan ik dacht, of althans meer dan ik mij van bewust was. Die blijdschap is als een barometer van de liefde, of een soort van seismograaf.

Vreugde definieert Spinoza dan weer als het versterken van de levensenergie. En dat is een vrolijke wetenschap. De vreugde die de liefde schenkt, verhoogt inderdaad onze levensenergie, de intensiteit van ons bestaansbesef. De liefde werkt als een lichtstraal. Eenzamen in de donkere nacht weten hoe letterlijk waar dat kan zijn.

De vreugde over een externe oorzaak benadrukt heel goed het buiten-gewone, het extra-territoriale van de liefde, het extra-terrestriële, om zo te zeggen. Liefde is buitenaards. Misschien omdat zij vanuit de brandende binnenste kern van het aardse komt. Liefde is dus ook onderaards. Vreemd genoeg heeft die gortdroge definitie van de liefde bij Spinoza een kosmische dimensie. Inderdaad. Spinoza was pantheïst.

Ik ken zijn formules nog van buiten (en van binnen): Substantia est quod in se est et per se concipitur. De substantie is datgene wat in zichzelf is, op zichzelf bestaat en door middel van zichzelf, door zichzelf moet worden begrepen. Met andere woorden: geest en materie zijn een, het zijn twee gezichten of attributen van de ene substantie, van het ene universum. Of nog: het totale denken in de kosmos moet die kosmos van binnenuit begrijpen. (Voor Spinoza was het van buiten en van binnen kennen van de kosmos geen grapje.) Het denken is met andere woorden het zichzelf denken van de kosmos zelf. Een onmetelijk mooie gedachte. Kabbalistisch prachtig. [Spinoza was een crypto-kabbalist, hij was beïnvloed door Cordovero.]

En zo mogelijk nog mooier: Ordo et connexio rerum idem est atque ordo et connexio idearum. De orde en de verbinding van de dingen is dezelfde als de orde en de verbinding van de ideeën. Een schitterend ideaal maar toch wat hoog gegrepen. Zonder pantheïsme kom je er niet. Het betekent dat de orde in de kosmos kan worden begrepen op een strikt geometrische manier, dat, uiteindelijk, de dingen en het denken in totale overeenstemming kunnen komen. Dat kan alleen als alles God is en God alles, want dan zijn wij attribuut van die ene goddelijke substantie, die puur materieel is en vandaaruit zichzelf denkt. In dat soort denken is de orde en de verbinding van de dingen en de orde en de verbinding van de ideeën perfect symmetrisch. Het ene is in feite een doorslagje van het andere. Denken is dan een een-op-een maquette van de dingen, vertaald in ideeën. Dat is wat Spinoza probeert met zijn ethica more geometrico demonstrata. Nooit kwam een filosoof dichter bij de steen der wijzen. (Niet toevallig dat er zoveel filosofen verslingerd zijn op Spinoza – met Deleuze als zelfverklaarde opper-neo-spinozist).

De kortste en de krachtigste woordgroep van Spinoza vat het allemaal samen: Deus sive Natura. God of de natuur, dat zijn twee woorden voor hetzelfde. Het materialistisch pantheïsme in één woordgroep. Een T-shirt slogan bijna. God is natuur, de natuur is god.

Nu we van Spinoza weten wat pantheïsme is, kunnen we terug naar de liefde. Wat zo fantastisch is aan Spinoza’s definitie van de liefde, is dat hij alle liefdes omvat in zijn geometrie. Die grote cirkel dus. Hij definieert de aantrekkingskracht die alle liefde een maakt zoals Newton de zwaartekracht ontdekt. Maar in die eenheid zit tegelijk ook die enorme veelvormigheid van de soorten liefdes vervat. De principiële veelheid van de liefdes. Er zijn vele soorten liefdes, dus ook, soortenliefde. En het is die ruimdenkendheid van Spinoza die zo magnifiek pantheïstisch is. Voor mij is alle liefde vanaf nu intersoortelijk. Wij zijn intersoortelijke symbiose van top tot teen, letterlijk. Wat zou ik zijn zonder mijn darmflora? (De ecofeministische antropologe Anna Tsing heeft mij overtuigd met haar spraakmakende tekst over de mushroom at the end of the world dat de schimmels en de paddenstoelen ons grootste respect, indien al niet liefde, verdienen, omdat ze tegelijk het cement, de tussenschakel en de gesel zijn van alle leven op aarde. Zoiets.)

Natuurlijk: houden van uw darmflora is veel gevraagd, maar toch een piete beetje blij zijn dat ze bestaat. Zou toch mogen? Want, mijn darmflora verhoogt mijn levensenergie. Daar moet ik toch geen tekeningetje bij maken? Dat is dus die diepe schoonheid van Spinoza’s definitieve definitie. Onder andere. Het is een onuitputtelijke definitie, cirkelrond als een opkomende volle maan boven het tranendal in de nacht der algehele verwarring.

(Helaas is Spinoza’s definitie bij nader toezien toch maar een halve waarheid. De donkere kanten van de liefde sparen we liever voor een andere keer. Edith Piaf geeft een idee: het plezier – en dus de vreugde – van de liefde duurt slechts een moment, liefdesverdriet een heel leven.)

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!