Bron: Flickr
Manifest, Economie, Samenleving, België - Ignace Leus

Manifest voor een betaalbare en toegankelijke zorg voor de oudere mens

Zorg voor ouderen heeft de komende zes jaar 1,9 miljard nodig, te financieren via een Bijzondere bijslag zorg.

dinsdag 12 februari 2019 23:24
Spread the love

Vooraf

Ouderenbeleid in Vlaanderen dient gevoerd te worden op verschillende domeinen, zoals mobiliteit, maatschappelijke participatie, wonen, inkomen, vorming enz.

Dit manifest is beperkt tot het domein zorg, omdat dit het domein is waar de organisatorische en financiële uitdagingen voor de Vlaamse Gemeenschap het grootst zijn.

Het is duidelijk dat de intensiteit van de zorg en zorgkosten zo hoog kan zijn dat solidariteit nodig is om die zorg betaalbaar en toegankelijk te houden. De hoogte van de pensioenen is determinerend voor de betaalbaarheid van de zorg en bepaalt of nog andere bijzondere tegemoetkomingen nodig zijn. Het is essentieel dat om de betaalbaarheid te evalueren, niet alleen rekening moet gehouden worden met het wettelijk pensioen, maar eveneens met inkomen uit vermogen, groepsverzekering, én bijzondere tegemoetkomingen zoals de zorgverzekering.

Zorg voor ouderen betekent veel inzet van partners, familie, buren en professionele medewerkers. Zorg verzekeren betekent mensen vrijstellen die voor anderen zorgen. Intense zorg is maar mogelijk door een samenwerking tussen familie en een gevarieerd net van professionele hulp ambulant, dagopvang en residentieel. Dit moet verzekerd worden door een solidaire overheid, gemeenschap die de kwaliteit en de financiële toegankelijkheid bewaakt.

In dit kader moet toch ook even opgemerkt worden dat de waaier van overheden een kluwen van diensten subsidieert en organiseert, die naast elkaar opereren met telkens andere voorwaarden en subsidiebedragen en gebruikersbijdragen. Wij verwijzen heir alleen nog maar naar de thuisverpleging, de gezinszorg, poetsdiensten, de dienstencheques … Integratie van al deze beleidsdomeinen is aan te bevelen, al was het maar om de ouderen en zijn familie niet op te zadelen met al te diverse hulpverleners en organisaties.

Welk extra aanbod is er nodig?

1. Om de komende zes jaar de groeiende groep ouderen met grote zorgnoden zowel via zelfzorg, buurt -en familiale zorg, als met professionele zorg thuis en residentieel te ondersteunen met dezelfde (te lage) omkadering als vandaag, is de komende jaren een meerjarenplan nodig, dat na 6 jaar oploopt tot 510 miljoen euro of elk jaar extra 85 miljoen voorziet.

Dit alleen om per zorgbehoevende hetzelfde aantal medewerkers in de diensten gezinszorg, sociale diensten, dagverzorgingcentra, kortverblijfcentra en woonzorgcentra vrij te stellen als vandaag. Om de noodzakelijke extra zorg verbonden aan het demografisch stijgend aantal zorgbehoevende ouderen aan te bieden.

2. Om de kwaliteit in de woonzorgcentra en de thuiszorgdiensten te verhogen en op een peil te brengen dat nabije kwaliteitsvolle zorg en hulp verzekert, is daarenboven absoluut nodig om honderden extra medewerkers aan te werven en te betoelagen. Dit vereist een verhoging van de personeelsnorm minstens tot op het niveau van de RVT-norm in de woonzorgcentra. Daarvoor is 202 miljoen nodig of een extra jaarbudget van 33 miljoen per jaar om dit over zes jaar te realiseren.

De norm in 6 jaar nog hoger optrekken tot het niveau van de Vlaamse gehandicaptenzorg vraagt een budget van 1.1 miljard of 183 miljoen per jaar. Uiteraard hangt kwaliteit niet alleen af van het aantal medewerkers, maar evenveel van hun houding en empathie voor de gebruikers.

Maar ook in de thuiszorg is de werkdruk zo hoog dat meer mensen nodig zijn om bepaalde doelgroepen, in bijzonder met dementieproblemen, correct te verzorgen. Een aangepast personeelskader moet de draagkracht van de verzorgenden bij bepaalde ouderen verhogen. Wij ramen die voorzchtig op 10 procent van de huidige omkadering of op 70 miljoen. 

3. Om de thuiszorg meer te ondersteunen dient per gemeente een dagverzorgingscentrum en lokaal dienstencentrum te worden voorzien, alsook voldoende kortverblijfcentra. Bovendien dient de eerste lijn versterkt te worden met voldoende sociale helpers die info en advies kunnen geven. Samen is daarvoor de komende zes jaar 75 miljoen euro nodig.

Hoe financieren en betaalbaar maken?

4. Het nodige extrabudget voor de komende zes jaar van 1,9 miljard kan en zal op verschillende wijzen moeten gefinancierd worden. 

Een eerste bron van financiering is de financiering  verder solidair te organiseren via een toelage uit de algemene middelen van de overheid via hoofdzakelijk een progressieve belasting . De discussie over een rechtvaardig fiscaal beleid is essentieel. Een veel lagere vorm van solidaire financiering is de forfaitaire premie voor de zorgverzekering of Vlaamse Sociale Bescherming.

Een andere financieringsbron is om de gebruikers meer te doen betalen. Welk dit deel is, is in verhouding tot de door de overheid betaalde zorg en in hoeverre naast arbeidsinkomen, ook inkomen uit vermogen moet aangesproken worden .

Essentieel is toch dat ieder op tijd goed geinformeerd wordt dat er in de laatste levensjaren wellicht nog een factuur komt voor kosten van verzorging.

Andere vormen van financieringsbronnen kunnen zijn o.a. een private verzekering zoals een rustoordpolis cfr. de hospitalisatieverzekeringen, de aanvullende verzekeringen van de ziekenfondsen, die meer zouden kunnen gericht worden op zorg voor ouderen, of door de tussenkomsten vanwege de OCMW’s (120miljoen?) niet te beperken tot de eigen woonzorgcentra.

De financiering zou ten dele kunnen gebeuren door een interne verschuiving binnen het budget van de ziekteverzekering van cure naar care. Meer middelen zouden voor de financiering van langdurige dure zorg en dus lagere remgelden of persoonlijke kosten voor chronisch zieken, kunnen vrijgemaakt worden via de invoering van een franchise, waardoor gelden minder worden ingezet voor korte niet dure zorg in de ziekteverzekering. Een franchise van bv. 100 euro zou 1 miljard euro vrijmaken, die dan kan ingezet worden voor meer terugbetalingen van dure en chronische zorg zoals oa de ouderenzorg .

Dit vereist echter nieuwe afspraken inzake de communautarisering van de ziekteverzekering, tussen de federale Overheid en de Gemeenschappen.

5. De meest solidaire financiering is die via de algemene middelen, die rekening houdt met de financiële draagkracht.

Om de relatie met de zorgsector te verduidelijken kan dit best via een Bijzondere Bijslag voor Zorg via een geaffecteerde opcentiem op alle inkomens, met inbegrip van inkomen uit vermogen. Om de bijkomende kost te dekken via een opcentiem op inkomen en vermogen, zou er een Bijzondere Bijdrage van 5 procent nodig zijn.

Een opcentiem is veel socialer én administratief eenvoudiger dan de huidige forfaitaire zorgpremie. De extra kost financieren via een forfaitaire premie betekent dat die zou moeten verhoogd worden van 52 euro naar 412 euro per persoon of 824 euro per gezin, wat voor vele gezinnen een ondraaglijke kost wordt.

Indien de Vlaamse Zorgverzekering via een opcentiem ware gefinancierd zouden 7 op 10 Vlamingen veel minder moeten betalen dan vandaag, door de bijdrage inkomensafhankelijk te maken.

Bovendien is de zorg afhankelijk stellen van een betaalde forfaitaire premie een enorme administratieve achteruitgang voor de ouderenzorg in vergelijking met de huidige soepele toegang tot de zorg door de financiering via de algemene middelen. 

Hoe de betaalbaarheid organiseren

6. De hoogte van de financiering via de algemene middelen, bepaalt wat de individuele gebruiker moet betalen voor zijn zorg. Hierbij is het nodig om rekening te houden met de betaalbaarheid van de zorg in functie van ieder zijn financieel inkomen en vermogen. De betaalbaarheid kan voor velen verbeterd worden door de eigen betalingen inkomens -en vermogensafhankelijk te maken. Tezelfdertijd biedt dit een antwoord op de vraag om ouderen met vermogen en hogere inkomens meer te doen betalen, en of vooraf eigen woning moet verkocht worden of niet.

In de thuiszorg is de gebruikersbijdrage voor gezinszorg al jaren inkomens -en vermogensafhankelijk. In die zin is het logisch dat dit ook gebeurt in de woonzorgcentra. En in feite is dit ook te bepleiten voor andere partners in de thuiszorg zoals de thuisverpleging of de dienstencheques.

Dit vermindert de nodige middelen vanuit de algemene solidariteit en verhoogt de bestaanszekerheid van vele lage inkomens.

7. De betaalbaarheid kan verhoogd worden door kostenvergoedende tegemoetkomingen.

Vandaag bestaan er twee dergelijke tegemoetkomingen in Vlaanderen. Er is de zorgverzekering die maandelijks 130 euro betaalt, en de THAB die kan oplopen tot 571 euro per maand. De betaalbaarheid voor de zorgbehoevende ouderen kan sterk verhoogd worden door de zorgverzekering voor ouderen te integreren in het stelsel van Tegemoetkomingen Hulp aan Bejaarden (THAB). Hierdoor kunnen de individuele tegemoetkomingen aan zorgbehoevende ouderen met te lage inkomens sterk verhoogd worden. Bijvoorbeeld bij de zwaarst zorgbehoevende van 571 euro tot 900 euro per maand.

Die tegemoetkoming wordt immers alleen toegekend aan zorgbehoevende ouderen na inkomensonderzoek, waarbij ook rekening gehouden wordt met inkomen uit vermogen. Daar beiden  dezelfde doelstelling hebben nl een tegemoetkoming uitkeren bij zorgbehoefte, lijkt het logisch om die beiden te integreren in één systeem met hetzelfde budget (700 mio). Armoede  bij zorgbehoevende ouderen kan alzo vermeden worden en de afhankelijkheid van het OCMW kan worden herleid tot nul, zonder één euro meer te besteden maar wel de overheidsmiddelen selectiever en doelmatiger toe te wijzen.

Een andere optie is om deze budgetten om te zetten in financiering van diensten en voorzieningen, en dit tegen voorwaarden dat die betaalbaar zijn voor lagere inkomens, zodat er geen bijkomende individuele tegemoetkomingen meer nodig zijn. Concreet zou de bijkomende financiering van de nodige extra zorg aldus voor reeds de helft aldus kunnen gefinancierd worden

De betaalbaarheid moet ook verzekerd worden via het mechanisme van een maximumfactuur cfr. de maximumfactuur in de verplichte ziekteverzekering. De persoonlijke tussenkomsten voor zorg van de oudere moeten beperkt worden tot een bepaald percentage van zijn inkomen, overigens best in combinatie met de maximumfactuur voor gezondheidskosten in de ZIV. Bij de ZIV-maximumfactuur is de persoonlijke kost beperkt tot ongeveer 2,5 procent van het gezinsinkomen.

8. Tenslotte kan de betaalbaarheid verzekerd worden via de invoering van een polis voor longterm care  cfr de hospitalisatiepolissen, weze dat dit eerder in de sector van de private verzekeringen thuishoort en niet via een solidaire verzekering georganiseerd wordt, en dus voorbehouden is voor een deel van de bevolking.  In ons voorstel om de dagprijs van de woonzorgcentra inkomensafhankelijk te maken, ware het wel een piste om die mensen de kans te geven om zich te verzekeren.

Enkele bijkomende randvoorwaarden

9. De inzet van overheidsmiddelen, de solidair gefinancierde middelen moeten voorbehouden worden aan voorzieningen die prijs – en kwaliteitsvoorwaarden  respecteren. Daarom is meer transparantie nodig via de opvolging en goedkeuring door een commissie met onafhankelijk financieel deskundigen.

10. De doelmatige inzet van de professionele zorg in samenwerking met de familie moet samen gaan met de echte versterking van dé mantelzorg door o.a. de inzet van kortverblijf, dagverzorging en andere ondersteunende diensten. Maar ook een volwaardige financiële vergoeding van mantelzorgers zoals voor persoonlijke assistenten in de gehandicaptenzorg, verhoogt de draagkracht, uiteraard onder strenge controle van juist gebruik en inzet van de zorg.

11. De toegang tot dure gesubsidieerde zorg dient verzekerd en toegelaten worden door een indicatieorgaan, dat werkt met één schaal ter evaluatie van de zorg teneinde een objectief oordeel uit te spreken over de zorggraad die een indicatie geeft van de hoeveelheid zorg die de persoon nodig heeft, onafgezien wie die zorg aanreikt. Het budget dat kan ingezet worden voor de zorg van een oudere dient gedetermineerd te worden door de hoeveelheid zorg die nodig is om betrokkene te verzorgen, en die verschilt van persoon tot persoon, en situatie.

12. Teneinde de autonomie van de zorgvrager en zijn naaste omgeving te verhogen, én de zorgsubsidie te differentiëren in functie van de noodzakelijke zorg, kan aan betrokkene een zorgbudget worden toegekend. Dit kan gebruikt worden voor de inkoop van face to face hulp, dus niet voor investeringen of organisatiegebonden kosten. Dit budget kan ingezet worden voor inkoop van alle professionele hulp via een voucher of inkoop van persoonlijke assistenten, inbegrepen familieleden, reguliere en gespecialiseerde zorg.

13. Het blijft de verantwoordelijkheid van de overheid om ervoor te zorgen dat er voldoende professioneel aanbod is, zelfs al wordt dit gefinancierd via individuele budgetten.

take down
the paywall
steun ons nu!