Foto: Nima Vogelzang
Opinie, Wereld, Economie, Milieu, Politiek - Nilufar Ashtari

Oorlog doodt het klimaat

Ik ben boos, net als de spijbelende jongeren die massaal de straat op gaan om te demonstreren voor het klimaat. Ik ben boos omdat de wereld dreigt af te glijden in een totale oorlog, als we niet oppassen, waarvan de gevolgen voor mens en milieu niet te onderschatten zijn. Echter het woord oorlog komt niet of amper voor tijdens de klimaatdemonstraties.

maandag 4 februari 2019 16:21
Spread the love

Oorlog is niet populair, oorlog is een ver van mijn bed show, waaraan we gewoon zijn geraakt en denken niets aan te kunnen veranderen. Tot voor kort gold dit gevoel ook voor het klimaat. Nu dwingt de straat de politiek tot acties, tot een consequent klimaatbeleid in plaats van allerlei loze beloftes.  

Voor de klimaatactiviste Greta Tunberg, die de spijbelbeweging op gang heeft getrokken, is het zwart of wit, nu of nooit. Een kwestie van de handrem aan te trekken tegen de eeuwigdurende economische groei die ervoor zorgt dat de elite in rijke landen in luxe kunnen leven, terwijl de gewone mensen hiervoor de prijs betalen.

In de speech die Tunberg gaf op de klimaatconferentie van de Verenigde Naties, die al meer dan een kwart miljoen keer is bekeken op YouTube, verklaarde ze verder dat we een crisis niet kunnen oplossen zonder het als een crisis te beschouwen. Ze reikte ook een oplossing aan: “We moeten de fossiele brandstoffen in de grond houden en we moeten ons richten op rechtvaardigheid en als de oplossingen in het systeem zo onmogelijk te vinden zijn, moeten we misschien het systeem zelf veranderen.” Revolutionaire woorden gesproken door een vijftienjarig meisje. 

Tunberg haalt hier twee belangrijke aspecten van klimaatverandering aan; het individuele en het structurele. Zij heeft het over een wij versus zij: de elite versus de gewone mensen in haar land Zweden. Wij zijn natuurlijk ook de zij. Wij zijn de elite die in luxe leven, vliegtuigen nemen, afhaalmaaltijden eten, met de auto rijden, en blijven shoppen. Het is dit individuele aspect van klimaatverandering dat de media blijft belichten. Door ons consumptiegedrag zijn wij allen verantwoordelijk voor klimaatverandering. Zoals Fhara De Aguirre beaamt in De Afspraak, terwijl ze Anuna De Wever interviewde, die jongeren in België heeft opgeroepen elke donderdag te spijbelen voor het klimaat: “Zijn jongeren wel voldoende consequent? Ze vliegen graag, ze vliegen overal naartoe, ze bestellen pakjes online.” (De Afspraak, 11 januari 2019) De klimaatproblematiek wordt gekaderd in een individualistisch licht, wat wederom leidt tot verzuchting en een gevoel van uitzichtloosheid en hopeloosheid. De jeugd is naïef en hypocriet.  

Aan de onderliggende reden van klimaatverandering wordt niet geraakt. Het klaagt namelijk een structureel probleem aan dat om structurele oplossingen vraagt. Hoe moeten we de fossiele brandstoffen in de grond houden? Als vredesactiviste stel ik mij de vraag indien de fossiele brandstoffen in de grond worden gehouden, zou er dan minder of geen oorlog zijn? Want de oorlogen die vandaag de dag worden gevochten hebben meer te maken met energie dan met democratie; met imperialisme en kapitalisme dan met socialisme. 

Het verband tussen klimaat en vrede is nauw maar wordt zelden gelegd. De grote vredesbetogingen van de jaren zeventig tegen de Vietnamoorlog liggen ver achter ons. “Oorlog en vrede” kon toen een massa mensen mobiliseren maar slaagt daar vandaag de dag amper in. Oorlog en streven voor vrede zijn out, klimaat niettegenstaande is in, tot modewoord verworden.  

Maar laat ik nu eens belichten hoe oorlog en klimaat structureel verwoven zijn, met de woorden van Chomsky in gedachten. Volgens Chomsky wordt de wereld geconfronteerd met twee existentiële bedreigingen; klimaat opwarming en nucleaire oorlog.  

Het Pentagon is de nummer één vervuiler ter wereld. Zij hoeven hun CO2 voetafdruk niet te communiceren, gezien dit niet bindend is voor buitenlandse militaire missies – een regel in het VN-klimaatverdrag. De Amerikaanse oorlogsmachine die bestaat uit minstens 1.774 militaire bases, straaljagers, tanks, vliegdekschepen, wapenproducenten etc. verslindt een enorme hoeveelheid aardolie, waaraan geen einde lijkt te komen door eeuwigdurende oorlogen.

Dirk Adriaensen, vredesactivist: “Het Pentagon verbruikt meer aardolie per dag dan de totale consumptie van 175 landen (van de 210 in de wereld) en genereert meer dan 70 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in de VS, volgens statistieken in het CIA World Factbook.” Nog, aldus Adriansens, geven cijfers van de eerste vier jaar van de Irak-oorlog aan dat er meer CO2 werd uitgestoten dan in 60 procent van alle landen in de wereld samen. 

Naast CO2-uitstoot is er de chemische vervuiling die oorlog met zich meebrengt. Het Amerikaanse Ministerie van Defensie produceert meer gevaarlijk afval dan de vijf grootste, in de Verenigde Staten gevestigde, chemische bedrijven samen. De effecten op mens en milieu van het gebruik van verarmd uranium en witte fosfor dat massaal werd ingezet in de Irak-oorlog van 2003, evenaren die van Hiroshima na de bom.

Het arsenaal aan chemische producten zoals verarmd uranium, witte fosfor, agent orange, napalm en brand blussende foams is onuitputbaar en in volle ontwikkeling. Daarnaast zijn tapijtbombardementen ook een vorm van chemische oorlogvoering door de vervuilende materialen zoals asbest, die vrijkomen bij het tot puin bombarderen van hele steden. De stofwolken die het bombarderen verder veroorzaakt voeden ook de stofstormen en worden gevoeld tot ver buiten de grenzen van de getroffen gebieden. Ze werken bovendien woestijnvorming in de hand.  

Kanker, leukemie, het Golfoorlog-syndroom, misvormingen bij de geboorte, kindersterfte behoren allemaal tot de rechtstreekse gevolgen van oorlog op de mens. En dan hebben we het nog niet eens over de nucleaire testen die alle nucleaire mogendheden hebben uitgevoerd en het effect daarvan op mens en milieu. Alleen al in de jaren veertig en vijftig dropten de VS meer dan 60 atoombommen op de Marshall-eilanden.  



Foto: Nima Vogelzang

Economische sancties zijn ook een vorm van oorlogsvoering die een enorme tol eisen aan het milieu. Het verplicht landen namelijk tot een zekere zelfvoorziening in voedsel en moedigt zo de agro-business aan. In landen, met waterschaarste, zoals Iran, is dit niet duurzaam. Tegelijkertijd zorgen sancties ervoor dat buitenlandse investeringen in groene energie worden opgeschort. In energie intensieve landen zoals Iran, met 80 miljoen mensen en een energieverbruik in stijgende lijn, is energie diversificatie, onontbeerlijk om de doelstellingen van het Parijs klimaatakkoord te bereiken. Een niet onbelangrijk gegeven, Iran heeft dit akkoord ondertekend, Amerika niet. In dit akkoord heeft Iran beloofd om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 4 procent te verminderen, maar de vraag is of dit gaat lukken doordat de Westerse investeringen in groene energie nu gedeeltelijk zijn weggevallen. 

Oorlog en oorlogsdreiging zorgen ervoor dat de energie- verslindende en vervuilende oorlogsmachine blijft draaien. De gigantische budgetten die hieraan worden besteed, gaan verloren voor projecten die klimaat en sociale rechtvaardigheid ten goede komen.

Strijden voor het klimaat is dus ook strijden en opkomen voor vrede in de wereld want oorlog doodt het klimaat. Het is een halt toe roepen aan de oorlogsmachine; het is nee zeggen tegen het “imperialisme,” en “kolonialisme,” in een nieuw jasje, dat gestuurd wordt door het ongebreidelde kapitalisme. Als niet de angst primeert noch de winst, maar de mens centraal komt te staan in het politieke debat, dan pas kunnen we spreken over klimaatbeleid.

 

Dr. Nilufar Ashtari is oprichtster van #noIranWar 

https://www.facebook.com/noiranwar.org/ 
https://twitter.com/noiranwarorg

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!