Plan A. De Wever of plan B. De Wever?

Plan A. De Wever of plan B. De Wever?

dinsdag 29 januari 2019 14:23
Spread the love



De Wever meets Wydooghe, zondag 27 januari 2019.

‘Leermeesters, het woord raakt me’ zo noteerde Jaap Kruithof ergens begin jaren negentig. Het woord wond hem op. Leermeesters: het kunnen schrijvers, schilders, een tuinman of een boer zijn. Dit soort figuren bieden inspiratie, veeleer dan een officiële gezagsdrager uit het onderwijs of een politicus. Evenmin hoeven leermeesters ouder te zijn dan jezelf. ‘In een authentieke leerverhouding wordt de leerling de leermeester van zijn leermeester en laatstgenoemde leerling van zijn leerling’ wist Kruithof. Een leermeester is een tovenaar. Of een klimaatactiviste

Blindelings vertrouwen

Toen Kruithof dat cursiefje schreef, was hij zich al erg bewust welk soort meester hij zelf was en hoe studenten naar hem opkeken. Sommigen zouden hem blindelings volgen, handen voor hem in het vuur steken. En net die studenten vermaande Kruithof om hun volgzaamheid.

Met Etienne Vermeersch was dat niet anders. ‘Denk niet zoals ik, denk zelfstandig’ was het motto dat teruggaat op Kant en de Verlichting. Mondigheid is het vermogen het verstand te gebruiken zonder leiding van een ander. Daar is moed en wilskracht voor nodig. Nu het lichaam van Vermeersch stilaan koud wordt, plaatst emeritus hoogleraar filosofie Dirk De Schutter deze meester in het kamp van de rationalisten, de categorie van zij die ‘het’ weten. Dat Vermeersch de filosofie als een wetenschap bedreef, maakte hem als filosoof uniek, niet eenzijdig, zoals De Schutter beweert.

Business model?



Op de foto met de allerjongsten.

Ik volg De Schutter als hij zegt dat de kracht van de filosofie in geloof en moed, verwondering en enthousiasme liggen. Ik juich als De Schutter zegt dat het niet volstaat om het klimaat te redden met een technische ingreep (of met een business model, in de woorden van Gwendoline Rutten).

De klimaatvragen zijn niet op te lossen met het pure weten; alsof het om één supervraagstuk gaat, als jongeren maar hard en genoeg wetenschappen studeren (dixit B. De Wever). Het vergt geloof, moed, verwondering en enthousiasme om zo massaal het ongenoegen te uiten.

Dat geloof en dat enthousiasme, die moed en die verwondering zullen straks nodig zijn als het protest zich ombuigt tot de mentaliteits- en gedragswijzigingen, tot de reële acties en de interventies waar we tegenaan kijken. Die kwaliteiten zijn alvast aanwezig bij wie telkens weer de straat op komt. Nu de politiek en de economie nog. Misschien lukt dat, misschien krijgen we politiek en economie over de streep als we twee begrippen aan het rijtje toevoegen: speelsheid en creativiteit. Een creativiteit en een speelsheid die zich niet beperken tot ‘de’ kunsten, maar die zich nestelen in het hele maatschappelijke gebeuren.



De massa. 70.000 bezoekers? Vergeet het. Veel meer.

Die mix helpt de maatschappij in vraag te stellen om, aldus Dirk De Schutter ‘een cultuur uit te bouwen die de naam cultuur waardig is.’ Daar is het ons inderdaad om te doen. Streefden Vermeersch en Kruithof daar ook niet naar?

take down
the paywall
steun ons nu!