‘Let’s change the world?’ Nood aan publiek bezit en planning
Opinie, Economie, Milieu, Samenleving, Politiek -

‘Let’s change the world?’ Nood aan publiek bezit en planning

Gele hesjes, #YouthforClimate, een nationale staking van de vakbonden: het volk mort en trekt de straat op. Goed nieuws dat het neoliberaal beleid langs verschillende kanten onder vuur ligt. Maar hoe verbinden we deze sociale strijd voor de omwenteling die nodig is?

donderdag 24 januari 2019 11:56
Spread the love




Vorige donderdag sprak Anuna op de grootste scholierenstaking sinds de jaren 90 de bosbrossers toe vanop een busje van de ABVV-jongeren die logistieke ondersteuning verleenden. De vakbonden steunen tevens de Rise for Climate nu zondag, 27 januari. Ook menige syndicale congrestekst benadrukt het belang van een rechtvaardige transitie naar een duurzame economie.

Duurzame koopkracht

Maar tegelijk blijft de focus voor de nationale staking van 13 februari wel strak gericht op het sociale overleg over koopkracht: nu de Europese Centrale Bank jarenlang miljarden in de economie pompte, mag die groei niet integraal in de zakken van bankiers en aandeelhouders verdwijnen.

Zij die werken en de economie doen draaien verdienen een verhoging van de (minimum)lonen en een verlaging van de werkdruk. N-VA liet overigens prompt weten dat ze tegen is en de regering wil helpen om de patroons te bedienen. Benieuwd wat de Vlaamse kiezers daarvan vinden.

Maar koopkracht gaat natuurlijk ook over beter openbaar vervoer en een duurzame energiesector in het democratisch beheer van de mensen. Goeie dienstverlening maakt het leven betaalbaar en ook leefbaar voor iedereen. De syndicale strijd beperkt zich niet tot een herverdelende loonpolitiek.

De studenten kiezen intussen ook voor actie na hun examens: Students for Climate. Op donderdag 14 februari, de dag na de nationale ‘valentijnsstaking’, vervoegen de studenten de strijd voor het klimaat van de jongeren. Initiatiefnemer Bakou Mertens is duidelijk: ’klimaat en sociale rechtvaardigheid moeten verkiezingsthema’s worden.’

Als de vakbonden hun eisen wat verbreden, dan kunnen ze de sociale strijd gemakkelijk verbinden met de klimaatstrijd van deze nationale studentenbetoging. De privatisering en uitverkoop van onze publieke diensten een halt toeroepen? Helaas, die eis nam het gemeenschappelijk vakbondsfront in haar complexe evenwichtsoefening niet op als strijdpunt. Jammer, want woede is er genoeg en het gaat ten slotte om dezelfde strijd.

Politiek agenda

Het is natuurlijk sowieso een goede zaak dat een meerstemmig protest klimaat en sociale rechtvaardigheid prominent op de agenda van de verkiezingsstrijd zet, hoewel rechts het liever over identiteit en migratie zou hebben. De frustratie met het huidige arrogante, afbraakbeleid is groot. De roep om verandering klinkt luid. Maar wat die verandering precies kan zijn, daar hangt nog veel mist rond.

De gele hesjes en de klimaatspijbelaars zijn bewegingen die spontaan zijn ontstaan en zich direct richten tot de politiek, maar niet echt een programma voorop zetten. De gele hesjes maken alvast wel duidelijk dat je de factuur voor een klimaatbeleid via een vlaktaks met hogere accijnzen op brandstoffen niet op de burgers moet afwentelen.

Want voor wie op het platteland woont, waar geen degelijk openbaar vervoer bestaat en waar winkels en werk enkel nog in de stad te vinden is, is er niet meteen een alternatief voor de auto. De transitie naar een duurzame samenleving zal sociaal moeten zijn, die boodschap klinkt wel duidelijk.

#YouthforClimate weigert op zijn beurt de oplossingen van de klimaatverandering over te laten aan innovatie en lucratieve technowetenschap via de vrije markt. Ze willen politieke daadkracht, en wel meteen.

Dat is knap lastig voor bewindslui die sturing enkel mogelijk achten via een marktcorrigerend beleid: subsidies voor het ene, hogere taksen op het andere. Met een beleid van groene fiscaliteit haal je niet eens de afspraken van het Parijs-akkoord, en die zijn al onvoldoende.

De jongeren passen ook voor het standaardantwoord van politici: dat de burgers het zelf maar weer eens zullen moeten doen. Minder vlees eten/vliegen/consumeren, het gebeurt al. De jongeren richten zich duidelijk naar het beleid.

Toch ziet Dirk Holemans (Groen) het jongerenprotest als een gelegenheid om zijn pleidooi voor burgerinitiatieven te herhalen. Hij geeft voorbeelden uit Denemarken en Duitsland maar vergeet te vermelden dat ze succesvol zijn dankzij de steun van en samenwerking met de overheid. Het is vooral daar dat de verandering moet komen.

Systeemverandering

Let’s change the world’, klinkt het bij de jongeren. Hun protest is levensnoodzakelijk want wij zijn de allerlaatste generatie die een fatale ontregeling van ons klimaat kan afwenden. De tijd tikt weg op de Carbon Countdown Clock: nog maar een paar jaar te gaan voor we de catastrofale grens van de klimaatopwarming bereiken. No Time, zo titelt Naomi Klein haar confronterende boek.

Er is geen zijlijn meer, de urgentie is hoog, maar wat is dan die ‘verandering’ die we nodig hebben? Auteurs als Naomi Klein, Ludo De Witte en Matthias Lievens zetten het dilemma op scherp: klimaat versus kapitalisme.

Systeemverandering is een conditio sine qua non om onze planeet leefbaar te houden. Dat ontkennen is zelfbedrog. We moeten samen onze economie rechtvaardig kunnen beheren en bezitten, zodat duurzame planning mogelijk is.

Participatieve planning

Sommigen steigeren pavloviaans als ze het woord ‘planeconomie’ horen. Toch kan je vandaag niet langer ontkennen dat de onzichtbare hand van de markt zich niet laat sturen naar een klimaatneutraal beleid.

In tegendeel, de fossiele industrie doet er nu alles aan om hun winstmarges veilig te stellen. Kritisch wetenschappelijk onderzoek toedekken, mensen uitbuiten, de natuur uitputten, het doel heiligt de middelen. Ons politiek personeel reist gedwee af naar Davos om het op een akkoordje te gooien met de financiële elites die afhankelijk zijn van hun investeringen in vervuilende multinationals.

Om als samenleving te overleven, hebben we echter systematische, democratische planning nodig en dat is maar mogelijk als we, burgers en overheid samen, ons economie terug in eigen handen nemen. We moeten de markt niet corrigeren maar eerder beconcurreren door de uitbouw van onze eigen sociaaleconomische organisatie van onze maatschappij – we own it!

Wanneer het er echt toe doet, weet zelfs de elite heel goed wat nodig is om een meer rationele economie in de steigers te zetten. In 1941, toen de Britse regering een strijd op leven en dood met het Hitler-regime uitvocht, reorganiseerde Londen de Britse landbouw drastisch. De sleutelwoorden waren planning, centralisatie en afbouw van de vleesindustrie. De overheid nam de productie van landbouwbedrijven en de maakindustrie over. Met resultaat: in 1942 was de gemiddelde calorie-inname van de Britten hoger dan in de vooroorlogse periode.

Deze omwenteling was helaas niet ingegeven door de wil een productie in het belang van mens en natuur op te zetten, maar kwam voort uit militaire overwegingen. Na de oorlog werd de economie weer overgeleverd aan de chaos van de marktwerking, met alle bekende gevolgen van dien. Het toont echter wel dat een omwenteling mogelijk en ook succesvol kan zijn. Maar daar is strijd en een brede frontvorming voor nodig. Vakbonden hebben daarin een grote verantwoordelijkheid, en moeten die ook opnemen.

Of zoals de Amerikaanse historicus Howard Zinn het zei: “People think there must be a magical tactic, beyond the traditional ones – protests, demonstrations, vigils, civil desobedience – but there is no magical panacea, only persistence.” Tot zondag!

 

Robrecht Vanderbeeken, filosoof, vakbondsverantwoordelijke, ACOD cultuur.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!