Griekse olijfolie, mythische uitweg uit de crisis
Reportage -

Griekse olijfolie, mythische uitweg uit de crisis

Veel Griekse jongeren verlaten hun land wegens de diepe economische crisis. Een aantal keert terug naar de dorpen van hun ouders of grootouders. Daar brengen ze de olijfteelt terug tot leven en vinden er een inkomen in de informele economie. Kostis Ntantamis ging olijven oogsten op Zakynthos en geeft uitleg bij de heropleving van de Griekse olijfteelt.

woensdag 19 december 2018 16:28
Spread the love

Zakynthos

Het Griekse eiland Zakynthos aan de Griekse westkust in de Ionische Zee heeft een oppervlakte van 405 vierkante kilometer (twee maal zo groot als de stad Antwerpen). Er wonen ongeveer 40.000 mensen, die in zes dorpen leven waarvan het gelijknamige Zakynthos het grootste is.



Zakynthos (googlemaps)

Na de Tweede Wereldoorlog werden burgemeester Karrer en bisschop Chrysostomos gelauwerd voor hun rol in het verbergen van de ongeveer 275 Joden op het eiland in de rurale gebieden. Zij wisten zo allen de Holocaust te overleven, die in de rest van Griekenland onder de Duitse en Bulgaarse bezetting zwaar heeft toegeslagen. Meer dan 80 procent van alle Griekse Joden werden gruwelijk afgeslacht in de concentratiekampen.

De landbouw op het eiland bestaat uit pitloze druiven voor krenten, wijndruiven, pompelmoezen en andere citrusvruchten, maar de grootse landbouwoppervlakte gaat naar olijfbomen. Het eiland is een van de grootste olijfolieproducenten van Griekenland. Met zijn sterke zonneschijn en frequente regen is de kwaliteit van de olijfolie en zijn afgeleide producten uitstekend.

Iedere herfst tegen het einde van het toeristisch seizoen is de lokale bevolking druk bezig met de olijvenoogst. Het is een arbeidsintensief proces van netten leggen en samenrapen, snoeien en afkloppen met lange stokken van de olijven, nu meer en meer met behulp van schudmachines. 



(Kostis Ntantamis)

Het grootse deel van de oogst gaat naar olieproductie. Een klein deel houden de bewoners bij om te pekelen om ze eetbaar te maken (zie De zware handenarbeid achter olijfolie: een reportage). Olijven zijn een vast ingrediënt van de Griekse keuken. Meso Gerakari (waar alle foto’s werden genomen) is een klein dorpje in de buurt van Alykanas, aan de oostkust ongeveer 13 kilometer ten noordwesten van de ‘hoofdstad’ Zakynthos en zijn haven. 

Oogsten met de lokale boeren

Het is vroeg dag en de zon komt op. De eerste zonneschijn breekt de vochtige ochtendkilte. Geloei en geblaat van vee wordt gedempt door het gebrom van tractoren. Begin oktober komt het toeristisch seizoen stilaan tot zijn einde, tijd voor de lokale bevolking om te beginnen met de olijfoogst – een vaste traditie, tevens bron van een welkom bijkomend inkomen.

Om 7:30 is iedereen al druk in de weer (anderhalf uur vroeger dan in Spanje, waar het dan nog donker is). Rijd je op de weg van Meso Gerakari naar de zee, dan zie je om de zoveel meter mensen bezig met het uitspreiden van de groene nylon netten die de olijven zullen opvangen. Net buiten het dorp zie ik links reeds enkele boeren aan het rapen. Zij werken alledrie voor grondeigenaar en uitbater Thodoris. 



(Kostis Ntantamis)

Ze verwelkomen me zeer hartelijk en ik begin aan hun werkroutine deel te nemen. Markos en zijn broer Thanasis verslepen de netten terwijl hun andere broer Trintan met een mechanische schudder de olijven doet vallen. Eenmaal de netten onder nabije bomen zijn gelegd komen ze helpen bij de boom van Trintan, door met lange stokken aan de de takken te schudden. Daarna slepen ze het net naar een volgende boom, er zorg voor dragend dat de olijven er netjes blijven op liggen. Zodra het net vol genoeg is, beginnen ze zakken te vullen, terwijl Trintan naar een volgende boom stapt waar al netten onder liggen. Twee uur later nemen we een korte koffie-break waarna we de zakken op een kleine vrachtwagen laden.

Naar de coöperatie

Rond vier uur ‘s middags beginnen de eerste karren en vrachtwagens toe te komen aan de plaatselijke coöperatie. Christos geeft iedereen instructies. In volgorde van aankomst en naargelang de grootte van de vracht worden de zakken gestockeerd naast het persgebouw of onmiddellijk gelost. Na het verwijderen van vuil, bladeren en twijgen komen de olijven in containers terecht waar ze reeds tot een ruwe pasta worden vermalen. Op elke container komt de naam van de eigenaar.

Twee uur later worden de eerste containers in de persmachine gegoten waar de extractie van de olie wordt uitgevoerd. Uiteindelijk komt de olie via een ziftmachine in een andere container terecht. De omstaande boeren eren ondertussen de lokale traditie om wat brood te eten met lokale raki. Ze doppen hun brood in de verse olie, wat ze glimlachend “de juiste manier om de zuurtegraad te meten” noemen.



(Kostis Ntantamis)

De oogst gaat naargelang de weersomstandigheden door van half oktober tot eind december of begin januari. De plaag van olijfvliegen (‘dakos’ in het Grieks) waarvan de larven de olijven van binnenuit opeten is een toenemend probleem in heel Griekenland (dat zich ook in Andalucía en andere olijfgebieden meer en meer voordoet).

Olijvenkweker Tasos Vourgas vertelt

Tasos Vourgas is sinds 2010 met 3 vrienden mede-eigenaar van het bedrijf G3Foods. Samen hebben ze van hun passie voor olijven hun beroep gemaakt. Allen komen ze uit families met een generaties lange olijftraditie. Hun bedrijfje heeft wereldwijd erkenning verworven met meerdere prijzen. Ze produceren olie onder hun eigen merknaam, die ze voornamelijk naar de VS, China en het Midden-Oosten uitvoeren, minder naar Europa.

Hoe anders is het leven van olijfolieproducenten voor de crisis en nu? Volgens Tasos was de algemene tactiek vroeger om zoveel mogelijk te verkopen aan groothandelaars. Tijdens de eerste jaren van de crisis probeerden heel wat mensen zelf bedrijven op te richten om direct te verkopen aan de kleinhandel of de klanten, maar slechts weinigen hebben dat overleefd. Oorzaak was deels hun amateuristische aanpak, vooral omdat ze volledig focusten op kwantiteit en niet op kwaliteit, als de olie maar snel in de fles zat.



(Kostis Ntantamis)

Tasos is desondanks optimistisch voor de toekomst. Hij ziet recent meer mensen, vooral jongeren, met betere ideeën, die intelligentere, meer productieve en energieke methodes toepassen voor betere kwaliteit. Dat doen ze onder meer door coöperaties op te richten. Dankzij die vernieuwde aanpak begint Griekenland stilaan terug meer te exporteren. “We lijden als land wel nog zeer door de archaïsche bureaucratie en douanecontroles, die de handel nodeloos hinderen.”

De olijf is mythologie, cultuur, traditie

Zoals in alle grote olijflanden heeft de olijf ook in Griekenland een belangrijk historisch belang. De olijfboom en de olijf hebben een spirituele betekenis die teruggaat tot het Oude Griekse Rijk. Ze worden nog steeds gebruikt als symbolische erkenningsprijzen. Winnaars van de oude Olympische Spelen kregen een olijftakkenkrans “Kotinos”. Ook bruiden kregen een olijfkrans.



Olijvenkrans (CC)

In de Griekse mythologie streed Athena met Poseidon over het bezit van Athene. Poseidon eiste het eigendomsrecht op door zijn drietand op de Acropolis te planten, waar een bron met zeewater uit ontstond. Athena nam de stad over door naast de bron de eerste olijfboom te planten. De rechtbank der goden oordeelde vervolgens dat Athena meer aansprak maakte op het land omdat zij de betere gift had geschonken. 



(Kostis Ntantamis)

Op zilveren tetradrachmen van 200 BC staat een uil, symbool van wijsheid en het dierenteken van de godin Athena, op een amfoor omringd met een krans van olijfbladeren. In sommige streken is het nog steeds een gewoonte om een olijfboompje te planten na elke geboorte. 

Enkele statistieken

  • ongeveer 60 procent van alle akkerland in Griekenland is voor de olijfteelt;
  • met 132 miljoen bomen, 280-300.000 ton olijfolie per jaar, waarvan 82 procent eerste persing, staat Griekenland op de derde plaats van de wereldranglijst;
  • slechts 27 procent van de totale productie wordt verkocht op de regulaire markt, de rest wordt lokaal verkocht in de informele economie, vooral aan familie, vrienden, kennissen, mond-aan-mond-reclame in tinnen blikken van 16-17 liter, die tussen 3,8 en 5 euro per liter kost; zowat alle Grieken kopen zo hun olijfolie; slechts 5 procent van de uitgevoerde olie heeft een label van Griekse oorsprong; deze uitvoer gaat hoofdzakelijk naar de EU, vooral naar Italië;
  • Griekenland is wel de grootste producent van zwarte olijven ter wereld en heeft de grootste variëteit aan soorten; de meest aanbevolen variëteit voor olie is de Koroneiki van Korone in de Peloponnesos; deze soort gedijt goed op berghellingen en levert kleine olijven; door de grote hoeveelheid vel tegenover het vruchtvlees krijgt olie zijn gegeerd aroma; koroneiki wordt ook gebruikt voor de producten van agourelaio, olie van nog niet helemaal gerijpte olijven;
  • 65 procent van alle Griekse olie komt uit de Peloponnesos, daarnaast zijn Kreta, de Aegeïsche en Ionische eilanden (waaronder Zakynthos) de voornaamste producenten; het aantal gezinnen dat een inkomen genereert uit olijfolie wordt geschat op 600.000; zij verdienen ongeveer 2,20 tot 3,5 euro per liter;
  • voor veel gezinnen in de rurale gebieden is olijfolie buiten het toeristisch seizoen de enige bron van inkomsten (naast veeteelt en andere landbouw), waar andere werkgelegenheid nauwelijks bestaat; de achterstand op vlak van infrastructuur is nog toegenomen sinds de aanzienlijke verstedelijking vanaf de jaren 1960; zij die in de dorpen achterblijven huren de velden van de vertrekkers; de opbrengst van de olijfolie wordt verdeeld volgens specifieke overeenkomsten van 50/50 tot een vast bedrag per liter; veel stadsbewoners verkopen hun deel van de olie verder in de stad op de informele markt;
  • olijfolie is de basis van voedselbereiding in de mediterrane keuken; dit dieet wordt beschouwd als zeer evenwichtig, reduceert het risico op cardiovasculaire mortaliteit, kanker, Parkinson en Alzheimer; meerdere gezondheidsorganisaties raden de mediterrane keuken aan.

Griekse olijfteelt sinds de crisis

Sinds 2010 en het eerste memorandum van de EU-trojka zakte de economie weg in een diepe crisis. Veel werkloze jongeren besloten terug de steden te verlaten, vooral Athene. De meesten van hen konden terecht in het dorp van hun ouders en/of grootouders, die daar wat akkers hebben, waaronder olijfboomgaarden.



De groene kleur verandert na een paar dagen in de typische olijfkleur (Kostis Ntantamis)

Veel jongeren hebben die kans gegrepen zodat het platteland nu stilaan terug begint op te leven, niet alleen qua bevolking, maar ook door innovatieve ideeën en ondernemingszin. De meeste jongeren hebben zich gelanceerd in collectieve en coöperatieve bedrijfjes. Een kleiner aantal produceert olie voor persoonlijk gebruik en verkoopt de rest aan kennissen en familie. 


Deze bijdrage werd uit het Engels vertaald door Lode Vanoost.

take down
the paywall
steun ons nu!