Het is één van die ongemakkelijke waarheden: onze kledij wordt vaak in lageloonlanden gemaakt en het is nooit helemaal duidelijk of de arbeider/ster correct betaald of behandeld werd. Verhalen over onderbetaalde overuren, ongezonde werkomstandigheden en een ontoereikend loon zijn er genoeg. Maar het lijkt onbegonnen werk om die situatie op het terrein te veranderen.
De Schone Kleren Campagne, die verschillende vakbonden vertegenwoordigt, wil de sector op zijn verantwoordelijkheid wijzen en richt de pijlen deze week op H&M. Het kledingmerk haalde vijf jaar geleden de pers met een engagement om tegen eind 2018 een zogenaamd leefbaar loon te betalen aan de 850.000 werknemers van hun belangrijkste leveranciers.
Met de einddatum van dit stappenplan in het vooruitzicht maakte de Schone Kleren Campagne dit voorjaar een rapport op, gebaseerd op interviews met 62 arbeiders in Bulgarije, Turkije, India en Cambodja.
Onvoldoende
“De resultaten zijn mager”, zegt coördinatrice Sara Ceustermans. “Arbeiders in India en Turkije verdienen een derde en in Cambodja minder dan de helft van het geschatte leefbaar loon. Waar het loon toenam, is dat vooral te danken aan een toename van het wettelijke minimumloon. En dus niet aan de inspanningen van H&M.”
Volgens Ceustermans heeft het kledingmerk ‘een bocht’ genomen door haar engagement niet na te komen. De doelstellingen zouden gaandeweg zelfs bijgesteld zijn en de originele beloftes van de website verwijderd. Er wordt dan ook campange gevoerd onder de titel “Turn Around, H&M”.
H&M spreekt tegen dat het ambities heeft laten varen. “Integendeel”, zegt woordvoerder Iñigo Sáenz Maestre, “we bereiken nu meer arbeiders dan oorspronkelijk de bedoeling was”. Misschien zijn bepaalde documenten offline gehaald, maar de bedrijfspresentatie uit 2013 is in elk geval nog terug te vinden op YouTube.
Elk woord gewikt en gewogen
Wat wordt daar precies gezegd ? Het valt op dat Helena Helmersson, toenmalig Hoofd Duurzaamheid bij H&M, haar woorden heel zorgvuldig kiest.
Fabriekseigenaren zullen “ondersteund worden om betaalstructuren te ontwikkelen die een eerlijk loon kunnen garanderen”. En het bedrijf wil overheden van de betrokken landen “aanmoedigen om een proces te starten dat het minimumloon moet erkennen”.
Gesprekken
Er zijn inderdaad gesprekken geweest , onder meer met de Cambodjaanse premier Hun Sen. Die verhoogde ook effectief de minimumlonen in zijn land, maar dat kwam vooral omdat hij de sympathie van de textielarbeidsters wilde winnen in aanloop naar de nationale verkiezingen in juli van dit jaar. Een terechte pluim op de hoed van H&M of niet, het bedrijf geeft zichzelf in elk geval een positieve evaluatie.
“We hebben wel degelijk goed werk geleverd”, zegt Maestre. Hij verwijst naar een loonbeheersysteem, dat personeelsleden toelaat om precies te weten hoeveel ze kunnen verdienen.
Hiermee komt hij tegemoet aan de kritiek dat het niet altijd duidelijk zou zijn hoeveel er betaald wordt voor overwerk. “En we hebben de arbeiders meer slagkracht gegeven door te garanderen dat ze zich kunnen laten vertegenwoordigen door democratisch verkozen vakbonden”.
‘Mechanismen’ kun je niet eten
Maar in het Schone Kleren-rapport staat dat ondervraagden in alle zes de bezochte fabrieken schrik hebben om aan vakbondsacties deel te nemen.
Dat illustreert hoezeer bedrijf en vakbond op een andere manier naar de sector kijken.
H&M redeneert “de mogelijkheid om je aan te sluiten bij een vakbond bestààt, dus: doelstelling gehaald”. Sara Ceustermans focust op het effectieve resultaat: “Met mechanismen kunnen kledingarbeiders geen eten kopen. De impact op het werkelijke loon, dát is wat telt”. En omdat die impact volgens hen onvoldoende is, sturen de Europese vakbonden zelfs geen vertegenwoordiging naar Phnom Penh om naar de uiteenzetting van het kledingbedrijf te luisteren.
Loonsverhoging
Als het over het effectieve loon en over berdragen gaat, legt H&M de verantwoordelijkheid bij de sector zelf. Ook dat werd bij de voorstelling van het stappenplan in 2013 al gezegd. Helena Helmersson legde toen uit dat er een “complexe evenwichtigsoefening” nodig is om (minimun)loon, werkzekerheid en investeringen met elkaar te verzoenen.
“Dat compromis kan niet op 7000 kilometer afstand genomen worden”, voegde Helmersson er aan toe, verwijzend naar het hoofdkantoor van H&M in Stockholm. “Het loon moet vastgelegd worden door eerlijke onderhandelingen met lokale partners.”
Die verantwoordelijkheid volledig overlaten aan het sociaal overleg, is “niet realistisch”, reageert de Nederlandse Ineke Zeldenrust van de internationale Clean Clothes Campaign. “Vooral omdat we gezien hebben dat vakbondsvrijheid in de praktijk wordt ingeperkt. Dit hebben we zes jaar geleden al gehoord, daar zijn we klaar mee”.
Hoe moet het nu verder?
H&M zegt dat het meer dan ooit gemotiveerd is om “vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van leefbare lonen.” Maar dan moet de hele sector meewillen, want individuele initiatieven in bepaalde fabrieken zullen niet volstaan.
De vakbond wil concrete bedragen zien en een duidelijke timing wanneer de doelstelling gehaald zullen worden. “Als H&M zich hier echt voor wil engageren, willen we graag met hen de details bespreken”, klinkt het nog.