Bron: Flickr
Opinie, Samenleving, Politiek, Cultuur, België - Guy Vanthemsche

Redevoering van koning Filip in Tervuren 8 december 2018

Deze redevoering zal alvast nooit de geschiedenisboeken halen, want ze werd nooit uitgesproken. Zaterdag 8 december is de inhuldiging van het gerenoveerde Afrikamuseum in Tervuren. De vorst zal daar niet bij zijn. Ook politieke zwaargewichten zullen op het appel ontbreken. Volgens velen een gemiste kans. Hoe zou een toespraak van koning Filip geklonken kunnen hebben?

dinsdag 4 december 2018 14:41
Spread the love

Deze redevoering zal alvast nooit de geschiedenisboeken halen, want ze werd nooit uitgesproken. De inhuldiging van het gerenoveerde Afrikamuseum in Tervuren, op zaterdag 8 december 2018, zal immers doorgaan zonder zijn aanwezigheid. Naar verluidt is de vorst nooit present bij dergelijke gelegenheden, maar toch werd er blijkbaar getwijfeld of hij al dan niet die inhuldiging zou bijwonen (De Standaard, 27.11.2018). Ook de politieke zwaargewichten zullen op het appel ontbreken. Enkel staatssecretaris Zuhal Demir zal de honneurs waarnemen omdat ze, naast vele andere taken, ook bevoegd is voor de federale wetenschappelijke instellingen (waartoe het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika behoort).

Velen zullen dat ervaren als een gemiste kans. Niet in het minst omdat ook de buitenlandse pers uitkijkt (en al een hele tijd uitkeek) naar die heropening. Zelden valt een Belgisch museum zo’n eer te beurt. Die enorme binnen- en buitenlandse belangstelling heeft uiteraard niets te maken met een plotse drang om te weten hoe de opgezette wilde dieren of de ertsenstaaltjes nu worden gepresenteerd. Alles draait om de manier waarop de Belgische overheidsinstellingen anno 2018 kijken naar het problematische koloniale verleden. Het gebrek aan standpunt hierover is op zich al een standpunt – met een negatieve invulling die helaas pijnlijk sprekend is. Het is natuurlijk afwachten wat mw. Demir zal zeggen. Maar hoe zou een toespraak van koning Filip geklonken kunnen hebben? In Franstalig België werd trouwens een initiatief in die zin gelanceerd. Ziehier een mogelijke invulling van die denkbeeldige redevoering.

Waarde landgenoten, geachte buitenlandse gasten, dames en heren.

Precies honderd en acht jaar geleden werd dit Museum plechtig geopend door mijn overgrootvader, koning Albert I. Op een eeuw tijd is de wereld grondig veranderd. Niet alleen omdat we nu omgeven zijn door nieuwe technologieën, maar ook omdat we op een andere manier kijken naar mensen, en omdat we andere opvattingen koesteren over de wijze waarop samenlevingen met zichzelf en met de andere maatschappijen moeten omgaan. Op het einde van de 19de eeuw dacht men dat de mensheid bestond uit verschillende en ongelijke rassen, een inzicht dat vroeger als wetenschappelijk werd beschouwd, maar dat fundamenteel vals is. Het zogenaamde “blanke ras” werd superieur geacht, en men dacht bovendien dat het een “beschavingsmissie” had. Toen vond men het ook normaal dat de West-Europese naties elkaar de loef afstaken om de hegemonie te verwerven; men schuwde dus geen geweld om andere samenlevingen manu militari te onderwerpen. Kolonisatie, namelijk de gewelddadige onderwerping van zogenaamde inferieure volkeren, gebieden en staten, werd daarom toen ook normaal bevonden. Al die opvattingen en houdingen zijn nu gelukkig overboord gegooid: in een dergelijke wereld willen we niet meer leven.

Maar dat was wel de context waarin mijn over-over-grootoom, koning Leopold II, de Onafhankelijke Congostaat heeft opgebouwd en bestuurd tussen 1885 en 1908. Het autocratische regime en het economische systeem dat hij daar heeft ingesteld, gebaseerd op geweld en verplichte arbeid, hebben aan (letterlijk) ontelbare Congolezen het leven gekost. Een enorm menselijk leed werd aangericht omdat het winstbejag centraal stond. De elementen die vanuit Europa werden aangebracht en die doorgingen als “vooruitgang” wogen daar niet tegenop. Onder de duizenden Belgen die deelnamen aan dit proces bevonden zich naast avonturiers en opportunisten ook idealisten, personen die naar Congo vertrokken zijn met de beste bedoelingen, zoals de verspreiding van de “beschaving” of van hun geloof. Hoe idealistisch die enkelingen ook waren, ze zaten verstrikt in een systeem dat stoelde op geweld en racisme.

Latere generaties kunnen nooit verantwoordelijk worden gesteld voor de handelingen van hun voorgangers. Maar die latere generaties mogen ook niet de gevangenen blijven van die daden. Ze moeten zich daarvan distantiëren indien die acties niet meer overeenstemmen met de huidige morele normen die onze huidige samenleving vorm geven. Daarom veroordeel ik de praktijken die onvermijdelijk verbonden waren met de kolonisatie, in Congo en elders, en excuseer ik me voor wat mijn voorganger in dat deel van Afrika heeft gedaan. De politieke en economische methoden alsook de opvattingen over mens en samenleving die aan de basis lagen van de staat die hij toen en daar heeft opgericht, staan immers haaks op wat wij vandaag beschouwen als de fundamenten van een goede samenleving en van een humanistisch mensbeeld“.

Tot zover die denkbeeldige, “ideale” en “verzoenende” redevoering. Veel meer zou moeten gezegd worden over Belgisch Congo, de kolonie die de Belgische staat overnam van Leopold in 1908. Die geschiedenis is bijzonder complex. Ook zij wordt gekenmerkt door geweld, dwang, racisme en uitbuiting, maar globaal gezien waren die minder extreem dan tijdens de periode van de Onafhankelijke Congostaat. Op het einde van de Belgische overheersing in Congo (voornamelijk in de jaren 1950) waren sociale verbeteringen te merken, vooral door de uitbouw van een uitgebreid netwerk van medische instellingen en lagere scholen. Na een inzinking van het Congolese bevolkingsaantal tussen 1885 en de jaren 1920, begon op dat moment een bevolkingsexplosie te ontstaan: onder het late koloniale regime werden (veel) méér Congolezen geboren. Een fractie van die bevolking – lang niet de hele populatie! – begon ook langzaam te genieten van betere sociale condities. Hierin ligt precies de paradox van de kolonisatie. Dat systeem was een stormram en een pletmachine die uiteindelijk ook een vorm van “ontwikkeling” en globalisering veroorzaakte, met allerlei tegenstrijdige effecten: nieuwe vormen van ellende en ongelijkheid voor de meesten; en tegelijk “verbeteringen” voor sommige anderen.

Vandaag gaat de wereld helaas de verkeerde kant uit. Het egoïstische nationalisme steekt weer de kop op; white supremacy-discours en racisme weerklinken weeral luider; brutaliteit en zelfs geweld worden opnieuw verheven tot politieke instrumenten; internationale samenwerking wordt onderuitgehaald. Binnenkort zal men wellicht ook opnieuw de gewelddadige overheersing van de ene samenleving door de andere promoten. De vergoelijking (of het verzwijgen) van het kolonialisme is een eerste stap naar die tragische houding. In die explosieve context moet daarom ook die historische evidentie worden herhaald en onderstreept: fundamenteel was en bleef het koloniale systeem gebaseerd op een aantasting van de fundamentele mensenrechten.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!