Analyse, Wereld, Economie, Politiek -

Trump en China: koude of warme oorlog?

Op het eerste zicht draait het dispuut tussen de VS en China om oneerlijke concurrentie en diefstal van intellectuele eigendommen. Bij nader toezien gaat het om iets veel fundamenteler, namelijk verwoede pogingen van Washington voor het behoud van de alleenheerschappij over deze planeet. Komt het tot een clash tussen de twee titanen? Tekst en uitleg door China-watcher Marc Vandepitte.

donderdag 29 november 2018 17:17
Spread the love

De VS kwam als grote overwinnaar uit de Tweede Wereldoorlog. Alle oude en opkomende grootmachten zaten compleet aan de grond. In Washington droomden ze van een nieuwe wereldorde waarin alleen zij het voor zeggen hebben. Helaas dwarsboomden de snelle heropbouw van de Sovjet-Unie en het doorbreken van het nucleaire monopolie die plannen.

Een halve eeuw later werd die droom dan toch waar met de val van de Berlijnse Muur en de implosie van de Sovjet-Unie. Voortaan waren er geen belemmeringen meer voor de alleenheerschappij. De VS werd eindelijk de onbetwiste leider van de wereldpolitiek en wil dat ook zo houden. Het Pentagon in 1992: “Ons eerste objectief is het verhinderen dat er een nieuwe rivaal op het wereldtoneel verschijnt. We moeten de potentiële concurrenten er van afhouden om zelfs maar te streven naar een grotere rol op regionaal of wereldvlak.” (onze cursivering)

Op dat moment vormde China (nog) geen bedreiging. De economie was onderontwikkeld en het bnp was maar een derde van dat van de VS. Militair stelde het land niets voor. China werd vooral gezien als een interessant economisch wingewest: het heeft een reusachtig contingent van goedkope, gedisciplineerde arbeidskrachten en op termijn vormt het met een vijfde van de wereldbevolking een aantrekkelijke afzetmarkt voor Westerse producten. Omgekeerd mikte China op buitenlandse investeringen en op de wereldmarkt om zich snel te kunnen ontwikkelen.

In het Westen koesterde men de illusie dat met de economische ‘opening’ in China het kapitalisme onomkeerbaar zal binnensijpelen en het op termijn zal overnemen van het communistisch regime. Twee vliegen in een klap dus: economisch gunstige perspectieven voor de multinationals enerzijds en de uitschakeling van een ideologische rivaal anderzijds. Dat is de reden waarom China in 2001 wordt toegelaten tot de Wereldhandelsorganisatie.

De toetreding tot de WTO is in elk geval een ware boost voor de Chinese economie. In 1995 stond het land nog op de elfde plaats op de lijst van uitvoerders van goederen. Twintig jaar later voert het de lijst aan. Sinds de toetreding tot de WTO is de economie viermaal zo groot geworden. Ook voor de VS is het een winrelatie. Amerikaanse multinationals doen gouden zaken in China. Vorig jaar bedroeg hun verkoopcijfer bijna 500 miljard dollar, dat is 100 miljard meer dan het handelsdeficit tussen de VS en China. Door de import van spotgoedkope Chinese goederen stijgt de koopkracht van de bevolking in de VS. Er zijn ook belangrijke monetaire voordelen. Om de yuan gekoppeld te houden aan de dollar koopt China massaal dollars op en helpt de VS daarmee aan zeer goedkope kredieten, waardoor de rentevoeten laag kunnen gehouden worden.

De illusie voorbij

Maar, en het is een grote maar, van een interne kapitalistische overname of verzwakking van de communistische partij komt zo goed als niets in huis. “De Communistische Partij van China is niet getemd door de buitenlandse handel. De partijstaat heeft nog steeds vaste controle over de commandoposten van de Chinese economie, zowel direct als indirect, door zijn invloed op grote privébedrijven, die alleen met de steun van de Partij succesvol en privé kunnen blijven”, aldus de econoom Brad W. Setser.

In de leidende kringen van de VS dringt dat besef ook door. In een fel opgemerkte speech windt vice-president Pence er geen doekjes rond: “Na de val van de Sovjet-Unie gingen we ervan uit dat een vrij China onvermijdelijk was. Amerika, dat aan het begin van de 21e eeuw optimistisch was, stemde ermee in om Beijing vrije toegang te geven tot onze economie, en we hebben China opgenomen in de Wereldhandelsorganisatie. … Maar die hoop is onvervuld gebleven.”

Kapitalistische reuzen, of het nu gaat om financiële, industriële of digitale bedrijven zoals Google, Amazon of Facebook, doen overal zowat hun goesting. Maar niet in China, het is één van de weinige plekken in de wereld waar deze giganten geen of weinig greep op hebben. Het Middenrijk is ook niet langer een doorgangsland waar goederen geassembleerd worden en waar het land zelf niet veel aan verdient.

Dat China niet langer de speeltuin is van de grote multinationals is ‘erg’. Maar nog veel erger is dat de economische wereldpositie van de VS verzwakt is terwijl die van China sterk is toegenomen. In 1980 was het bnp van de VS een derde van de wereld, dat van China een twintigste. Vandaag nemen ze allebei een kwart voor hun rekening. 




Maar het is niet enkel een kwantitatieve evolutie. Ook kwalitatief heeft de Chinese economie ondertussen sprongen vooruit gemaakt. Op technologisch vlak is er heel wat vooruitgang geboekt. Tot voor kort werd het land nog gezien als een imitator van technologie, vandaag is het een innovator. Momenteel is 40 procent van alle patenten wereldwijd Chinees, dat is meer dan de volgende drie landen samen: de VS, Japen en Zuid-Korea. In 2015 werd het plan ‘Made in China 2025’ gelanceerd om de industrie nog verder te innoveren en meer autonomie te verwerven in tien belangrijke sectoren.

Op die manier worden de Chinese producten en diensten meer en meer concurrentieel en vormen ze op termijn een bedreiging voor de suprematie van de westerse multinationals. En dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Peter Navarro, economisch topadviseur van Trump: “In ‘Made in China 2025’ heeft de Chinese regering zich expliciet gericht op industrieën gaande van kunstmatige intelligentie, robotica en kwantum computing tot zelfrijdende voertuigen, … Als China deze industrieën verovert, zal de VS eenvoudigweg geen economische toekomst hebben.”

It’s the military stupid!

Maar het gaat volgens Navarro niet alleen om de economie, de welvaart of de winsten. “Het is niet alleen de Amerikaanse welvaart die gevaar loopt. (…) De intellectuele eigendommen die China probeert te verkrijgen behoren tot de kern van dit concept en zijn de sleutel voor een blijvende militaire dominantie van de VS.”

De uitspraken van Navarro zijn zeer revelerend. De regering Trump maakt vandaag veel lawaai over het handelsdeficit, maar eigenlijk is dat niet de echte bekommernis. Waar het wel om gaat is het behoud van de dominantie op drie terreinen: technologie, de industrieën van de toekomst en de bewapening. Die dominantie wordt in de eerste plaats bedreigd door China.

Navarro spreekt niet in eigen naam, maar vertolkt het regeringsbeleid. Dat beleid wordt uitvoerig uit de doeken gedaan in een onthullend rapport van het Pentagon van september 2018. Volgens dit rapport zijn de drie terreinen – technologie, economie en bewapening – nauw met elkaar verweven. Technologische voorsprong is nodig om zowel de economische concurrentieslag te winnen als het militair overwicht te behouden. Het rapport waarschuwt: “De Chinese R&D-uitgaven convergeren snel met die van de VS en zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk pariteit bereiken”. Het verwijst expliciet naar ‘Made in China 2025’. “Een van de belangrijkste industriële initiatieven van de Chinese Communistische Partij, ‘Made in China 2025’, richt zich op kunstmatige intelligentie, quantum computing, robotica, autonome en nieuwe energievoertuigen, hoogwaardige medische apparaten, hoogwaardige medische hulpmiddelen, hightech scheepscomponenten en andere opkomende industrieën die cruciaal zijn voor de nationale defensie.”

Ook het Belt & Road Initiative (BRI) moet er aan geloven. BRI is een Chinees netwerk van zee- en landroutes verspreid over 64 landen, met investeringen, kredietverleningen, handelsovereenkomsten en tientallen Speciale Economische Zones, ter waarde van 900 miljard dollar. “Als onderdeel van zijn BRI heeft China gepoogd om cruciale infrastructuur van de VS, met inbegrip van spoorwegen, havens en telecommunicatie te verwerven. De economische strategieën van China, in combinatie met de negatieve effecten van het industriebeleid van andere landen, vormen een belangrijke bedreiging voor de industriële basis van de VS en vormen daardoor een groeiend risico voor de nationale veiligheid van de VS”.

Maar de band tussen technologie, economie en bewapening gaat nog verder dan dat. Om het militair overwicht te kunnen behouden heeft de VS een stevige eigen industriële basis nodig. Vanuit het perspectief van de nationale veiligheid is de globalisering te ver doorgeschoten. Delokalisering van delen van de VS-economie heeft de basis van de oorlogsindustrie uitgehold en daardoor de nationale veiligheid ondermijnd. “Het verlies van meer dan 60.000 Amerikaanse fabrieken, belangrijke bedrijven en bijna 5 miljoen banen in de productiesector sinds 2000 dreigt de capaciteit en het vermogen van Amerikaanse fabrikanten te ondermijnen om te voldoen aan nationale defensie-eisen. Het geeft aanleiding tot bezorgdheid over de gezondheid van de productie- en defensie-industrie. (…) Voor sommige producten kunnen we vandaag rekenen op binnenlandse productie, voor andere zijn we aangewezen op buitenlandse aanvoerlijnen en worden we geconfronteerd met de mogelijkheid dat we zelf niet in staat zijn om gespecialiseerde componenten voor het leger te produceren.”

De protectionistische politiek van de regering Trump is niet ingegeven door het handelsdeficit. Het rapport vermeldt dat slechts terloops. Het handelsdeficit is een neveneffect van een dieperliggend probleem. Waar het om gaat is het verzekeren van een “krachtige industriële basis voor defensie”, gebaseerd op een “krachtige binnenlandse maakindustrie” en “stabiele aanvoerlijnen”. Dat is “een nationale prioriteit”.

Defensiecapaciteit, of anders gezegd, oorlogsvoorbereiding, daar is het om te doen. Daarbij heeft men niet zozeer kleinschalige en geïsoleerde conflicten op het oog. Het gaat in de eerste plaats om een massale, langdurige oorlogsinspanning tegen “revisionistische machten”, te weten China en Rusland. Het rapport doet aanbevelingen om de VS-economie grondig te “herstructureren” en voor te bereiden op een “conflictscenario tussen grootmachten”. In de woorden van een hoge nationale veiligheidsfunctionaris: “We hebben ons bezig gehouden met het bestrijden van low-tech conflicten tegen mensen die raketten afvuren vanop vrachtwagens. Al die tijd was China snugger en sloop het ons tegemoet. Dat is nu onze focus.”

In de twintigste eeuw waren de hoofdinspanningen van de VS gericht tegen de Sovjet-Unie, die van de éénentwintigste eeuw worden nu gericht op het ‘Chinese gevaar’. In het kader van de begrotingsbesprekingen voor 2019 verklaarde het Congres dat “de strategische concurrentie op lange termijn met China een hoofdprioriteit is voor de Verenigde Staten”. Het gaat daarbij niet enkel over economische aspecten, maar over een totaalstrategie die op verschillende fronten moet gevoerd worden. De aanpak vereist “de integratie van meerdere elementen van nationale macht, waaronder diplomatieke, economische, intelligentie, wettelijke, en militaire elementen om de nationale veiligheid te beschermen en te versterken”.

We beperken ons hier tot het economische en het militaire luik.

Een economisch ijzeren gordijn

Trump stuurt aan op een volledige reset van de economische relaties tussen de VS en China. In zijn ondertussen gekende stijl: “Toen ik [in het Witte Huis] kwam waren we op weg in een bepaalde richting die China op korte termijn in staat zou stellen om groter te zijn dan wij. Dat zal nu niet meer gebeuren.” Om de opgang van China te verhinderen is het daarom nodig om China economisch zoveel als nodig is los te koppelen van de VS. Zowel Chinese investeringen in de VS als VS-investeringen in China moeten beperkt en geweerd worden. In de eerste plaats worden strategische sectoren geviseerd.

Ook de wederzijdse handel moet aan banden. De VS legt nu al tarieven op voor ongeveer de helft van de Chinese import. Trump heeft gedreigd om zo nodig alle import te onderwerpen aan tarieven. Ook de export naar China ligt in het vizier. China is voor zijn economie sterk afhankelijk van strategische componenten zoals chips. In mei 2018 werd de export van chips naar ZTE, een groot Chinees telecomconcern tijdelijk stil gelegd, waardoor het bedrijf van 75.000 werknemers overkop dreigde te gaan. Topmanager Kathleen Gaffney voorspelt dat dit nog maar het begin is: “Wij zijn de leiders op het gebied van technologie en innovatie in de chipindustrieën. China wil op de lange termijn ook een leider zijn. Tegen 2025 zal het ook in China geproduceerd worden. Het is dus echt belangrijk dat we dat voor hen moeilijk maken: exportcontroles. Dat is een echt signaal dat China schade toebrengt, maar geen schade toebrengt aan de economie als geheel. Dit zijn het soort acties dat we te zien zullen krijgen.”

De meeste ernstige waarnemers zijn overtuigd dat de opgelegde handelstarieven een ongunstig effect zullen hebben op de VS-economie en ook niet in staat zullen zijn om het handelsdeficit met China op te lossen. Maar daar is het Trump & Co niet echt om te doen. Hun focus “ligt op het proberen ontwrichten van de technologische opgang van China in plaats van een overeenkomst te sluiten die het beste is voor de Amerikaanse economie”, aldus een investeerder.

De regering Trump probeert zijn handelsoorlog met China ook uit te breiden naar andere landen. In de recente onderhandelingen met Canada en Mexico over een nieuw vrijhandelsakkoord, heeft Trump een clausule laten opnemen die inhoudt dat deze beide landen geen handelsovereenkomst mogen sluiten met een “niet-markt land”, lees China. Het is de bedoeling om zo’n akkoord in de toekomst ook af te sluiten met landen als Japan, de Europese Unie en Groot-Brittannië. Als de VS daar in slagen, dan betekent dat een harde klap voor China en het begin van een soort “economisch ijzeren gordijn” rond het land.

De anti-China-houding beperkt zich niet enkel tot Trump en enkele haviken uit zijn regering. Grote delen van het establishment vinden dat de VS en China in een langdurige strategische rivaliteit verwikkeld zijn en dat de opkomst van de Aziatische reus een bedreiging vormt voor de positie van de VS. Er is een groeiende consensus dat het handelsbeleid en het nationale veiligheidsbeleid niet langer van elkaar gescheiden moeten worden en dat het Witte Huis een sterk antwoord moet formuleren tegen zijn strategische rivaal. De honger naar confrontatie groeit.

De anti-Chinese stemming vind je bij de Republikeinen, vrije marktideologen, nationale veiligheidshaviken en mensen van het Pentagon. Maar evengoed bij de Democraten, bij een deel van de vakbonden en van de linkerzijde. Dat betekent dat de vijandigheid t.a.v. China wellicht van lange duur zal zijn en in elk geval niet zal verdwijnen met het vertrek van de huidige president.

Shoot first

De militaire superioriteit van de VS is overweldigend. Het heeft 800 militaire basissen verspreid over 70 landen en meer dan 150.000 manschappen in 177 landen. De militaire uitgaven bedragen jaarlijks meer dan 600 miljard dollar of meer dan een derde van het wereldtotaal. Het is driemaal zoveel als China en per inwoner is dat zelfs 12 maal zoveel.

Gedurende 70 jaar heeft het VS-leger de zeeën en het luchtruim van bijna de hele wereld gedomineerd, inclusief die van Oost-Azië. Het had bijna volledige bewegingsvrijheid en de mogelijkheid om vijanden deze vrijheid te ontzeggen. Trump wil dat zo houden: “Amerika zal nooit de plaats van nummer twee aanvaarden. Ik zal onze krijgsmacht zo sterk maken dat we nooit of te nimmer een andere mogendheid zullen hoeven te vrezen.”

Volgens de Nationale Veiligheidsstrategie van 2017 bouwt China “het meest bekwame en goed gefinancierde leger ter wereld uit, na het onze”. (o. c.) Die “andere mogendheid” waar Trump het over heeft is dus China. Volgens het Pentagon moet alles er aan gedaan worden om de overmacht in Oost-Azië te behouden en dat betekent China klein houden. “Terwijl China zijn economische en militaire opmars voortzet zal het doorgaan met zijn streven naar een militair moderniseringsprogramma dat op korte termijn gericht is op regionale hegemonie en de verdringing van de Verenigde Staten in de Indo-Stille Oceaan om alzo in de toekomst een wereldwijde superioriteit te bereiken.”

In zijn Koude Oorlogsspeech van oktober jongstleden laat vice-president Pence er geen twijfel over: “Onze boodschap aan de Chinese leiders is deze: deze president zal niet terugdeinzen. Bij de wederopbouw van ons leger zullen we de Amerikaanse belangen in de Indo-Stille Oceaan blijven verdedigen.”

De militaire strategie t.a.v. China volgt twee sporen: een wapenwedloop en een omknelling van het land.

De wapenwedloop is volop aan de gang. De VS geeft jaarlijks 150 miljard dollar uit aan militair onderzoek, vijf maal zoveel als China. Men werkt koortsachtig aan een nieuwe generatie van uiterst gesofisticeerde wapens, drones en allerhande robots, waar een toekomstige vijand niet tegen opgewassen zal zijn. De F-35 bevat de toptechnologie van dit moment en heeft zo’n 15 à 20 jaar ‘voorsprong’ op de Chinese straaljagers. Bij de ontwikkeling van die hightech wapens spelen artificiële intelligentie, kwantummechanica, lasertechnologie, supersonische snelheden, nucleaire ontstekingen en elektronische oorlogsvoering een toenemende rol. Het zijn de oorlogswetenschappen van de toekomst.’

Om de voorsprong te behouden in die wapenwedloop moeten de Chinezen op afstand gehouden worden. Volgens de Nationale Veiligheidsstrategie van december 2017 is “een deel van China’s militaire modernisering en economische expansie te danken aan de toegang tot de Amerikaanse innovatie-economie, waaronder de Amerikaanse universiteiten van wereldklasse.” Het toenemend protectionisme van het Witte Huis slaat niet alleen op handel, investeringen of technologie, maar meer en meer ook op kennis.

Bijzondere aandacht gaat naar ruimtewapens. “Als afschrikking faalt, ben ik ervan overtuigd dat … als we te maken hebben met een gelijke of bijna-gelijke tegenstrever, we zullen moeten vechten voor superioriteit in de ruimte,” aldus generaal John Raymond, opperbevelhebber van de Air Force Space Command. Het voorbije jaar heeft Trump beslist om een nieuwe volwaardige afdeling op te richten binnen het leger: de VS Ruimtemacht.

Een preventieve oorlog behoort tot de mogelijkheden. Bob Work, voormalig viceminister van defensie stelt vast dat China raketten aan het ontwikkelen is die in de buurt komen van de eigen raketten. “De VS heeft nooit moeten vechten tegen een tegenstander die even diep en compact [raketten] kan ‘gooien’ als de VS.” Het gebruik van geleide munitie zal in een toekomstige oorlog “wijdverspreid en diepgaand” zijn zodat het “veel zin heeft om als eerste te schieten”.

Het tweede spoor is de militaire omknelling. Voor zijn buitenlandse handel is China voor 90 procent afhankelijk van transport over zee. Meer dan 80 procent van de olietoevoer moet door de Straat van Malakka (vlakbij Singapore), waar de VS een militaire basis heeft. Kissinger zei ooit “controleer de olie en u controleert de landen”. Washington kan in elk geval zo de oliekraan dichtdraaien en China heeft daar momenteel geen enkel verweer tegen. Rondom China heeft de VS meer dan dertig militaire bases, steunpunten of trainingscentra (bolletjes op de kaart). Tegen 2020 zal zestig procent van de totale vloot gestationeerd zijn in de regio. Als je dat op een kaart bekijkt, dan is het niet overdreven te stellen dat China omsingeld en omkneld is. Je mag er niet aan denken wat er zou gebeuren indien China ook maar één militair steunpunt, laat staan een basis zou installeren in de buurt van de VS.




Het is in die context dat de uitbouw van kleine eilandjes in de Zuid-Chinese Zee moet gezien worden evenals het claimen van een groot deel van dit gebied. Toezicht over scheepvaartroutes waarlangs zijn energie en industriële goederen worden getransporteerd is van levensbelang voor Beijing.

De val van Thucydides

China is een bedreiging voor de alleenheerschappij van de VS. Zal dit onvermijdelijk leiden tot een dodelijke valkuil die voor het eerst werd beschreven door Thucydides? Deze oude Griekse historicus beschreef hoe de opkomst van Athene Sparta angst in boezemde en naar de wapens deed grijpen om die opkomst te verhinderen. De historicus Graham Allison beschrijft hoe de afgelopen 500 jaar er 16 tijdvakken geweest zijn waarin een opkomende macht een heersende macht dreigde te verdringen. Twaalf keer liep dit uit op oorlog. De geschiedenis is geen fataliteit maar wel een belangrijke indicator.

Het blijvend militair overwicht van de VS is hoe dan ook de garant voor het behoud van zijn economische suprematie. Bij die economische suprematie hebben we het over een business van duizenden miljarden dollars, een uiterst machtige business die een zeer grote greep heeft op het beleid van het Witte Huis, ongeacht de president die er zetelt. De vele miljarden winst zal men niet zonder slag of stoot uit handen geven. Zoals Marx het 160 jaar geleden zei: “Het kapitaal heeft een afschuw van afwezigheid van winst of van zeer kleine winst.” Als de winst groot is “wordt het kapitaal roekeloos” en bij zeer grote winsten “bestaan er geen misdaden meer die het niet riskeert”.

Sommigen zullen opwerpen dat de vernietigingskracht van de huidige wapens te groot geworden is om zich nog te riskeren aan een grootschalig conflict. Maar dat dacht men 100 jaar geleden ook al, aldus Katrina Mason. “Iets meer dan 100 jaar geleden voorspelden commentatoren dat oorlogswapens zo technologisch geavanceerd en zo dodelijk waren geworden dat niemand er ooit gebruik van zou maken. Velen beschouwden de meedogenloze wapenwedloop als een onderdeel van de economische inspanning om de binnenlandse industriële basis te stimuleren. Ze hielden er geen rekening mee dat een dergelijk opbod ooit tot conflicten zou leiden. De eerste wereldoorlog bewees dat ze in beide opzichten ongelijk hadden.”

Hoe kunnen de gigantisch economische belangen onder democratische controle gebracht worden, zodat niet de winst maar wel het gezond verstand zal zegevieren? Dat is de hamvraag voor de toekomst.

take down
the paywall
steun ons nu!