Geert Moerman, gedelegeerd bestuurder bij VOKA. Bron: YouTube
Opinie, Politiek, België -

De betekenis van het cordon imaginaire

Het Zelzaatse coalitieakkoord tussen Sp.a en PVDA laat Vlaanderen duidelijk niet onberoerd. Op Groen na veroordelen alle Vlaamse partijen de démarche van Sp.a. Ook een deel van de ondernemerswereld liet bij monde van Geert Moerman, gedelegeerd bestuurder bij VOKA, zijn ongenoegen optekenen. De laatste ging zelfs zover om op te roepen tot een boycot van het nieuwe Zelzaatse bestuur.

woensdag 14 november 2018 16:07
Spread the love

Terwijl de VOKA-voorzitter nog een concreet argument aanbracht – namelijk de lokale taks-shift ten nadele van grote ondernemingen – blonk de argumentatie van de partijkopstukken uit in nietszeggende algemeenheden over het zogezegde extremistische karakter van de PVDA. In het Zelzaatse bestuursakkoord is echter nauwelijks iets te lezen dat dergelijke felle reactie zou kunnen rechtvaardigen. Gratis strooizout, de vrijmaking van meer middelen voor armoedebestrijding door afslanking van het bestuursapparaat of een woningpolitiek die betaalbaarheid en kwaliteit van het woningbestand centraal plaatst, zijn niet bepaald maatregelen die het etiket “extremistisch” verdienen.   

Cordon imaginaire 

In De Afspraak van 12/11/2018 gaf Noël Slangen met zoveel woorden toe dat er weinig extremistisch te vinden is in het Zelzaatse akkoord. Slangen richtte zijn pijlen vooral op het feit dat de PVDA zichzelf omschrijft als een marxistische partij. Aangezien het marxisme volgens de critici een extremistische politieke ideologie is, moet die op dezelfde manier behandeld worden als rechtsextremistische ideologieën, en mag bijgevolg geen enkele democratische partij samenwerken met de PVDA. Zo tweette Wouter Beke dat samenwerking met extremen, zowel ter linker- als ter rechterzijde, niet strookt met de christendemocratische ideologie. Ook Gwendolyn Rutten tweette dat extreemlinks en extreemrechts spiegelbeelden zijn.

(Centrum)rechts stelt het Zelzaats bestuursakkoord dan ook voor als het doorbreken van het cordon sanitaire door de Sp.a. Zo ziet Bart De Wever in het bestuursakkoord “het absoluut doorbreken van het cordon sanitaire” en het ultieme bewijs van het gebrek aan “politieke hygiëne” aan de linkerzijde.

Maar het cordon dat zogenaamd doorbroken zou zijn door de Sp.a, bestaat enkel in de verbeelding van bepaalde politici. Het reëel bestaande cordon sanitair spreekt immers alleen over samenwerking met Vlaams Blok/Belang (VB). De uitsluiting van het VB van bestuursakkoorden was nooit gebaseerd op de stelling dat het VB te extreem was of te ver afweek van het politieke centrum, maar wel op het feit dat de voorstellen van het VB racistisch zijn en indruisen tegen de mensenrechten.

Op het statutencongres van 1993 aanvaardde het VLD-congres het artikel 2 waarin staat te lezen dat de partij “geen samenwerking, onder welke vorm ook, aangaat met partijen of groeperingen welke doelstellingen nastreven strijdig met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens”. Ook op het CVP-congres van dat jaar wordt een charter goedgekeurd waarin wordt gesteld dat de CVP geen akkoorden sluit met politieke partijen “wiens gedachtengoed en programma indruist tegen de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden”. In het oorspronkelijke cordon sanitaire- charter wordt opnieuw de onverenigbaarheid van het VB-programma en verschillende mensenrechtenverdragen aangehaald als reden om politieke samenwerking uit te sluiten.[i] 

Dat het VB werd uitgesloten omwille van het radicale karakter van haar programma en niet omwille van het rechts-radicale karakter ervan is met andere woorden niets meer dan het product van de verbeelding. Zolang de PVDA geen voorstellen formuleert die in tegenspraak zijn met de verschillende mensenrechtenverdragen, hoeven voorstanders van het oorspronkelijke cordon zich op geen enkele manier gebonden te voelen door het cordon imaginaire dat nu door (centrum)rechts naar voor wordt geschoven. De radicaliteit van het partijprogramma van de PVDA doet hier niets ter zake.

Afscheid van het centrum?

Dat (centrum)rechts vandaag het imaginaire cordon sanitaire inzet om morele en politieke druk op de Sp.a uit te oefenen, hoeft niet te verbazen. Zolang de Sp.a en Groen bij coalitievormingen niet naar links kijken, is centrumrechts nagenoeg verzekerd van deelname aan bestuurscoalities. Met de opname van de PVDA in de Zelzaatse coalitie wordt dit patroon op Vlaams stedelijk niveau doorbroken. In De Afspraak liet Noël Slangen duidelijk verstaan dat deze coalitievorming de mogelijke voorbode is van linkse coalities op hogere bestuursniveaus. Of dit een realistisch scenario is, is nog maar de vraag. Maar het experiment in Zelzate toont aan dat er binnen de Sp.a een stroming is die centrumcoalities niet langer ziet als de enige realistische bestuursvorm.

Deze kleine stap stelt decennia van neoliberale consensus tussen centrumlinks en (centrum)rechts in vraag. Of het nu gaat over arbeidsbeleid, sociaal beleid, fiscaliteit of samenleven in diversiteit, op al deze terreinen zijn het rechtse ideeën die de laatste jaren de politiek vorm geven. Centrumlinks in Vlaanderen heeft zich zelden effectief tegen deze ideeën verzet en heeft ze al te vaak zelf mee uitgevoerd. Het gevolg hiervan is dat het politieke centrum steeds verder naar rechts is opgeschoven. Klassieke sociaaldemocratische ideeën worden niet alleen beschouwd als onwerkbaar, ze krijgen ook het etiket radicaal of extremistisch. Hierdoor verloor de sociaaldemocratie haar politieke identiteit en dreigt de marginalisering. Ook in andere landen zien we eenzelfde scenario. Enkel waar de sociaaldemocratie zich expliciet afkeert van het neoliberale centrum en aansluiting vindt bij nieuwe linkse bewegingen, kan ze ontsnappen aan die marginaliteit. Met het bestuursakkoord in Zelzate lijkt de Sp.a voor het eerst een voorzichtig, concreet stapje weg van dat neoliberale centrum te zetten.

De metapolitiek van het cordon imaginaire

De banvloeken die de laatste dagen worden uitgesproken tegen de PVDA zijn dan ook eerder gericht aan het adres van de Sp.a en bij uitbreiding Groen. Ze moeten het signaal geven dat de centrumconsensus niet ongestraft kan worden doorbroken. De cruciale vraag voor de brede Vlaamse linkerzijde is of ze zich laat intimideren door het (centrum)rechtse offensief. Er staat voor de linkerzijde immers meer op het spel dan een lokale coalitie. Het Zelzaatse experiment kan een kentering in het Vlaamse politieke landschap teweegbrengen en dat beseft (centrum)rechts maar al te goed. Dat zou kunnen betekenen dat er opnieuw een duurzame (centrum)linkse as rond Sp.a, Groen en PVDA kan ontstaan die kan uitgroeien tot een te duchten concurrent voor (centrum)rechts.

Als deze intimidatiepoging op basis van het cordon imaginaire slaagt, dan betekent dit dat de Vlaamse linkerzijde (centrum)rechts opnieuw de contouren van het politieke speelveld laat bepalen. Dan is het rechts dat op basis van rechtse criteria bepaalt wat acceptabele coalitiepartners zijn voor (centrum)links. De inzet van de discussie over het bestuursakkoord situeert zich dus ook op het metapolitieke niveau. Het gaat met andere woorden over welke politieke projecten legitiem zijn en welke projecten zich buiten de grenzen van het beschaafde politieke debat bevinden.

Dit betekent dat de verdedigers van het bestuursakkoord zich niet kunnen beperken tot het verdedigen van de concrete maatregelen die de nieuwe coalitie wil uitvoeren, maar ook een ideologisch antwoord moeten bieden. Doet (centrum)links dat niet, dan geeft het een belangrijk deel van haar politieke autonomie op. Die autonomie is nochtans broodnodig om een offensieve linkse koers te varen.

Karim Zahidi

Filosoof UAntwerpen/UGent; voorzitter Masereelfonds (deze opiniebijdrage is geschreven in eigen naam).

[i] Voor de volledige chartertekst van het cordon sanitaire en de hier aangehaalde verwijzingen naar de congresteksten: http://www.charta91.be/index.html?url=/NB/Cordon.htm

take down
the paywall
steun ons nu!