Opinie -

‘Geplande degressiviteit van werkloosheidsuitkeringen is een verpauperingsoperatie’

Aan de vooravond van 17 oktober, de Internationale dag voor de uitroeiing van armoede, komt Chris Serroyen (hoofd ACV-studiedienst) nog eens terug op de zogenaamde arbeidsdeal van de regering-Michel. De nieuwe hervorming van de werkloosheidsuitkeringen noemt hij een 'verpauperingsoperatie'. "Wat in het jargon versnelde degressiviteit heet en in de framing 'werklozen prikkelen is verstandig', is niet anders dan het versneld duwen van misprezen, kwetsbare mensen in armoede."

dinsdag 16 oktober 2018 15:10
Spread the love

Staat van genade

Waarde landgenoten, u verwacht van ons, bij deze laatste State of the Union, een goed-nieuws-show. Welnu, ik zal u niet ontgoochelen. Ik heb goed nieuws voor u. We hebben ons vergist. We trekken dat voorstel over de versnelde vermindering van de werkloosheidsuitkeringen in. We hebben dit nog even getoetst aan het regeerakkoord; en inderdaad, het stond er niet in. En ook aan de recentste wetenschappelijke inzichten; waaruit blijkt dat we op het verkeerde been zijn gezet. Kortom, we houden het zoals het is. Dat zal veel meer jobs, jobs, jobs opleveren… En die gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen, daar kunnen we ook geen kant mee op. Ook op de schop.

Ijskoude douche voor langdurig werkloze mensen

De arbeidsdeal zag er eerst onschuldig zijn. Met premier Michel die er in juni dacht goed aan te doen het blazoen van de regering wat op te poetsen. Om, in het zicht van verkiezingen, de perceptie van kibbelkabinet wat om te buigen. Om zich met het oog op een moeilijke begrotingsopmaak nog wat rijk te kunnen rekenen aan vermeende terugverdieneffecten. En welllicht ook omdat hij doorkreeg dat hij niet meer wegkwam met het gedoddel over jobs, job, jobs.

We zijn er als vakbonden toen nog langs geweest. Bleek dat ze niet veel meer op tafel hadden liggen dan een vraagje van de nieuwe Waalse regering om een nieuwe premie voor werklozen in knelpuntopleidingen vrij te stellen van belastingen. En uit ideeënarmoede waren ze bijgevolg naarstig op zoek naar andere mogelijke maatregelen, voor zover ze niet teveel zouden kosten en – met de verkiezingen voor de boeg – niet teveel pijn zouden doen.

Draaide dat even anders uit. In volle zomer werden de oudere werknemers en de langdurig werklozen op een zoveelste koude douche getrakteerd. Met een versnelde inperking van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) en van de landingsbanen beneden de 60 jaar, tegen een eerder akkoord in met en onder de sociale partners. En met – pijnlijkst van al – een nieuwe hervorming van de werkloosheidsuitkeringen: een hogere uitkering in de eerste zes maanden van de werkloosheid; na één jaar de uitkering sneller verlagen; en in één beweging een vereenvoudiging van het stelsel; met bovenop de invoering van de verplichte gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen. Onder luid gejuich van de werkgevers en de rechterzijde, die hun scalp eindelijk binnen hadden.

Applauskoor

Aanvoerder van dat applauskoor: professor Stijn Baert van de Universiteit van Gent, die iets in die zin al in juni op tafel had gelegd en nu bijzonder trots is dat dit gepapegaaid wordt door de regering. Met – naar gewoonte wat laat – recentelijk een moedige tegenreactie van zestien topeconomen, die het vanuit wetenschappelijk oogpunt nonsens vonden. Op basis van Zweeds veldonderzoek dat aantoonde dat de hoogte van de werkloosheidsuitkeringen eerder in het begin van de werkloosheid verschil maakt, dan bij langdurig werklozen. Waarna Stijn Baert in zijn initiële verweer tweetgewijs niet verder kwam dan “wereldvreemd”. Waar hebben we dat nog gehoord?

Niet echt een wetenschappelijk argument. Hetgeen Stijn Baert zelf ook leek te beseffen, want kort nadien begon die in De Tijd te zwaaien met de “bevinding van de Amerikaanse topeconoom Robert Moffitt” dat “genereuze uitkeringen hand in hand gaan met een langere werkloosheid” . Ik hoop dat die man geen Nederlands spreekt. Want Moffitt is de eerste om adequate uitkeringen te verdedigen, zolang je maar niet overdrijft met excessief hoge uitkeringen. Wat je België bezwaarlijk kunt verwijten, met in zijn internationale vergelijking van de uitkeringsniveaus een 15de plaats op 21.

Kronkels

Het is niet de enige kronkel in de redenering van Baert. Want zelfs mocht je de Belgische uitkeringen excessief noemen, quod non, waarom dan precies de hoogste uitkeringen – dat zijn deze in de eerste maanden van je werkloosheid – aanzienlijk verhogen? En als je, zoals Baert voorhoudt, ervan moet uitgaan “dat werklozen best zo snel mogelijk worden geprikkeld door een groter verschil tussen hun uitkering en hun vroegere loon”, waarom dan voor kortdurige werklozen het verschil aanzienlijk verkleinen?

In juni pleitte hij zelfs voor een uitkering gelijk aan 80 procent van het brutoloon in de eerste maanden. In netto termen betekent jobverlies dan pure winst: 15 procent meer maandinkomen voor een alleenstaande die per maand 2500 euro bruto verdiende. Hij moet zelf hebben ingezien dat hij maar wat uit zijn nek kletste. Een maand later zakte hij naar 70 procent. Om dan de zware rekening daarvoor te laten betalen door de mensen in langdurige werkloosheid. Zij het met verhoogde minima, stelt Baert voor: 15 procent boven het leefloon. Welnu, voor een alleenstaande werkloze zou die vermeende stijging neerkomen op een daling met 5 euro.

Nu, als Baert er echt op uit was de minima te verhogen, dan is het verwonderlijk dat de arbeidsdeal van hem zoveel applaus kreeg. Wellicht ook omdat hij de tekst van de deal niet goed had gelezen. Het is onduidelijk of over een nieuwe ondergrens een politiek akkoord bestaat, beweerde hij in De Tijd. De deal is nochtans heel duidelijk: “De werkloosheidsuitkering in de derde periode zal worden behouden op hetzelfde niveau”. Baert is een bijzonder gewaardeerd onderzoeker rond vraagstukken van discriminatie op de arbeidsmarkt, maar met zo weinig kennis van de wetenschap rond sociale zekerheid, van de werkloosheidsverzekering en zelfs van de door hem bewierookte arbeidsdeal zou iets meer terughoudendheid op prijs worden gesteld.

Verpaupering

Het is niet mijn gewoonte op de man te spelen en zeker niet als het gaat om wetenschappers. Maar dat is omdat het me (opnieuw) zo kwaad maakt dat nauwelijks de impact op de armoede wordt onderkend. En met welke lichtzinnigheid vanaf 1 januari 2019 en aanzienlijk groter deel werklozen in de armoede worden gestort. En ook met welke schaamteloosheid dit totaal haaks staat op de engagementen in het regeerakkoord. De degressiviteit ging niet worden versterkt, maar gewoonweg worden voortgezet. Wat al erg genoeg is. Meer nog, de minimumuitkeringen zouden worden opgetrokken tot de Europese armoedenorm. Werklozen met bedrijfstoeslag daargelaten, kampt vandaag reeds 1 op 2 werklozen (49,1%, tegen nog 40,7% in 2015) met risico op armoede, mede als gevolg van de vorige hervorming van de werkloosheidsverzekering, die ik hier ooit noemde: de verpaupering van de langdurig werklozen.

Daar komt nu een nieuwe verpauperingsoperatie bij. Wat in het jargon versnelde degressiviteit heet en in de framing “werklozen prikkelen is verstandig”, is niet anders dan het versneld duwen van misprezen, kwetsbare mensen in armoede. Een alleenstaande werkloze met een minimumuitkering zit 8 procent beneden de Europese armoedenorm. Een koppel met één minimumuitkering zit er maar eventjes 26 procent onder. En dan heb ik nog niet gehad over werklozen met kinderen. En dan kan je met hand en tand trachten te verdedigen dat die redenering niet klopt, want eens zo geprikkeld til je je vanzelf uit de werkloosheid. Maar bij werklozen in armoede werkt dat nog minder. Meer zelfs, houdt het de mensen in de werkloosheid. Omdat alle energie gaat naar overleven, dag na dag. Omdat werk zoeken geld kost. Omdat het de sociale uitsluiting bevordert en daardoor ook netwerken verloren gaan. En omdat het de kinderarmoede versterkt, waardoor niet enkel de werkloze een vogel voor de kat is, maar ook zijn telgen. Professor Ides Niçaise wees hier al eerder op die evidentie, als enige wetenschapper die tijdig wat weerwerk gaf, toen het kalf nog niet volledig verdronken was.

Brengt me op een ideetje: breng de academische voor- en tegenstanders van versterkte degressiviteit eerst eens bij elkaar om een wetenschappelijke consensus te vinden, vooraleer je ondoordachte, domme dingen doet. Dan kan je, na overleg met de sociale partners, nog zien wat je doet. Want die verhoging van de armoede, inclusief de kinderarmoede, dat kan toch niet de bedoeling zijn? En laat die intelligentsia daartoe vooraf eens in beeld brengen wat langdurige werkloosheid is. Of liever, wat langdurig werklozen zijn. Dat zal je vaststellen dat velen geen langdurig werklozen zijn, maar mensen met een rist precaire contracten waardoor ze nooit aan de voorwaarde voldoen om terug te keren naar de eerste periode van de werkloosheid. Dat velen kampen met een ernstige afstand tot de arbeidsmarkt. Dat velen echt wel hun best doen en ook deelnemen aan allerlei opleidings- en tewerkstellingsprogramma’s. Dat velen van hen nu al in armoede leven. En dat er nog altijd een groot tekort is aan aangepaste trajecten voor mensen in langdurige werkloosheid.

Dwangarbeid voor werklozen

En dan kunnen die mensen zich intussen opwarmen aan het vernietigende oordeel van de Raad van State over de verplichte gemeenschapsdienst die hen boven het hoofd hangt. Want die zat wel in het regeerakkoord. En moet nu in zeven haasten in een besluit worden gegoten, ook al ziet geen van de drie Gewesten, bevoegd voor de uitvoering, dat zitten. Alleen maar omdat de rechterzijde in extremis nog een ideologische trofee wil. Dat was eerst vooral N-VA, maar daarin teruggefloten door partijgenoot Vlaams Minister Muyters van Werk. Waarna Lachaert van Open VLD het overnam en het wist binnen te smokkelen in de arbeidsdeal.

Maar wat een geluk dat N-VA erop bleef doorgaan op een ander beleidsdomein: GAS-ambtenaren zouden het lokaal ook kunnen opleggen als alternatief voor administratieve sancties. Zodat we nu ook weten wat de Raad van State ervan vindt, naar aanleiding van het wetsvoorstel van Christophe D’Haese en co. Dat advies is al vijf weken beschikbaar, maar ontsnapte aan alle aandacht, zelfs van de oppositie. Terwijl het nochtans brandhout maakt van dat soort van lokale gemeenschapsdienst, wegens in strijd met het verbod op gedwongen arbeid van IAO-verdrag nr. 29. Ik zie geen reden waarom de Raad van State anders gaat oordelen over de dwangarbeid die men aan langdurig werklozen gaat opleggen. Voer die handel dus maar ineens af. België en in het bijzonder zijn opeenvolgende ministers van Werk zijn internationaal altijd voortrekker geweest van de fundamentele arbeidsnormen. Tegenwoordig moet de Internationale Arbeidsorganisatie België beschermen tegen zichzelf. Het kan verkeren.

Chris Serroyen is hoofd van de ACV-studiedienst

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!