In het eerste deel van de finale trokken de dieren stormenderhand door de lanen van Mugwana. Eenmaal op de markt staan ze voor een opgave: hoe krijgen ze die explosieve curve van de globale groei omlaag? Gelukkig, met wat kunst- en vliegwerk en een dosis slapstick kunnen ze de lat weer rechttrekken. In 2045 gaat ook de performance van Trom in de RUZ in overdrive. Een voor een zetten de kids hun 3D dierenmasker af en brengen zo het publiek in verrukking. De kracht van de verbeelding wint het van de dommekracht van reality: ook de ouders gaan in protestmodus en zingen uit volle borst met hun kinderen mee.
Final mix 2/2
Eenmaal voorbij de laatste rotonde voor Unionsquare trekt het vreemde kunstwerk meteen de aandacht. Voor een gigantische multiscreen reikt, op een indrukwekkende sokkel, een gestileerde figuur een peilstok naar de hemel. De meetlat kronkelt zich in allerlei bochten. Het licht dat van het roestvrije staal spat werpt grillige patronen op het scherm.
Bij nader toezien is het niet de staaf, maar een supergenerator die het grafische ballet projecteert. De complexe Lissajouscurves verklappen de geheimen van het monetaire spel. Atomù, Trom en hun vrienden staan aan de grond genageld. Is dit waarvoor ze zo’n eind gekomen zijn?
Het plein zelf is immens: een stenen vlakte met fonteinen en in de hoeken een stel kraampjes en stalletjes waar kooplieden en leurders hun verse waren aanbieden. Westerse symmetrie doorschoten met Afrikaanse nonchalance.
‘Vreemde situatie voor een beveiligde zone, als je het mij vraagt,’ rommelt Atomù.
‘Ja, met die banken, paleizen en regeringsgebouwen in de buurt zou je meer Rolexen en diamanten verwachten dan fruit en groente,’ zegt Khan.
Als de dieren het plein oplopen stuiven de marktkramers in paniek uiteen. Vervolgens slaan ze van een eerbiedige afstand de invasie gade. Een deel van de demonstranten doet zich te goed aan het fruit, andere stellen zich op onder de fonteinen om hun dorst te lessen.
‘Hier moeten we wezen,’ roept Atomù ze tot de orde. ‘In het midden van het plein.’
‘Laat je niet afleiden,’ zegt Koloss. ‘Kom op, doorzetten allemaal.’
‘Wat een ellende, die plavuizen,’ zegt Mater hoofdschuddend. ‘Een park vol acacia’s was beter geweest. Rikki en Maita, opletten dat je niet uitschuift.’
‘Ik kan er uitstekend mijn driftvermogen op testen,’ zegt Veyron. Ter demonstratie draait hij tussen de stalletjes een rondje.
‘Nu even niet, Veyron,’ zegt Atomù. ‘Luister liever, allemaal. De constructie die we hier voor ons hebben is dus de fameuze lat. Misschien herken je ze niet meteen, maar ik geef een woordje uitleg. Het heeft met dat reuzenscherm te maken en die figuur met zijn metalen duimstok ervoor. Betty, wijs jij even aan? Ik kan er niet bij met mijn slurf.’
‘Deze, bedoel je? Die knap ik er zo af, als het moet.’
‘Niet doen,’ roept Atomù nog. Maar het is al te laat. ‘Zie je wel, nu staat hij stil. Ik wou gewoon weten hoe het ding werkt. OK, even wachten dan tot iedereen op de markt is. Op die screens opzij kun je zien dat er over de grote lanen nog een massa betogers blijft aanstormen.’
‘Dat kan nog even duren,’ zegt Nazz, de neushoorn. ‘We kunnen beter de zijstraten naar het plein afzetten. Dan kan niemand ons in de rug aanvallen.’
‘Daar, op dat andere scherm. Ze schieten met kalasjnikovs op de buffels van Jägermeister,’ zegt Argyll geagiteerd. ‘We moeten terug om ze te helpen.’
‘Niet doen,’ zegt Atomù. ‘Die kunnen hun mannetje wel staan. Als één groep de macht van het aantal kent, dan is het deze wel.’
Op het scherm is iedereen getuige van een rij buffels die onder mitrailleurvuur valt. Ze kennen het gevoel, dat zijn de wetten van de savanne. Maar de rest van de kudde maakt gauw korte metten met de brigade. Als de weerlicht keren de soldaten hun pantserwagens en gaan ervandoor.
Op het plein rijst een triomfantelijk gehuil ten hemel. Het oergeluid dat uit de keel van de olifanten, leeuwen, zebra’s, antilopen en de andere dieren ontsnapt, valt met geen woorden te beschrijven. Het gejoel uit een voetbalstadion kan er in de verste verte niet tegenop.
‘Ze kiezen het hazenpad,’ juicht Trom.
‘Verrassend veel tegenstand ontmoeten we zo te zien niet,’ zegt Atomù meesmuilend.
‘Niet te snel victorie kraaien,’ zegt Qonq. ‘Daar heb je weer een paar van die onbemande vliegende tuigen. Ik zou ze uit de lucht meppen als ik erbij kon.’
‘Ze zitten ook voor mij te hoog,’ zegt Theodora. ‘Betty, weet jij daar geen raad mee?’
‘Koud kunstje,’ zegt Betty. Met een zwiep van haar staart haalt ze de drones neer. ‘En als ik er in augmented reality mijn nicht Trix en haar vriendin Shadow bij haal, kunnen ze het helemaal schudden,’ giert ze triomfantelijk. Met een flits scheren twee pterodactyli op de tuigen af.
‘Pas op, die daar schiet met projectielen,’ zegt Fielt, de witruggier.
‘Geen probleem, prehistorische hologrammen zijn sneller dan het licht,’ zegt Quark. ‘Toch een pterodactylus in hypermodus. Als je weet hoe je over era’s en millennia heen moet springen, dan is een akkefietje als dit gewoon kinderspel.’
En jazeker, razendsnel plukken de twee nieuwe tijdreizigers de raketten uit de lucht om ze retour naar afzender te sturen. Verderop in de stad weerklinken doffe explosies. Op het reuzenscherm is alleen rook te zien.
‘Zo, dat is van de baan,’ zegt Atomù. ‘En nu dat ding hier. Wat denk jij ervan, Mater?’
‘Zo’n monument is niet aan mij besteed,’ zegt de matriarch. ‘Wat is het, een standbeeld, of hoe heet zo’n ding? Een sculptuur die opgericht is door tweevoeters om hun afgod te eren?’
‘Of een plastiek ter ere van het marktdenken? Die reuzenfiguur met die plooilat in zijn hand zou een verlichte papa Zeus kunnen voorstellen, in zijn zucht naar altijd hoger, altijd meer.’
‘Meer in zijn eigen zakken zul je bedoelen. Ik dacht het al. Hoe wil je die te lijf gaan? Volgens mij is dat meer iets voor onze jonkies. Daarvoor zijn ze meegekomen.’
‘Precies,’ zegt Quark. ‘Laat dat maar aan Trom en mij over. Die lat werkt elektrohydraulisch en wordt op afstand bediend. We moeten gewoon de code breken. Hou de rest even bezig terwijl wij aan het cijferen slaan.’
‘Die lat ligt veel te hoog voor gewone wezens,’ zegt Atomù. ‘Moet je zien hoe die piekt. De hele tijdrekening loopt hij min of meer vlak, tot hij eind vorige eeuw plotseling spectaculair de hoogte in gaat.’
“Waar zie je dat aan?’ zegt Nazz.
‘Gewoon, die horizontale as, dat zijn de jaren,’ zegt Sleuth, de hyena. ‘En de verticale, dat is het bbp.’
‘Het wat?’
‘Het bruto binnenlands product. De plaats van Malambi op de wereldranglijst.’
‘Niemand kan over zo’n lat,’ zegt Mater hoofdschuddend. ‘Zelfs de beste hoogspringer kan daar niet overheen.’
‘Daarvoor moet je de poten van een springbok hebben,’ zegt Leicester, de leeuw.
‘Ik heb ook geen zin om mijn nek te breken,’ zegt Theodora bedachtzaam.
‘Dat is het,’ zegt Atomù plots. ‘We moeten er niet over, maar eronder. Eens kijken of er beweging in die handel te krijgen is.’
‘Ik zal je helpen,’ zegt Jess, het nijlpaard.
Omstandig beginnen de twee aan de sokkel van de lat te wrikken. Zodra ze er hun schonken tegen zetten, begint het matzwarte marmer onheilspellend te kraken.
‘Kijk uit,’ zegt Mater. ‘Het ding mag niet tegen de vlakte. We moeten de symboliek van de lat respecteren. Het is van het allergrootste belang dat het nulsomspel in ere wordt hersteld.’
‘Je hebt gelijk,’ zegt Atomù. ‘Ik liet me even gaan.’ Voorzichtig tast hij met zijn slurf om te zien of het kunstwerk het houdt.
‘Ik zal boven eens voelen,’ zegt Theodora. ‘Zit nog stevig vast hoor, die staaf. Ik denk dat Quark gelijk heeft. Je moet hem niet proberen te plooien, want het ding bestaat uit schakels en segmenten, net een gigantische worm of rups. Die richt zichzelf van binnen uit.’
‘Gekraakt,’ roepen Trom en Quark. ‘De bediening zat gewoon in het gebouw van de Nationale Bank hier achter ons. We hebben de code kunnen hacken.’
‘Heeft niemand er dan aan gedacht om die lat te beveiligen?’ zegt Mater. ‘Kun je nagaan, hoe zeker ze zijn van hun systeempje. Rome werd wel in één nacht verwoest.’
‘En, lukt het?’ zegt Atomù tegen Trom, die druk in de weer is met zijn aanraakschermpje. Plotseling komt er gierend beweging in de lat, tot ze helemaal rechtop staat en daarna zelfs achterover gaat hellen.
‘Ho ho, dat is ook niet de bedoeling. Kijk uit, ze gaat vastlopen. Ze moet plat, snap je? Zo vlak mogelijk.’
‘Hij doet het niet meer,’ zegt Trom, van de inspanning met zijn oren flapperend.
‘Laat mij eens,’ zegt Quark. Maar het enige resultaat is dat de lat nu als een slang in het rond gaat tollen.
‘Zo gaat het niet,’ zucht Atomù. ‘Dat wordt plan B. We zullen hem toch mechanisch moeten richten. Betty, probeer jij maar.’
‘Nee, ik vind dat een olifant het moet doen, daarmee is het begonnen,’ zegt Betty. ‘Iemand die nog een toekomst voor zich heeft. Ik ben verdorie van een andere tijd.’
‘Ja, maar Trom kan er niet bij.’
‘OK, dan help ik hem wel een handje. Trom, ik ga je tillen.’
‘Wacht eens even,’ zegt Trom, maar voor hij er erg in heeft pakt de titanosaurus hem tussen haar lippen en gaat hij de hoogte in. Maar de spartelende olifant is zwaarder dan ze dacht. Veel verder dan een paar meter krijgt ze hem niet van de grond.
‘Mmmmff,’ blaast Betty uit haar neusgaten tot haar hoofd rood aanloopt.
‘Niets zeggen,’ zegt Mater. ‘Als je je kaken opentrekt, gaat hij tegen de vlakte.’
‘Wat zeg je?’ zegt Betty, zoals te verwachten was. Met een dreun komt Trom op de grond terecht.
‘Vallen,’ zegt Atomù met een grinnik. ‘Ken je dat lied dat ik je geleerd heb nog, Trom?’
‘Daar schiet ik veel mee op,’ zegt deze. Met zijn slurf betast hij zijn achterwerk, om te voelen of alles nog op zijn plaats zit.
‘Dit is het ideale moment om het ten gehore te brengen,’ zegt Atomù geanimeerd. ‘Beste vrienden, luister goed, want iedereen die opklimt loopt het risico dat hij onzacht ter aarde neerkomt. Dat zouden ook de tweevoeters, nu we hun lat verleggen, goed moeten beseffen. Luister maar.’
Wees op je hoede, de gieren azen
bijt op je tanden en vecht
je staat pal voor de bazen
geeft niet, die lat gaat recht
Je loopt veel kans te vallen
maar dat geldt voor iedereen
dus grijp ze bij de ballen
tuimel lekker over ze heen
Kijk wat ze doen met die lat
die piekt tot de wereld verziekt
geen uitweg voor luipaard of kat
alles is om zeep als de ochtend kriekt
Voor we er allen bij vallen
Kijk wat ze doen met die lat
straf ze af met luide knallen
in ‘t nulsomspel zit toch de klad
‘Bravo,’ zegt Betty als het applaus uitsterft. ‘Maar nu hebben we genoeg geduld gehad. Trom, ik heb een idee. Als ik nu mijn staart tegen de grond hou kun jij erop klimmen, helemaal tot aan mijn nek. Dan breng ik je waar je zijn moet. Snap je?’
Met ingehouden adem ziet het plein hoe Trom de ruggengraat van de titanosaurus bestijgt. Het heeft wel iets, zo’n olifant die langs het trapgeveltje van een prehistorisch wezen omhoog klimt. Als hij maar weer niet valt, want de huid van Betty loopt zo glibberigals mos. Voetje voor voetje schuift hij op zijn doel af, tot hij zich kan vastklampen aan haar keel.
Er gaat een zucht van verlichting door de menigte, maar dan zwiept Betty zo vervaarlijk met haar hals, dat Trom als een trapezewerker met zijn oren moet gaan wapperen. Met een uiterste krachtsinspanning blijft hij in het zadel en haalt in een en dezelfde beweging uit naar de lat, die nog steeds in het ijle staat te tollen. Als door een wonder heeft hij meteen beet, alleen verliest hij door het manoeuvre zijn greep op de titanosaurus en hangt hij nu te draaien als op de kermis. Als die lat het maar niet begeeft!
Gelukkig zweeft Betty’s vriendin Shadow in het rond om met een rake hap de op hol geslagen staaf tot stilstand te brengen. Zo kan Trom voorzichtig weer op Betty’s nek klauteren, om samen met de pterodactylus de duimstok strak te trekken, gewricht voor gewricht.
‘Het lijken net timmerlui die bezig zijn hun gereedschap op te bergen,’ rommelt Mater in een poëtische bui.
‘Wat je zegt,’ antwoordt Atomù. ‘Ze doen het verdomd grondig. Heel zorgvuldig.’
Stuk voor stuk knakt Trom de geledingen van de lat in positie. Meticuleus doen de spieren van zijn slurf hun werk. Vervolgens duwt Shadow de staaf zo’n beetje op haar plek, tot ze weer ligt zoals ze hoort: laagdrempelig, voor iedereen te overzien.
‘Kom er maar af, Trom,’ zegt Betty. ‘Dan kun je het van beneden zien.’ De zwiep waarmee ze hem verrast, doet onze held opnieuw hard op de plavuizen belanden. Beduusd zit hij naast de sokkel, maar het kan de pret niet drukken. Vallen hoort er nu eenmaal bij.
‘Dat heb je goed gedaan, Trom,’ komt Maita zeggen. Hij moet blozen van het kopje dat ze hem geeft.
‘Nu kan iedereen tenminste weer over de lat,’ trompettert Atomù. ‘Nu kunnen we weer veilig het nulsomspel spelen op onze oude vertrouwde savanne.’
Op het marktplein van Mugwana ontsteekt een feestgedruis zonder weerga. Dieren van alle soorten en gezindheden verbroederen, overtuigd van een betere toekomst. Een toekomst waarin plaats is voor hun nakomelingen, zonder angst dat die maar een kort leven beschoren is.
Het merkwaardige is dat ook de mensen langs de kant, de marktkramers en de managers, de dagloners en de fondsenbeheerders in alle staten zijn. Zwart Afrika gooit zijn westerse kleedje af, verenigd in wat zijn bewoners traditioneel met elkaar verbindt: uitbundigheid en samenhorigheid, léven tout court.
*
‘Op alle schermen van Mugwana vertonen de grafieken eenzelfde nieuw beeld,’ weerklinkt mijn stem door de omniwave van de RUZ. ‘Een zachte curve zonder gemene pieken of dalen. Een stabiele nulgroei, zonder dat de winsten of verliezen voor wie dan ook de pan uit swingen.’
Het publiek zit op het puntje van zijn stoel op het suprême moment dat Tori Wees haar Maita-masker afzet: ‘Zo eenvoudig is het. Of niet? Trom kan het niet goed inschatten, hij is misschien niet helemaal onderlegd en nog altijd een beetje onder de indruk van mijn zoen.’
‘Maar plotseling ziet hij op het grote scherm nieuwsberichten van overal ter wereld voorbijflitsen,’ zegt Pikkel Vermost, alias Quark. ‘Hij herkent zichzelf: live snaps die iemand uit Mugwana opgestuurd heeft. Hij ziet babyolifanten in de weer met hun samsam, volwassen dieren die chatten via de teletam. Dit is een historische gebeurtenis. Als dit de wereld rondgaat, kan het niet anders of het heeft grote impact.’
‘Dat had het leger van papa Zeus niet verwacht,’ zegt Brecht Van Outryve als verslaggever van entertainet. ‘Niemand ging ervan uit dat de olifanten de stad in zouden trekken. Alle troepen en tanks zijn in snelheid en tactiek geklopt. Zelfs de luchtmacht kreeg geen kans om haar drones in te zetten, want ze werden geneutraliseerd door een nog onbekend schild.’
‘De dieren beschikken over geheimzinnige krachten,’ schakelt de laserprojector over naar Dante Springuel. ‘Maar de grootste verrassing is dat ze behalve het verleggen van de lat geen andere bedoelingen hadden. Ze hadden niet de intentie om iets te vernielen en dat geeft hun actie een ongehoorde symbolische meerwaarde.’
‘Naar het ware verhaal hebben we het raden, maar als statement kan het tellen,’ zegt Terry Jacobs, ratelend als een ejay van Pool. ‘De verwachting is dat de dieren zich nu terugtrekken. Ze hebben wel voer gevonden op de markt, maar ongetwijfeld prefereren ze de grassen van de savanne, hoe droog die ook staat.’
Tot nog toe valt er geen enkele dip in de finale te noteren. Ik kijk het auditorium in, de ouders hangen aan de lippen van hun kinderen. Misschien komt het doordat ze ze voor het eerst op een scène zien en merken dat ze zich als een vis in het water gedragen.
Natuurlijk zit ook de regie er voor iets tussen. Atika en Aiden, de senior manager van de RUZ, hebben de boel reuze georganiseerd. En Amber, het hulpje van Adelheid, heeft meesterlijk gecoördineerd. Iedereen die vastzat hielp ze uit de nood – respect.
En dan, al die kids die hun tekst hebben gememoriseerd, dat kan pas tellen. Natuurlijk zijn sommige scènes vooraf geschoten, maar het meeste is onverstoord live gegaan. Ze hebben allemaal ervaring met hoe ze overkomen op een clipje of een ouderwetse selfie, maar dan nog. Dit is groepswerk. Dit is pas delen.
Ik vergeet bijna de animatieploeg die met een monnikengeduld met motion-capture in de weer is geweest. Ik heb Brim de 4D-graphics zien programmen, ik moet er niet aan denken dat ik dat zou hebben gefikst. En dan te beseffen dat het werk van tien pupils uit 2G nog moest worden gemonteerd tot een samenhangend geheel. Dat alles voor wat vroeger gewoon een decor heette…
‘De olifanten geven een bijzonder intelligent signaal,’ vertolkt Tulip Wesemael een of andere professor antropologie op een highbrow net. ‘Als humans dit zouden doen, spreek je gewoon van een tactische zet. Maar deze dieren beseffen maar al te goed dat ze niet opgewassen zijn tegen menselijke overmacht. Dat ruw geweld niet zal helpen.’
‘Ze vinden het wellicht ook niet leuk om te worden afgeslacht om hun ivoor,’ zegt Lasse Jansen, die Tulip interviewt. ‘Maar in plaats van te chargeren, trekken ze en masse naar de stad voor actie. Dat is toch een ongelooflijke stap in de evolutie? Betekent dat dat ze de mens aan het bijbenen zijn, aan het inhalen zelfs wat beschaving betreft?’
‘Dat zou me niets verbazen,’ antwoordt de geleerde professor. ‘Zo veel beheersing is niet vanzelfsprekend bij zo’n ziedende bende. De lat verleggen wijst op een bijzonder inzicht in hoe de zaken in elkaar zitten. De mens kan van deze vredelievende stunt nog iets opsteken.’
‘Maar hoe komt nu zoiets?’
‘Volgens mij is het een onderstroom. Het sociaal-darwinistische recht van de sterkste heeft afgedaan. De dieren willen gelijke rechten voor iedereen. Daarmee appelleren ze aan een globale behoefte. Ze komen niet alleen op voor zichzelf, maar voor alle leven op aarde. Het kan niet anders of het hangt in de lucht.’
‘Olifanten vergeten niet,’ klinkt de stem van Atomù, bij monde van Romelu Mbele, boven alles uit. Dit is het afgesproken sein voor de aftocht uit Mugwana. De maskers gaan af – de olifanten en de prehistorische dieren stellen zich achteraan op, de leeuwen, buffels en antilopen positioneren zich voor hen, broederlijk naast elkaar.
‘We zullen nooit vergeten wat we vandaag hebben bereikt,’ gaat Romelu verder. ‘Daarom willen we geen smet op deze dag. Om te vermijden dat we het Olympisch dorp alsnog onder de voet lopen, trekken we ons nu uiterst gedisciplineerd terug.’
‘Ja, we keren allemaal rustig terug naar de savanne,’ zegt Ziva, terwijl ze als laatste het masker van Mater van haar hoofd trekt. ‘Nu het regenseizoen eraan komt, hoop ik dat de lucht kleur krijgt en dat het Kirungomoeras zich vult met het heerlijkste water. Afwachten dus wat onze inspanningen opleveren, het resultaat zal pas op langere termijn te zien zijn. Maar we hebben wel de hele wereld bereikt.’
Uitgelaten verlaten de kids de scène. Sommige kleintjes zijn erg geëmotioneerd, de groteren lopen als op een wolk. Eén ding weten ze zeker: dit hebben ze nooit eerder gedaan. Ze hebben het oude regenboogpad van de savanne gevolgd, dat decennia geleden gesloten was. En ze hebben de lat verlegd, zodat mens en dier weer overal op aarde het authentieke nulsomspel kunnen spelen. Dat is meer dan ze hadden durven dromen.
Het applaus in de RUZ is overdonderend.
‘Wat een spektakel!’
‘Te gek voor woorden dat deze prachtbeesten worden uitgemoord!’
‘En dat voor de poen!’
Over alles heen klinkt het lied dat Moona, Wendel, Sylve en Jehdi speciaal voor de finale gesampled hebben. Moona zingt de sterren van de hemel. Al haar angst, al haar zelftwijfel is verdwenen. Wanneer Ziva met haar masker naar haar wuift, zie ik haar glunderen en een blik van verstandhouding met haar rivale wisselen. Terwijl het hele podium als uit één mond met hen meebrult:
Moet je zien wat ze doen
met de economie
de technologie
en de ecologie
En het onvoorstelbare gebeurt: het publiek begint mee te zingen. Ouders en kinderen, rechtstaand, wuivend met de armen, uit volle borst zingen ze de regels die in de hele RUZ in supertekst oplichten:
Moet je zien wat ze doen
met de filosofie
de esoterie
en de kosmologie
Nee, we pikken het niet
we laten ons niet kisten
Moet je zien wat ze doen
met de utopie
de democratie
en met heel Bruciety
Dat pikken we niet langer
néé, we laten ons niet kisten
Dat was de laatste aflevering van Trom in de RUZ. Nuchter gesproken, mijn geschenk aan de gemeenschap vermag weinig om de toekomst te beïnvloeden, want de wereld draait door. Toch fijn dat jullie meegingen op deze mindtrip. Onthou op het einde van de rit één ding: het knipoogje van Trom hierboven.
Auteursrecht bij SABAM – illustraties Inga Moijson – eigen foto