Nieuws, Economie, Politiek, België -

Regering-Michel zal eindigen zoals ze begonnen is, met veel sociaal protest

Midden het geweld over drugsoorlogen, vuile kiescampagnes, "bloedhonden" hier en "journalistenratten" daar, zouden we het bijna vergeten. Het is bijna herfst en in België, met de "meest asociale regering ooit" – dixit de vakbonden –, betekent dat een opstoot van sociaal protest.

vrijdag 14 september 2018 15:15
Spread the love

Een zevende grote nationale betoging komt er voorlopig niet. Na de laatste op 16 mei die maar liefst 70.000 mensen op de been bracht in Brussel kiezen de vakbonden deze keer voor regionale acties op 2 oktober. Op minder dan twee weken voor de gemeenteraadsverkiezingen zullen er in alle provincies acties en betogingen zijn. In Brussel alleen al wordt gemikt op 10.000 betogers.

De focus van de acties ligt net als de vorige keren op de pensioenen. Op 16 mei werd vooral het pensioensysteem met punten op de korrel genomen. Volgens de vakbonden zorgt het puntenpensioen tot onzekerheid. “Het is een tombola”, klonk het op allerlei manieren.

Het puntenpensioen is ondertussen van de baan. Minister van Pensioenen Bacquelaine (MR) liet vorige week weten dat deze hervorming er alvast deze legislatuur niet meer komt. Het is alweer een vlaggenschip van de regering-Michel dat kapseist nog voor het de haven verlaten heeft. Het relativeert meteen ook de stelling dat de vakbonden met al hun betogingen en stakingen geen deuk in een pakje boter kunnen slaan.

Zware beroepen

Op de acties van 2 oktober zal het over het dossier van de zware beroepen gaan. Momenteel zit dat dossier nog bij de vakbonden en werkgevers. In de Nationale Arbeidsraad proberen zij tot een eensgezind advies te komen over een lijst van criteria. Wie een zwaar beroep heeft, zou dan vroeger op pensioen kunnen. Eind deze maand zou dat advies er moeten zijn.

Bij de vakbonden hoor je dezelfde verzuchting als de voorbije keren. Aangezien de regering bij gebrek aan advies de knoop zelf zal doorhakken, zitten de werkgevers in een zetel. Zij moeten enkel wat op de rem staan, niet teveel toegevingen doen, waarna de regering maatregelen neemt die helemaal hun visie vertolken.

De nieuwe spelregels rond zware beroepen zullen er voor zorgen dat een aantal werknemers wel vroeger op pensioen kan, maar niet zo heel veel vroeger én het zal hen een lager pensioenbedrag opleveren. De beloofde compensatie voor de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 wordt dus een mager beestje.

Erger nog: in het recente zomerakkoord zitten maatregelen die het nog moeilijker maken om het vol te houden. Een sociaal plan onderhandelen bij bedrijven die herstructureren wordt bijna onmogelijk gemaakt door de verstrenging van de regels voor SWT (het vroegere brugpensioen). Dat kan vanaf 2020 enkel nog vanaf 60 jaar. Bij een sociaal drama zal iemand van pakweg 58 is, regelrecht ontslagen worden en in de werkloosheid terechtkomen met de bijhorende hardere degressiviteit van de uitkeringen.

Landingsbanen

De regering zette ook het mes in de landingsbanen. Tot nu toe konden werknemers vanaf 55 kiezen om deeltijds te gaan werken met behoud van hun pensioenrechten. Het systeem is populair. Op dit moment maken 109.000 mensen er gebruik van. Twee derde is jonger dan 60. De nieuwe grens ligt nu op 60. De vakbonden vrezen dat het slechts een eerste stap is in de ontmanteling van het systeem. Niet toevallig kwam minister Bacquelaine met een nieuw systeem op de proppen: het halftijds pensioen. Maar onder meer pensioenspecialist Kim De Witte (PVDA) wees er al op dat dat systeem tot minder pensioen zal leiden.

De actiedag op 2 oktober is geen alleenstaand geval. Op 28 september betogen de ambtenaren tegen de afschaffing van de opgespaarde ziektedagen die langdurig zieke werknemers toelieten om minder inkomensverlies te lijden. De Vlaamse ambtenarenbonden plannen een staking op 21 september.

Al die acties hebben het voordeel dat ze de regering nog eens confronteren met het magere socio-economische rapport. Ja, er kwamen jobs bij, maar minder dan in de rest van de EU. Bovendien zeggen verschillende specialisten dat die extra jobs er vooral kwamen door de internationale conjunctuur.

Dure taxshift

Daartegenover stonden een pak maatregelen die heel nadelig waren voor werknemers en uitkeringsgerechtigden: de indexsprong, de strengere aanpak van langdurig zieken en de verhoging van de pensioenleeftijd.

De taxshift zorgde er wel voor dat sommige werknemersgroepen iets meer netto overhielden (vaak niet genoeg om de indexsprong en de extra taksen en duurdere diensten te compenseren). Maar net die taxshift sloeg ook een krater in de overheidsfinanciën.

Een nieuw onderzoek van de KU Leuven rekende het nog eens voor. De taxshift betekende een cadeau aan de werkgevers van 3,6 miljard euro. De Nationale Bank berekende jaren geleden al dat de taxshift een ongedekte cheque van 6,6 miljard euro bevatte.

Het was dus een taxcut en de leden uit de meerderheid hebben dat nooit verborgen. “Als die niet volledig is gefinancierd, dan is het een belastingvermindering en die heeft het land nodig”, zei Open Vld-parlementslid Vincent Van Quickenborne een half jaar geleden in Trends.

De rekening

Ooit zal iemand de rekening moeten betalen. Volgens het Planbureau, dat de economische vooruitzichten voor de federale overheid opmaakt, zal het gat in 2019 al veel groter zijn dan de 0,7 procent die de regering inschat: 1,8 procent van het bbp. Ofwel een verschil van 5 miljard euro.

Voor een partij als N-VA is dat mooi meegenomen. In Michel II kunnen ze meteen de hakbijl bovenhalen. En als zij om één of andere reden naast een zitje in de volgende regering grijpen in 2019, hebben ze er alvast voor gezorgd dat die nieuwe ploeg in een keurslijf gestopt wordt. Het geroep om besparingen in de sociale zekerheid kan dan ook vanop de oppositiebanken luid klinken.

take down
the paywall
steun ons nu!