Colombiaanse cacao: geweld en sociale rechten

Colombiaanse cacao: geweld en sociale rechten

dinsdag 14 augustus 2018 14:42
Spread the love

20180316 Prado FOS-cacao-Lammertyn-1-1680x894

Omgaan met extreme verandering

In Colombia vervangen boeren hun cocaplanten door koffieplanten. Maar hoe kan je in een onveilig land zeker zijn dat je van je oogst kan overleven? Fotograaf Louis Lammertyn bezocht een project van een twintigtal families waar na alle geweld, klimaatproblematiek en sociale uitdagingen de solidariteit binnen de cacaocoöperatie blijft winnen.

Na een busrit van een vijftal uur kom ik aan op het plein van Prado, een klein levendig dorp 200 kilometer ten zuiden van Bogota. Na een eindje wachten komt Luis Fernando, voorzitter van een van de lokale cacaocoöperaties, me halen om samen de bergen in te trekken naar Vereda de Vegones.

Hij ziet er niet uit als de stereotype landbouwer, maar als een gedreven ondernemer. Ik word door iedereen warm onthaald, maar heb geen idee met wie ik uiteindelijk het -tot voor kort gevaarlijke- bergland intrek. Ik las dat in januari van dit jaar de wapenstilstand van de guerrillarebellen opgeheven werd en dus in sommige regio’s van Colombia het geweld weer op laait, maar dat zou in principe niet hier mogen zijn. De onzekerheid maakt me toch wat nerveus, maar het avontuur hangt in de lucht.

Luis vertelt dat ze de vorige dag de cacao-oogst van drie weken werk met de vrachtwagen naar de dichtstbijzijnde stad gebracht hebben, en dus nu met een hoop cash de berg terug op moeten om aan de leden van de coöperatie hun deel te betalen. Daarom beslist hij om het geld te splitsen en een deel met iemand anders mee te geven.

De associatie van boeren die cacao telen in Tolima werd iets meer dan drie jaar geleden opgericht om de families van deze zone, de ‘Vereda’, samen te brengen en hun productieproces en verkoop te verbeteren. De associatie verkoopt chocolade aan het nationale chocoladebedrijf van Colombia, dat instaat voor verwerking en export. De lokale associatie is er niet enkel voor z’n leden, ook niet-leden kunnen hun cacao aan hen verkopen en meegenieten van een aantal voordelen.

Achter dit soort samenwerkingsverbanden staan naast een aantal sterke lokale leden, ook structuren van federaties, syndicaten of ministerie die verdere ondersteuning bieden. Zo worden er regelmatig opleidingen georganiseerd over productie, sociale rechten en het professionaliseren van kleine landbouwondernemingen. Daarnaast heeft de associatie een buurtwinkel om toegang tot basisproducten te verbeteren en een stuk grond die de leden samen verbouwen om de associatie financieel te onderhouden. Tot slot is er een team dat tal van activiteiten organiseert.

20180316 Prado FOS-cacao-Lammertyn-2-1280x711

Na twee uur motorrijden op onverharde wegen, met alleen maar een paar boerderijen en militaire checkpoints op de weg, komen we aan in Vereda de Vegones. Het is al laat en pikdonker. In plaats van m’n tent op te zetten, krijg ik een bed in het huis van de associatie. Hier verblijven regelmatig medewerkers en vrijwilligers die opleidingen komen geven. Er wordt nog uren nagepraat over hun activiteiten en wat er in amper drie jaar bereikt is.

Sociale binding

Hét gespreksonderwerp van de avond is de sociale binding tussen de verschillende leden. De regio heeft een lange gewelddadige periode doorstaan, met zowel aanwezigheid van guerilla als paramilitairen. Een deel van de oogst moest afgegeven worden om niet geterroriseerd te worden en mensen werden vermoord of verdwenen zomaar.

Nu de vrede in de meeste plekken teruggekomen is, lijkt de binding sterker dan ooit: de families helpen elkaar en een à twee keer per week wordt er samen op de plantages van de associatie gewerkt. Ook de rol van de vrouw binnen de cacaoteelt is sterker dan ooit, daar is Claudia Gisela Ibañez het voorbeeld van. Zelf neemt ze een leidende rol in de associatie, baat ook het winkeltje uit en regelt de aankoop van de cacao van de verschillende boeren. Het project is zo’n succesverhaal dat ze recentelijk meerdere nationale prijzen gewonnen hebben als Colombiaans voorbeeld van hoe het anders kan. Ook werken ze samen met CCI (een ngo voor de kleine landbouwer) en met het ministerie van Landbouw om samen de leefomstandigheden van de leden te verbeteren. “Colombia is gekend voor de topkwaliteit van haar cacao, vergeleken met sommige andere landen in de wereld”, vertelt Claudia. “We hebben enorm veel hoop om verder te groeien en zo onze toekomst en leefomstandigheden te verbeteren, voor minder gaan we niet!”

20180316 Prado FOS-cacao-Lammertyn-3-1280x853

Ze vertelt me dat alle leden zich hebben aangesloten aan een EPS, een private sociale zekerheid die werkt als een ziekteverzekeringsinstelling. Het is een controversieel systeem met heel wat gebreken, maar toch voor velen een stap vooruit. Er is nog heel wat werk om over sociale rechten te kunnen spreken zoals wij ze in Europa kennen. In geval van werkongevallen of invaliditeit raakt men snel in de armoede. De associatie probeert te onderzoeken of ze eventueel een eigen verzekering kunnen afsluiten, of een systeem kunnen opzetten waarbij ook dit soort risico’s gedragen kan worden. Maar zoals overal in Colombia, is er ook in de cacaoteelt nog enorm veel informele tewerkstelling waardoor geen enkel recht opgebouwd wordt.

20180316 Prado FOS-cacao-Lammertyn-4-583x875“Zelf heb ik recht op een soort van pensioenbijdrage. Elke twee maanden mag ik dertig euro gaan ophalen in het stadhuis van Prado”, vertelt buurman Luis Enrique Nieto, 68 jaar oud. “Officieel zou het vijftig euro moeten zijn, maar de burgemeester heeft beslist dat er maar dertig euro wordt uitbetaald. Ik heb geluk dat ik op de lijst van de pensioenbijdrage sta, want om er op te raken moet een andere gepensioneerde sterven. Veel vrienden van mij staan al jaren op de wachtlijst.” Ik tel het even na en besef dat je met die dertig euro niet ver raakt. Om het geld te gaan ophalen betaal je al bijna tien euro, want de volledig tocht duurt het vier uur met de moto.

Tijdens het gesprek voel ik hun sterke honger naar kennis en naar verbetering op sociaal en administratief vlak. Meer dan de helft van het interview word ik uit gevraagd hoe het in België verloopt.

Maar ondanks dat hun associatie al zo veel heeft bereikt, blijft er nood aan verdere ondersteuning. Dit is het type project waar het middenveld en andere instituties een rol kunnen spelen, om gezondheid en sociale rechten verder te verdedigen en ondersteunen.

Over cacao

– Een Belg consumeert gemiddeld zes kilogram chocolade per jaar
– Een vrachtwagen vol cacao bevat zes ton gedroogde cacao, wat drie weken werk kost aan een twintigtal families
– Cacao heeft een schommelende prijs tussen de een à twee euro per kilogram, een vrachtwagen brengt dus zesduizend à twaalfduizend euro op, waar helaas wel tachtig personen moeten van leven
– Het grootste deel, wel 70%, van de chocolade die we wereldwijd consumeren komt van Ivoorkust, Ghana en Kameroen
– Colombiaanse cacao is niet de meest bekende ter wereld, door zowel regionale als wereldwijde concurrentie, maar heeft wel een bovengemiddelde kwaliteit

20180316 Prado FOS-cacao-Lammertyn-5-1067x1600

  

Technische ondersteuning

20180316 Prado FOS-cacao-Lammertyn-6-583x875

De volgende morgen sta ik om vijf uur klaar om samen met Luis Fernando naar de verschillende plantages te gaan kijken. “Er zijn beperkte subsidies voor de aankoop van lan

dbouwmachines, maar er wordt in de regio heel hard ingezet op lokale kennisoverdracht”, vertelt Luis terwijl we op z’n moto via een veldpad de berg oprijden. “Het helpt om de ecosystemen beter te begrijpen, om zo zonder chemische mest- of sproeistoffen onze productie te verbeteren.”

Hij legt me uit dat de productie nu goed op punt staat, maar het zal nog een eind duren voordat ze ook de nodige investeringen in machines kunnen doen. Zo zouden ze zelf waarde kunnen toevoegen aan het product en niet langer cacao zonder meerwaarde als grondstof moeten verkopen. Het lijkt bijna naïef hoe ze willen dat ze machines gratis zouden krijgen. Maar van typische investeerders of multinationals hebben ze een afkeer gekregen, dus wordt het met z’n allen geld sparen de komende jaren. “We plannen de productie op te drijven met een net aangekocht stuk land. Daar zullen we cacao telen, met speciale aandacht voor educatie en ecotoerisme. Door het proces aan de eindconsument uit te leggen, krijgt die meer respect voor cacao en is die bereid een eerlijkere prijs te betalen.”

20180316 Prado FOS-cacao-Lammertyn-7-1280x720

Post-conflict

Na een eindje rondwandelen nemen we een pauze in de schaduw om wat te praten over het conflict de regio. “Het departement Tolima is nog maar twee of drie jaar terug rustiger. Ervoor was er een sterke aanwezigheid van eerst de paramilitairen en erna de guerrilla. Het dagelijkse leven is tientallen jaren volledig verlamd geweest”, vertelt Luis. Het raakt me om te horen dat veel families hun vader, moeder, kinderen of vrienden missen, omdat die in het conflict gedood of ontvoerd werden. “Meerdere jaren is er door terreurgroepen een avondklok opgelegd waarbij er geen sociaal leven mogelijk was”, voegt gij er nog aan toe, om het contrast uit te lichten met het leven dat ze nu kunnen leiden.

20180316 Prado FOS-cacao-Lammertyn-8-1280x853

Jarenlang moest een groot deel van alle opbrengsten en oogsten afgedragen worden aan de gewapende groeperingen. Het was een schrikbewind. Bij het niet naleven van een van de opgelegde regels, werd gereageerd met publieke executies of andere zware straffen. Uit de verschillende gesprekken tijdens m’n verblijf in de Vereda is het duidelijk dat er een soort taboe over het verleden heerst en iedereen zijn manier zoekt om te verwerken wat ze gezien of meegemaakt hebben. Maar iedereen die ik sprak, lijkt met energie en optimisme vooruit te kijken.

Ik zie tijdens m’n verblijf dat er nog steeds voorzichtig omgegaan wordt met het transporteren van geld of goederen, want na het vredesakkoord is het wel rustiger, maar overvallen vinden nog steeds plaats. De militaire checkpoints die we met de moto passeren zijn nog steeds actief en de ex-leden van de ELN en paramilitairen leven nog steeds verspreid over de bergen van Tolima.

De Colombiaanse overheid, samen met internationale organisaties, ziet de cacao van hoge kwaliteit als een nieuwe industrie die vrede en rust kan brengen. Een alternatief voor geweld en cocaplantages. Desalniettemin is de uitslag van de laatste verkiezingen, met Ivan Duque als nieuwe president, niet bepaald goed nieuws voor dit soort projecten. Duque vermelde letterlijk in z’n speeches dat hij niet gelooft in kleinschalige landbouw en volledig wil inzetten op grootschalige exportproductie.

Alleszins ben ik na meerdere dagen in de bergen rond Tolima met de cacaoboeren door te brengen overtuigd: De solidariteit en samenwerking in associaties kan een soort sociaal vangnet creëren, maar het is belangrijk dat de overheid hier haar verantwoordelijkheid niet ontloopt. De creatie van sociale bescherming op het platteland zal nog heel wat energie vragen van de volgende Colombiaanse regeringen. Met de komst van Duque als nieuwe president wordt dat allesbehalve eenvoudig.

Tekst en Beeld: Louis Lammertyn

take down
the paywall
steun ons nu!