In 2001 en 2008 kende België ook al eens een groeispurt. De mooie economische prestaties van ons land leverden toen telkens een daling van de werkloosheid op. Het aantal werkzoekenden daalde toen telkens tot net boven de 150.000. Om precies te zijn: 150.569 in 2001 en 151.001 in 2008.
Vandaag lijken die mooie cijfers een verre droom want de VDAB telde in mei van dit jaar nog altijd 184.800 werkzoekenden. Dat zijn er maar liefst 34.000 meer dan in 2001 en 2008. Zo staat het te lezen in een nota aan de Raad van Bestuur van de VDAB.
“Er zijn twee duidelijke conclusies te trekken uit de nota”, reageert onderzoeker Sacha Dierckx van Denktank Minerva die we de nota voorlegden. “Ten eerste: de zogenaamde krapte op de arbeidsmarkt is op dit moment fictie. Het aantal niet-werkende werkzoekenden ligt een pak hoger dan bij eerdere conjunctuurpieken. Ten tweede: de sanctionerende aanpak van werklozen is zinloos, bij gebrek aan voldoende degelijke jobs en kansen op de arbeidsmarkt”, aldus Dierckx.
Hardere sancties is nochtans net waar Open Vld en N-VA op aansturen binnen de federale regering. Zo pleiten ze om de werkloosheidsuitkeringen sneller te doen dalen in de tijd en ook de gemeenschapsdienst werd opnieuw op de agenda geplaatst.
Vroeger beleid
De cijfers van de VDAB tonen het negatieve effect van vroegere maatregelen. Zo moeten oudere werklozen en ook de SWT-ers (het vroegere brugpensioen) langer beschikbaar zijn. Het aantal werkzoekende 60-plussers met een uitkeringsaanvraag steeg van 467 in 2001 tot 14.502 in 2018.
“Het aantal werkzoekenden met een uitkeringsaanvraag is vooral sterk gestegen bij de 55 tot 65-jarigen. Dat bewijst dat er onvoldoende mogelijkheden zijn voor 55-plussers om werk te vinden. Het alternatief voor regelingen met SWT zoals onlangs bij Carrefour, is niet een hogere werkzaamheidsgraad, maar nóg meer werkloosheid”, reageert Sacha Dierckx.
Opvallend in de cijfers van de VDAB is dat in vergelijking met 2001 het aantal vrouwelijke werkzoekenden gelijk blijft, terwijl het aantal mannelijke werkzoekenden stijgt van 65.478 naar 99.477. Volgens de VDAB heeft dat te maken met de teloorgang van de repetitieve jobs in de industrie. Laaggeschoolde mannen krijgen het daardoor moeilijk op de arbeidsmarkt.
Segregatie
De cijfers tonen ook nog maar eens de segregatie op de arbeidsmarkt. Bij werknemers met roots buiten de EU-28 steeg het aantal werkzoekenden tussen 2008 tot 2010 met net geen 40 procent.
Ook jongeren in het algemeen kampen met het tekort aan jobs. Sacha Dierckx: “Het aantal jongeren in beroepsinschakelingstijd is gestegen van 5.368 in 2008 naar 9.059 in 2018. Door de verlenging van die beroepsinschakelingstijd (het aantal dagen werkloosheid voor je recht hebt op een uitkering, nvdr.) zijn er dus veel meer jongeren zonder uitkering. Daardoor zullen ze geneigd zijn om meer precaire en tijdelijke jobs aan te nemen, of jobs waarvoor ze overgekwalificeerd zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat dat gedurende lange tijd een negatieve invloed heeft op hun loon en loopbaan.”
De VDAB bevestigt dat: “Op de gesegmenteerde Vlaamse arbeidsmarkt verwerven ‘outsiders’ vooral tijdelijke banen, met lagere lonen en veel onzekerheid. Dat verklaart ook de relatief hoge dynamiek voor de allochtone groep.” Met dynamiek bedoelt de VDAB dat er veel beweging zit in de cijfers. Er is veel in- en uitstroom, maar het aantal werkzoekenden blijft telkens veel te hoog.
Alarmberichten
Hoe kan het dan dat de kranten volstaan met alarmberichten over de krapte op de arbeidsmarkt, terwijl het aantal werkzoekenden nu een pak hoger is dan bij de vorige pieken? “De riedel dat er krapte op de arbeidsmarkt dreigt, is stilaan afgezaagd. De Amerikaanse econoom Paul Krugman noemt het een “evergreen”, altijd aanwezig”, zegt Sacha Dierckx. “Het lijkt er sterk op dat werkgevers vooral bang zijn om betere arbeidsvoorwaarden en hogere lonen te moeten aanbieden om functies in te vullen, en er daarom baat bij hebben dat het reserveleger van werknemers zo groot mogelijk is. Het hele verhaal van toenemende krapte en de ermee gepaard gaande activering dienen dus vooral om arbeid goedkoop te houden, en om de winsten hoog te houden.”
Dierckx gelooft ook niet in sanctionering. “Dat zorgt niet alleen voor meer miserie bij werkzoekenden, het is ook contraproductief. Mensen die hun uitkering verliezen, vinden niet sneller werk, en komen bij het OCMW terecht of vallen helemaal zonder inkomen.”
Dat bleek twee jaar geleden al uit een rapport van de RVA over wat er gebeurde met de jongeren die hun wachtuitkering verloren. Van de eerste groep mensen die uitgesloten werden, vond slechts 13,2 procent werk na zes maanden. Van meer dan 45 procent is geen spoor meer te vinden. Zij verdwenen van de radar en worden dus ook niet meer begeleid door de VDAB.
“Als werkgevers hun vacatures niet ingevuld krijgen, moeten ze misschien minder discrimineren, minder eisen stellen en meer investeren in opleiding op de werkvloer, en betere lonen en arbeidsvoorwaarden aanbieden”, aldus Dierckx.