Voorpublicatie dossier arbeidsmigratie 11.11.11
Volgens een nieuw dossier van 11.11.11 kan arbeidsmigratie een motor van ontwikkeling zijn, maar dan moet de uitbuiting van migranten op de werkvloer stoppen. Ook FOS ziet dat de kwetsbaarheid van arbeidsmigranten tot schrijnende omstandigheden leidt.
In 2011 telde Human Rights Watch ongeveer 1,5 miljoen migranten in Zuid-Afrika. Ongeveer 75% van deze migranten komt van het Afrikaanse continent. De meeste migranten zijn geboren in Lesotho, Zimbabwe en Mozambique. De voornaamste redenen om naar Zuid-Afrika te migreren zijn onvoldoende arbeidsplaatsen en politieke onrust in het land van herkomst.
Arbeidsmigranten in onzeker verblijf
Zuid-Afrika is sinds de apartheidsperiode een bestemmingsland dat veel arbeidsmigratie kent. De overheid hanteert echter een strikt migratiebeleid. De procedures voor een arbeidskaart of erkenning zijn moeilijk en verlopen langzaam. In combinatie met de hoge kostprijs duwt dit een aanzienlijke groep migranten in een onzeker verblijf. Zonder papieren of met een onzekere status worden zij aangetrokken tot precaire jobs waar er weinig vereisten zijn naar opleiding en talenkennis. De graad van tewerkstelling is hoger bij migranten dan bij de lokale bevolking. Toch vind je hen disproportioneel meer terug in de informele sector of tijdelijke arbeid zoals dag- of stukwerk. Ze hebben ook amper toegang tot sociale voordelen.
Feiten over arbeidsmigratie
- Uitbuiting is de norm voor arbeiders zonder wettig verblijf. Voor hen is het moeilijk om hun rechten af te dwingen en meestal leven ze ver onder de armoedegrens
- Migranten zijn kwetsbaar voor onderbetaling, late of zelfs geen betaling en een gebrek aan compensatie bij ziekte of ongeval. Ondernemingen moeten waardige werkomstandigheden bieden volgens nationale en internationale normen, maar dat is helaas zelden het geval
Misbruik en geweld in de landbouwsector
Dat zie je ook in de landbouwsector. Op de wijn- en fruitplantages, een sector die sterk gericht is op export, hebben alle arbeiders het moeilijk. Ze maken lange dagen van 12 uur of meer, werken in een onveilige en ongezonde werkomgeving, kennen een grote werkonzekerheid en worden vaak het slachtoffer van misbruik en geweld. De landarbeiders zijn de meest gemarginaliseerde arbeiders van het land en verdienen nog steeds de laagste lonen op de arbeidsmarkt, ondanks de recente invoering van een nationaal minimumloon onder druk van vakbonden. Het is illustratief dat in de huidige debatten over een nationaal minimumloon landarbeiders uitgesloten worden.
Geen toegang tot sociale rechten
Daarnaast wordt het de arbeiders erg moeilijk gemaakt zich te organiseren in een vakbond en collectief te onderhandelen. De verregaande flexibilisering van de afgelopen jaren voerde bovendien de druk verder op: steeds minder mensen worden tewerkgesteld en vaste jobs worden vervangen door tijdelijke. De landarbeiders in deze tijdelijke, precaire jobs hebben bovendien geen toegang tot sociale beschermingsschema’s, zoals betaald ziekte- en moederschapsverlof.
Van de ongeveer 800.000 landarbeiders zijn 7% arbeidsmigranten. Dit aantal ligt allicht hoger, omdat mensen zonder papieren hier niet zijn meegerekend. Door hun onzekere situatie worden zij nog meer uitgebuit dan hun ‘inlandse’ collega’s; ze krijgen vaker tijdelijke of geen contracten, lagere lonen, werken in een gwaza-systeem (uitbetaling per stuk), worden fysiek of seksueel misbruikt.
De schendingen van mensenrechten zijn legio. De landarbeiders worden daarnaast bedreigd met arrestatie of uitzetting. Zich wenden tot een vakbond, de politie of een klachtensysteem is quasi onmogelijk, onder andere door de angst om ontdekt te worden als persoon zonder verblijfsrecht. Vrouwen krijgen het nog harder te verduren en worden in sommige gevallen het slachtoffer van seksuele uitbuiting in ruil voor tewerkstelling. Ze ondervinden structureel geweld en discriminatie gebaseerd op gender en nationaliteit. Door de grote economische ongelijkheid en het gebrek aan formele jobs krijgt Zuid-Afrika daarnaast te kampen met golven van xenofobie. Dit gaat gepaard met extreme uitbarstingen van geweld tegen migranten en discriminatie op grote schaal.
Wetgeving naleven
Nochtans kent Zuid-Afrika een progressieve arbeidswetgeving. Ze wordt echter te weinig afgedwongen en afgeschermd voor migranten, waardoor de situatie voor arbeidsmigranten onzeker en moeilijk blijft. Zuid-Afrika heeft nood aan een arbeids- en migratiebeleid dat migranten beschermt, gelijke rechten toekent en toegang geeft tot basisdiensten. FOS-partners CSAAWU (vakbond van landarbeiders in de West-Kaap) en Women on Farms Project komen op voor de rechten van álle landarbeiders, of ze nu vrouw, man, Zuid-Afrikaan of migrant zijn. Omdat arbeidsmigranten nog kwetsbaarder zijn dan hun Zuid-Afrikaanse collega’s, heeft CSAAWU een specifiek project opgezet dat arbeidsmigranten verenigt, ondersteunt en verdedigt.
Dit artikel is een van de cases uit het dossier over arbeidsmigratie van 11.11.11, waar FOS aan meeschreef. Lees het volledige dossier: klik hier.
Auteur: Caroline Bal