Bron: Wikimedia Commons
Open brief, Milieu, Samenleving, Politiek, Lokaal, Antwerpen - Arnold Peeters

“Keuzes overkapping Antwerpse Ring lijnrecht tegenover leefbaarheid wijk”

Het proces van de intendant om zes ontwerpteams aan het werk te zetten op 6 delen van de Ring 1 ter hoogte van station Berchem wordt deze maand afgesloten. Buurtvereniging 'orpheusbuurtgebeure' drukt zijn sterke verontwaardiging uit over de huidige concrete ontwerpplannen voor zijn directe omgeving. "We zien dat keuzes worden gemaakt die lijnrecht ingaan tegen onze verwachting dat een overkapping onze wijk leefbaarder zou maken."

dinsdag 17 april 2018 14:43
Spread the love

Aan de Vlaamse Regering,
Aan het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen,
Aan het ontwerpteam ‘over de Ring Zuidoost’ en Antwerpen aan ’t Woord,
Aan de burgerorganisaties Ademloos, Stratengeneraal en Ringland,
Aan de intendant, de heer Alexander d’Hooge,
Aan de districtsraad van Berchem, 

Na een boeiend en leerrijk parcours van enkele maanden te hebben afgelegd met talrijke ‘Ringbouwers’ en vertegenwoordigers van overheden en ontwerpers, werd aan ons gevraagd een ‘geloofsbrief’ (advies) over de voorliggende ontwerpen voor de overkapping te schrijven.

Met deze open brief reageert buurtvereniging ‘Orpheusbuurtgebeure’ op de ontwerpplannen voor de overkapping van de Ring zoals voorgesteld op het infomoment van 21 maart. Vele van ons hebben mee geijverd voor de volledige overkapping van de Antwerpse Ring. Een noodzakelijk iets voor een wijk die zo nabij de vervuilingszone ligt van de Antwerpse Ring en nood heeft aan meer open ruimte en meer groen. We hebben het ontwerp- en participatieproces voor het segment Zuidoost dan ook van nabij gevolgd.

We willen in deze (on)geloofsbrief vooral onze verontwaardiging uitdrukken aangaande de huidige concrete ontwerpplannen voor onze directe omgeving. We zien in deze plannen de oorspronkelijke ‘groene’ filosofie van het overkappingsverhaal gedeeltelijk verloren gaan. We zien dat keuzes worden gemaakt die lijnrecht ingaan tegen onze verwachting dat een overkapping onze wijk leefbaarder zou maken.

Als we het globale plaatje dat het ontwerpteam Zuidoost ons vandaag voorlegt bekijken, zijn er zeker veel waardevolle elementen in terug te vinden. Het idee bijvoorbeeld om het Park Brilschans, het Villegaspark en het natuurgebied de Wolvenberg met elkaar te verbinden via de overkapping kan fungeren als een echte groene long voor het centrum van het district Berchem. Versnipperde wijken die worden verbonden door één plek. Al was ook aan dit project een schaduwzijde dat de volkstuintjes van de buurtbewoners moesten wijken.

Over alle zes voorgestelde projecten die naar voor worden geschoven door het ontwerpteam van segment Zuidoost durven we ons daarom niet in detail uitspreken. Zoals ze (meestal ‘verbloemd’?) op presentaties en in de media worden weergegeven, lijken ze veelbelovend. Geleerd uit onze eigen ondervinding, hopen we dan ook dat vooral de direct betrokken buurtbewoners uit die wijken de dossiers goed hebben opgevolgd en er ook daar de hiaten hebben uitgehaald.

Waar het hart van vol is …

We willen onze focus in deze ‘(on)geloofsbrief’ echter vooral toespitsen op het dossier dat ons meer nabij in de buurt ligt namelijk het project ter hoogte van Berchem Station. “De creatie van een ‘grote markt’ als ontmoetingspunt voor Berchem en als ‘metropolitane mobiliteitshub” zoals de ontwerpers het omschrijven. pag. 2 Dit project leek ons in eerste instantie veelbelovend. Zoals hierboven gesteld de creatie van een ‘ontmoetingspunt’ en een ingrijpende aanpak van de ‘mobiliteit aan het station’ is zeker belangrijk om eindelijk eens dringend werk van te maken.

Wanneer we echter begin maart de concrete ontwerpplannen onder ogen kregen, vielen we toch bijna van onze stoel. Naast het op grote schaal verharden van de open ruimte, verscheen op de plannen plots een groot woonblok op de hoek van de Diksmuidelaan en een 3-tal bouwtorens aan de overzijde aan de Singel, pal op het enkele jaren geleden aangeplante Toekomstbos. De harde confrontatie met deze ontwerpplannen heeft bij vele buurtbewoners een serieuze deuk in het vertrouwen aan de ontwerpers gezorgd. Het is nogmaals een ernstige verwittiging dat je als burger wakker en alert moet blijven want dat je anders toch weer voor voldongen feiten geplaatst wordt.

Achteraf gezien hadden we de bui moeten hebben zien aankomen. We zijn even opnieuw gaan lezen in de ambitienota “Over de Ring, samen naar een aantrekkelijke metropool” (november 2016) waarnaar ontwerpers meermaals verwijzen en hanteren als evangelie. Het gehéél van deze nota klonk ook voor ons erg lovenswaardig. “De overkapping kan bijdragen tot de aanpassing van de stadsregio aan de klimaatopwarming, ze kan de groentekorten van de stadswijken voor een groot deel verlichten. Ze kan het regionaal ecosysteem versterken. En de gezondheid van de stedelingen verbeteren.” Heel de nota staat vol met lovenswaardige ambities. “Parken verbinden, ecologie, enorm ander gevoel creëren, groter stuk natuur, grote rustplekken, groene stedelijke boulevards, water in het landschap, bio-diversiteit versterken, wilde parklandschappen, …

Vandaag worden we echter nog maar eens met de neus op de feiten gedrukt dat je ook de ‘kleine lettertjes’ van een contract moet lezen. Wanneer we naar bladzijde 124 in deze nota gaan en het hoofdstuk rond het project ZuidOost en meer specifiek de zone rond het station van Berchem bekijken, lezen we letterlijk het volgende zinnetje: “Dit gebied is aangeduid als top- en kantoorlocatie voor de stadsregio. Een verdere verdichting, geënt op de multimodale stationsknoop, is dus wenselijk.”

Met dit kleine zinnetje geven we de ontwerpers dus een vrijgeleide om de groene zone rond Berchem Station te gaan volbouwen! Hoe naïef en goedgelovig kunnen wij als burger dus inderdaad zijn … Iedereen laat zich verblinden door de vele ronkende lovenswaardige groene ambities van de nota.

Voorgeschiedenis

Toch eerst een stukje geschiedenis. Het groengebied aan de Diksmuidelaan en de Rode Kruislaan kwam er na jarenlange acties (1999-2006) van verschillende buurtcomités uit onze wijk. Uiteindelijk kwam een akkoord met districtsbestuur van Berchem en de Stad Antwerpen en werd er in 2006 een BPA/RUP goedgekeurd om dit weinige overgebleven groen in onze wijk te beschermen. We lezen letterlijk in het RUP: “De omgeving rond het projectgebied Rode Kruislaan is zeer dicht bebouwd, waardoor er een aanzienlijke druk op het gebied bestaat. Het voorzien van een wijkpark komt tegemoet aan de nood aan open ruimte, groen en speelruimte. Door de aanleg van het park wordt er een fundamentele bijdrage geleverd aan de verbetering van de woonkwaliteit in deze buurt.” Er kwam een hondenweide en een prachtige speeltuin die dagelijks bij goed weer druk wordt bevolkt door buurtbewoners en door gebruikers van het ringfietspad.

Aan de overzijde aan de Singel is het verhaal nog frappanter. In 2014, nog geen 5 jaar geleden, werd met veel bravoure in de pers het ‘Toekomstbos’ aangekondigd. Op dit voormalige korfbalterrein tussen de Ring, de Singel, de Borsbeeksebrug en de Zurenborgbrug mochten de leerlingen van een vijftal Berchemse scholen zo’n 2600 inheemse bosgoedplantjes aanplanten. pag. 3

De groendienst zorgde voor de aanleg van de amfibieënpoel en de aanplant van 8 hoogstammige bomen (haagbeuk, sierappel, sierkers en linde). De beplanting werd nadien nog aangevuld met 750 heesters, 500 vaste planten en nog eens 6 hoogstammige bomen.

Voor dit project werd samengewerkt met het Autonoom Gemeentebedrijf Vespa, ANB en Natuurpunt. Het werd aangeprezen als een eerste voorbeeld van het ‘bosschagelandschap’ (een combinatie van open en besloten stukken landschap) dat door AG Vespa werd uitgetekend in het kader van het Beeldkwaliteitsplan Groene Singel. Dit schrijft een oppervlaktenorm voor van 60 % bebossing en 40 % open ruimte. Ook kreeg het Toekomstbos verder vorm door de aanleg van een wandelpad en een vlonder-pad (een los houten bruggetje over de amfibieënpoel).

Berchem kreeg voor dit project zelfs een prijs van de Vereniging voor Openbaar Groen (VVOG) in de lente van 2016. Met deze “Groene Lente-prijs” wil VVOG openbaar groen promoten door interessante, creatieve en vernieuwende groenprojecten in de kijker te plaatsen. In de pers verklaarde Berchems Schepen voor openbaar groen An Bakelants dat deze site “moet uitgroeien tot een mooie extra groene rustzone voor de toekomst!”.

Met één pennentrek kunnen ontwerpers dus onmiddellijk héél zo’n prachtig project van de tafel vegen wanneer je als burger niet goed uit je ogen kijkt en alle ontwerpplannen niet nauwgezet genoeg opvolgt. Wat moeten we onze Berchemse kinderen vandaag over ‘hun’ Toekomstbos vertellen???

Ondertussen hebben de ontwerpers op onze opmerkingen al wel gereageerd. We kregen de belofte dat men de bouwhoogte alvast zou verminderen en dat men het gebouw aan de Diksmuidelaan meer naar de Ring zou opschuiven. Ondanks het begrip dat men toont voor onze argumenten en de aangegane dialoog blijven de ontwerpers dus jammer genoeg vasthouden aan hun oorspronkelijke ideeën. De kleine aanpassingen die men ons voorstelt, kunnen ons helemaal niet overtuigen en de huidige plannen zijn en blijven voor ons écht onaanvaardbaar.

Een verhaal van verdichting?

Eén van de argumenten waarmee de ontwerpers ons om de oren slaan is dat deze omgeving van het station van Berchem ideaal is voor ‘verdichting’. Verdichting is een woord dat de gewone burger niet onmiddellijk bekend in de oren klinkt. Het staat tot op vandaag ook nog niet eens in het bekende woordenboek ‘Van Dale’. Het woord klinkt in elk geval mooier dan de eigenlijke inhoud. De Nederlandse Encyclopedie omschrijft het als volgt: “Binnen de bestaande bebouwde ruimte de onbebouwde delen bijkomend bebouwen of bouwen in hogere dichtheden als manier om te komen tot een beter of intensiever gebruik van de ruimte”.

We willen hierbij opmerken dat de geplande bebouwing aan de Borsbeeksebrug helemaal niet in een ‘bestaande bebouwde ruimte” komt maar gewoon midden in twee grote groene stroken gras en bomen en pal in een recent aangeplant ‘bos’.

De grondvisie van ‘verdichting in steden en dorpen’ kunnen we best volgen. Het is de lovenswaardige ambitie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) voor wat betreft het concentreren van functies, men wil verdichten in de steden en in de kernen. Het is een middel om de lintbebouwing en de versnippering van ons landschap tegen te gaan.

Er zijn mooie voorbeelden waar men oude bedrijfsterreinen en/of verouderde bedrijfsgebouwen een nieuwe bestemming heeft gegeven. De opwaardering van een ‘bestaand bebouwd gebied’ kan inderdaad dikwijls gepaard gaan met extra verdichting, waarbij we in hogere dichtheden gaan wonen, en wonen en werken ook meer met elkaar gaan mengen. pag. 4

“Maar in de reeds druk bebouwde gebieden de laatste stroken groen zomaar volbouwen of in alle kernen de hoogte ingaan of méér woningen zetten, zijn geen goede opties”.

Verdichting is steeds maatwerk! Deze conclusie wordt ondersteund door verschillende experten: “We moeten de stad intelligent inbreiden en verdichten” vertelt ons professor Stijn Oosterlynck, professor Universiteit Antwerpen in De Tijd. “Belangrijk is steeds ook de context. In voormalige havenzones of op oude fabrieksterreinen hoogbouw bouwen is geen probleem omdat je dan dikwijls ook nog mooi zicht hebt op het wateroppervlakte. Torenflats kunnen dan weer moeilijker als de andere huizen maar 2 of 3 verdiepingen tellen.” De geplande torens aan de Borsbeeksebrug en de Singel en de Diksmuidelaan bevinden zich recht tegenover gebouwen die inderdaad maar 2 of 3 verdiepingen tellen.

Verdichten lijkt vandaag het toverwoord. “Maar verdichten om te verdichten bedreigt ook de leefbaarheid van de stad en stimuleert de stadsvlucht van jonge gezinnen met kinderen, op zoek naar ademruimte. Klassieke recepten zijn niet langer toereikend, of niet steeds het gepaste antwoord. Er moet gezocht worden naar andere interessante, vernieuwende en doordachte ruimtelijke strategieën die omzichtig omgaan met het bestaande weefsel, en die ook garant staan voor een stad als aangename woon- en verblijfplaats voor een heel divers palet aan mensen” lezen we in een onderzoeksrapport in opdracht van de Interlokale Vereniging Kenniscentrum Vlaamse Steden (31/1/2014). “De uitdaging is dus ‘slim verdichten’ of méér doen met dezelfde ruimte.”

Architect Joost van den Hoek willen we ook even citeren. Hij was als stedenbouwkundige onder meer betrokken bij ontwerp van de Zuidas, de Arenaboulevard, Zakencentrum Almere, Hart van Zuid Hengelo en de wederopbouw van Roombeek Enschede in Nederland. Hij woont sinds eind 2013 downtown Shanghai. Hij is betrokken bij revitalisaties en transformaties van rivieroevers, parksystemen, woonwijken, zakendistricten, campussen en industriegebieden.

Op zijn blog schrijft het ondermeer over “het Hollandse debat over verstedelijkingsopties, verdichtingsstrategieën, metropoolvorming en hoogbouw dat vandaag weer actueler is dan het lange tijd geweest was. Schiet Nederland wat op met inzichten uit het verre China?” vraagt Joost van den Hoek zich af.

“Succesvolle steden als Shanghai, Beijing, Shenzhen en Guangzhou dreigen alle ten onder te gaan aan de eigen drukte en populariteit en drijven lokale en nationale bestuurders tot wanhoop. Herkenbare vragen als hoe houden we de stad leefbaar voor de oorspronkelijke bewoners, hoe dempen we de huizenprijsontwikkeling, hoe houden we speculatie en huisjesmelkerij in de hand en hoe beperken we het aantal bezoekers, bepalen ook in China elke dag het nieuws. Gigantische verdichtingsoperaties, bouwprogramma’s en satellietsteden zijn gepland, gebouwd en opgeleverd. Het heeft niet geholpen.”

“Extreem bijbouwen en verdichten in de afgelopen decennia heeft voor de bereikbaarheid van wonen in de Chinese stad in letterlijke en figuurlijke zin alleen maar een averechts effect gehad. Een aantal Chinese megasteden is in het stadium gekomen dat uitbreiding en verdichting van de bestaande stad of stedelijke agglomeratie geen oplossing meer is, maximale dichtheid en bouwhoogte zijn al bereikt. In Nederland bestaat nog het idee dat verdichten en bijbouwen wonen in de topsteden bereikbaar houdt voor de onderwijzer, de politieman en de pizzakoerier.” stelt deze ervaringsdeskundige vast.

“Vanuit de Chinese casuïstiek lijkt het omgekeerde waar. Wil je wonen in de stad bereikbaar en leefbaar houden voor een gemengd en divers publiek, dan moet je ophouden met bouwen en verdichten, het inwonertal maximeren en succesvolle bedrijven en voorzieningen uitplaatsen of wegsturen.” pag. 5

Ook andere conclusies van ‘ontwerpend onderzoek’ naar verdichting (bijvoorbeeld in Utrecht) wijzen telkens op erg belangrijke randvoorwaarden. “De verdichting moet telkens gebiedsspecifiek en integraal worden aangepakt. In elke wijk heerst een andere gebiedsdynamiek welke om een andere uitwerking van strategie vraagt.”

Uit de studie: “Verdichting, mobiliteit en aanverwante zaken” (Roermond, november 2010) leren we ook belangrijke dingen. Verdichting is niet per definitie goed (of slecht). De beoordeling hangt af van de verwachte omvang van de positieve effecten. Belangrijke nadelen zijn: minder open ruimte in de stad zelf, teveel drukte, meer congestie en vervuiling, minder kwaliteit van de leefomgeving.”

In de conclusie van het boek ‘The compact city. A sustainable urban form? (Jenks et al 1995)’ komen Jenks en zijn coauteurs tot de conclusie dat er sterke argumenten zijn voor en tegen bouwen in hogere dichtheden. De stelling dat compacte steden met een hoge dichtheid als vanzelf tot energiezuinige vervoerspatronen leiden wordt, door de tot dan toe beschikbare literatuur, zeker nog niet bewezen. En evenmin is aangetoond dat lage dichtheden minder duurzaam zijn dan andere vormen van verstedelijking.

Dit zijn allemaal belangrijke bedenkingen bij de visie van ‘verdichting’ die bij de implementatie van dit concept in rekening moeten worden gebracht. In de huidige ontwerpplannen wordt aan deze gevoeligheden geen aandacht besteed noch rekening mee gehouden.

Bouwen in het groen is goedkoop en snel, maar deze gemakkelijke weg heeft grote milieutechnische én sociale gevolgen. Flora en fauna worden de nek omgedraaid en ‘de ademruimte’ voor de stad verdwijnt.

Laten we oude terreinen ontwikkelen, bedrijventerreinen transformeren, oude woonblokken ‘inbreiden’ en ‘optoppen’. Er zijn nog genoeg architecten en stedenbouwers die zich specialiseren in inventief en geconcentreerd bouwen. Het kost misschien veel meer geld, tijd en energie dan bouwen in het groen. Maar het levert iets heel belangrijks op. Een vitale stad met gelukkige mensen en behoud van natuur en open ruimte.

Willen we het laatste groen in onze stad echt opofferen aan woningbouw en kantoren? Het zou vandaag, naast betaalbaar wonen, toch vooral moeten gaan om de leefbaarheid?

Verdicht een stad dus slim en duurzaam! Transformeer kantoren. Verdichten kan maar dan op reeds betonnen terreinen of reeds bebouwde gronden. Niet op de al zo schaarse groene ruimte.

Grote leegstand in Antwerpen en Vlaanderen

Al dit ‘verdichten’ staat bovendien in schril contrast met de cijfers die we te lezen krijgen over de enorme ‘leegstand van bestaande woningen en bedrijven’ waar Vlaanderen en Antwerpen in het bijzonder mee te kampen heeft. Dit lezen we toch in een erg recent en uitgebreid onderzoek “Kwantificeren van hergebruiksmogelijkheden van leegstaande en onderbenutte panden in Vlaanderen” in opdracht van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid uitgevoerd in 2017.

Uit deze studie blijkt het volgende. “In Vlaanderen staan bijna 60.000 panden al meer dan een jaar leeg. Het gaat om 32.599 woningen, 15.645 handelspanden en 11.520 leegstaande bedrijfssites. Die structurele leegstand biedt voor ruim de helft van de panden heel wat hergebruiksmogelijkheden. Het hergebruiken van leegstaande panden kan het innemen van open ruimte beperken en een deel van de nieuwbouwbehoefte in Vlaanderen opvangen.” pag. 6

Het onderzoek wijst ook duidelijk uit “dat de hergebruiksmogelijkheden voor zowel wonen, winkels en handelspaden en bedrijfssites zich vooral concentreren in grote steden. Op de kaarten zien we bijvoorbeeld ook Antwerpen hierin sterk naar voren komen. Steden zoals Leuven en Brugge scoren opvallend lager en halen weinig tot zelfs géén leegstand en dus vrijwel géén hergebruiksmogelijkheden.”

Dat het debat rond de noodzaak van ‘verdichting’ hiermee aan enige nuancering toe is, blijkt uit voorgaande cijfers toch ook weer eens overduidelijk.

Onze eindconclusie: groen dat je opgeeft, krijg je nooit meer terug!

Wij zijn ervan overtuigd dat de grondige ingrepen in de open ruimte die het ontwerpbureau ZuidOost voor de Borsbeeksebrug vandaag heeft uitgetekend het woon- en leefklimaat van onze buurt ernstig zullen aantasten. Wij merken en vinden dat de plannen rond Berchem Station te veel geschreven zijn vanuit de behoefte tot groei en claims op de ruimte.

De jongste 15 jaren is in een omtrek van 1 km al heel wat groene ruimte ingenomen en volgebouwd. Aan de Posthofbrug en de Rodeverldlaan verdwenen de velden, de historische hoeve en volkstuinen en kregen we de uitgebreide woonverkaveling ‘De Veldekens’. Daarna werd gans de lengte van de Roderveldlaan volgebouwd met kantoren. Op het einde van de Roderveldlaan op de grens met Mortsel komen nu ook nog 2 nieuwe gebouwen (Punt aan de laan – woonproject Promocon). Ook kregen we de vijf kantoorgebouwen van City Link, en de twee kantoorgebouwen in opbouw van Ghelamco aan de Posthofbrug.

Hebben deze gebouwen vanwege hun ligging in de stationsomgeving bijgedragen tot vermindering autoverkeer en parkeerdruk in de wijk??? Neen, wel integendeel. De verkeersdrukte tijdens ochtend- en avondspits zijn enorm. De ganse Roderveldlaan staat vandaag overdag totaal vol geparkeerd tot aan de Fruithoflaan. Dit terwijl er daar vroeger géén parkeerdruk was (parkeeronderzoek februari 2010).

En meer recent ‘kregen’ we dan “Post X, de parel aan de Ring” zoals ze zichzelf graag voorstellen. Volgens vele buurtbewoners past bij deze site beter dit citaat:”Monotonie is de ergste vervuiling: het is gif voor de ziel, deze bouwstijl is gevoel- en emotieloos, dictatoriaal, harteloos, agressief, glad, steriel, zonder ornament, koud, onpoëtisch, onromantisch, anoniem …een gapende leegte.“ van de bekende Oostenrijkse kunstenaar en architect Hundertwasser. Hij is vooral bekend om de door hem ontworpen kleurrijke gebouwen en als voorvechter van een mens- en milieuvriendelijke bouwwijze.

Of zoals de wereldberoemde Deense architect en stadsplanner Jan Gehl het citeert: “Het modernisme is de echte oorzaak van de crisis in de steden: stadsvlucht door monocultuur en verschraling”. “Woontorens zijn het antwoord van luie architecten op hoge bevolkingsdichtheid”. Zijn boek ‘Steden voor mensen’ kreeg onlangs een Nederlandse vertaling. Onlangs sprak het weekblad Knack met de man, intussen 81 jaar, die zich al vijf decennia aan leefbare steden wijdt. “Geef mensen voorrang op auto’s, en over tien jaar heb je opnieuw een openbaar leven dat zijn naam waard is. Denk eerst aan het sociale leven, dan aan de ruimte en pas daarna aan de gebouwen”: dat is Jan Gehls vuistregel voor stadsplanners. Wereldsteden als Bogota, New York, Moskou en Melbourne huurden hem al in en volgden zijn visie. Na zijn bezoek aan België is de minzame Deen overtuigd dat ook steden zoals Brussel en Antwerpen moeten en zullen volgen.

De voormalige gronden van het vroegere Postgebouw naast Berchem Station werden dus door ‘Post X’ tot op de cm volgebouwd met 9 hoge woontorens (sommige nog in aanbouw). 130.000 m² bovengrondse oppervlakte. Geen geluidsabsorberende wanden zoals moderne architecten vandaag gebruiken maar kille, weerkaatsende wanden die de geluidshinder van de Ring in onze omgeving de jongste jaren nog sterk hebben verslechterd. pag. 7

Als kers op de taart krijgen we binnenkort ook nog het nieuwe Mastergebouw voor de Lokale Politie Antwerpen erbovenop van 10 verdiepingen hoog, 52 meter hoog. De bebouwde oppervlakte van het perceel bedraagt 6.352 vierkante meter en het volume is 216.298 kubieke meter. Ruimte voor 2200 werknemers. 405 parkeerplaatsen voor personeel, plaats voor 184 dienstwagens en 45 extra grote dienstwagens …

Met andere woorden: de ‘verdichting’ heeft de jongste jaren in onze stationsomgeving in Berchem al welig getierd en begint meer en meer naar ‘verstikking’ te leiden al beseft blijkbaar niet iedereen dit voldoende.

Onze bescheiden groene zone aan de Borsbeeksebrug mag niet het slachtoffer worden van het tekort aan woningen en kantoren elders. De aanpalende wijken van Zurenborg en de wijk Groenenhoek hebben deze rustzone en open ruimte érg nodig. Voor deze bewoners is het de dichtstbijzijnde plek groen in hun wijk. Als hondenloopzone, als speelzone voor de kinderen, als rustpuntje in de drukke stationsomgeving. We vinden het dan ook erg belangrijk het huidige karakter van deze groene zone in onze wijk te behouden. We vragen ook begrip voor de voorgeschiedenis van deze groene zone (RUP Rode Kruislaan én recent aangeplante Toekomstbos) én de oorsprong van deze wijk Groenenhoek.

Onze bezorgdheden zijn trouwens niet enkel ingegeven uit lokaal belang maar zijn ook belangrijk vanuit gemeenschappelijk en algemeen belang. Naast de bewoners van de omliggende wijken is deze strook groen immers ook erg welkom voor de talrijke gebruikers van de kantoorgebouwen, voor de gebruikers van het openbaar vervoer en voor de treinpendelaars waarvoor deze zone vlak bij het Berchem Station een aangenaam rustpunt kan zijn tussen de wachttijden om over te stappen van bus naar.

Het zonder meer vastleggen van stationslocaties voor verdichting vinden wij onzorgvuldig. Leefbaarheid staat boven verdichting. Binnenstedelijk groen heeft een belangrijke functie. Het welzijn van de bewoners en de leefbaarheid, evenals de biodiversiteit (vogels, bomen, planten en bloemen) mogen niet ondergeschikt zijn aan de verdichting en hoogbouw. En wat vaak ook vergeten wordt: de stad moet de klimaatverandering aankunnen. Buien worden heftiger, maar het regenwater kan moeilijk weg in een versteende stad, dus staten komen eerder blank te staan. Hittegolven zullen toenemen maar voor verkoeling heeft de stad groen nodig. Een versteende stad houdt de warmte vast en wordt zo onleefbaar. Bovendien leidt hoogbouw tot harde valwinden en lange slagschaduwen.

Wij, buurtbewoners van de ‘Orpheusbuurt’, verlangen dat er wordt rekening gehouden met deze belangrijke en pertinente opmerkingen en dat ze uitdrukkelijk worden meegenomen in de afweging die u maakt over de projecten van de eerste fase.

1. Wij willen dat de bestaande open ruimte en groen (zie BPA/RUP 2006 Rode Kruislaan) volledig behouden blijft als volwaardige en voor iedereen toegankelijke groenzone met recreatief karakter en niet wordt bebouwd.

2. Wij willen dat de open ruimte en het groen en aangeplante bomen van het Toekomstbos aan de Singel volledig behouden blijft en niet wordt bebouwd.

3. Wij willen ook dat de geplande ‘ontmoetingsruimte’ geen grote verharde overdekte ruimte wordt (geen Sint-Jansplein zoals ontwerpers het bij de voorstelling van de plannen citeerden). Wij pleiten voor meer ‘soberheid in de aanleg’ en meer oog voor ‘zachte materialen en groen’.

Met veel ‘Ringbouwers’ hebben we de afgelopen maanden een boeiend en leerrijk parcours afgelegd in talrijke luistersessies, werkvergaderingen, workshops, enzovoort. Er was openheid en transparantie en dat waarderen we. Al kan het altijd beter en zijn er zeker nog werkpunten om in de toekomst deze bewonersparticipatie nog beter te organiseren en nog meer burgers bij het proces te betrekken. Aan de werktafels hoorden we echter vooral uitspraken als: “groentekorten, tekort aan open ruimte, hitte-eilanden tegengaan, rekening houden met water en ecologie, wijken verbinden met groen.” Dit zijn voor de bewoners de échte prioriteiten. pag. 8

Wij vinden het dan ook jammer dat de ontwerpers toch onvoldoende rekening gehouden hebben met onze opmerkingen. Wij hopen dat onze uitgebreide argumentatie waar we de voorbije weken nog eens extra hard aan gewerkt hebben uiteindelijk de hogere beleidsmakers toch kan overtuigen. zodat we verder mee kunnen schrijven aan dit positieve verhaal van de overkapping.

Op die manier hopen we onze droom om mee te schrijven aan het positieve verhaal van een totale overkapping van de Ring, met als direct resultaat voor onze buurt het behoud en verwezenlijken van juist méér open ruimte en een échte oase van groen, toch nog te bereiken. Zo creëren we pas een écht groen hart voor deze stad, voor Berchem en onze wijk in het bijzonder.

Hoogachtend,

Namens het Orpheusbuurtgebeure (*een buurtvereniging die al bijna 30 jaar actief is in de wijk Groenenhoek in Berchem tussen Diksmuidelaan en Gitschotellei. Specifiek gaat het om de Thaliastraat, Morpheusstraat, Minervastraat, Dianalaan, Euterpestraat en Junostraat)

Arnold Peeters (definitieve handtekeningenlijst volgt op de eindpresentatie van 18 april)

take down
the paywall
steun ons nu!