Met uitzondering van MO* magazine en Vrede (en van LA Chispa in Nederland) is de aandacht voor ontwikkelingen in niet-Westerse regio’s eerder beperkt in het Nederlandstalig gedeelte van dit land. Gelukkig is er in Franstalig België het Centre Tricontinental, kortweg Cetri, dat in 1976 werd opgericht door François Houtart en dat zijn thuisbasis heeft in Louvain-la-Neuve. Cetri heeft zich in al die jaren ontwikkeld tot een ngo met een sterk studiecentrum dat publicaties uitgeeft en documentatie ter beschikking stelt over ontwikkelingen in de Noord-Zuid verhoudingen.
De bedoeling van Cetri is om de standpunten van het Zuiden bekend te maken en kritische reflecties te maken rond de praktijken van de huidige neoliberale mondialisering. Er wordt vooral gekeken naar de rol van de sociale actoren in hun strijd om sociale, politieke, culturele en ecologische rechten te verwerven. Met ‘Droites militantes et mobilisations réactionnaires’ wijken de samenstellers voor het eerst af van hun gewone benadering.
Niet de sociale bewegingen van onderuit worden in dit nummer geanalyseerd, maar de ‘Dérives réactionnaires et contre-mouvement dans le Sud’, zoals de titel van de inleiding van samensteller Laurent Delcourt luidt, worden in beeld gebracht. Hij stelt zich de vraag of er ook in de landen van het Zuiden sprake is van een reactionaire politieke wending. Welke vormen neemt die wending dan wel aan en hoe uit ze zich? Wat zijn de objectieven van deze beweging en hoe mobiliseert ze? Welke invloed oefent ze uit op de nationale politiek van die landen?
Volgens een beproefd recept doet Cetri zoals steeds een beroep op artikels en studies van specialisten uit het Zuiden – sociologen, historici, journalisten – die dan naar het Frans worden vertaald. Voor wat Azië betreft behandelt Kalim Siddiqui India onder de titel ‘“Hindutva”, néoliberalisme et crispation nationaliste’ en Thailand komt aan bod via Giles Ungpakom die het heeft over ‘Démocratie, mouvements et contre-mouvements sociaux’.
De Arabische wereld komt in beeld via Sarah Ben Néfissa (‘Monde Arabe: nationalismes, islamismes, djihadismes et crise du politique’) en Joris Leverink noemt zijn bijdrage over Turkije ‘Fabriquer l’illusion d’une souveraineté populaire’. Afrika is vertegenwoordigd met twee artikels. Eén algemeen van Amadou Sarr Diop (‘Fracture ethnique ou manipulation politique des ethnicités?’) en één over Congo van François M’munga Assumani (‘Mobilisation milicienne et tension ethnique au Sud-Kivu’).
Brazilië als voorbeeld
Het zou me te ver voeren om in het kader van deze bespreking alle artikels van deze rijke reader te bespreken. Ik beperk me hier tot Latijns-Amerika en dan voornamelijk tot Brazilië dat met twee artikels flink vertegenwoordigd is.
Die keuze is zeker niet toevallig op het ogenblik dat Lula da Silva, de voormalige linkse president, voor twaalf jaar achter de tralies dreigt te verdwijnen. Na de betwistbare afzetting van Dilma Rousseff van de PT, dezelfde partij als Lula, gebruikt de rechterzijde andermaal haar macht om Lula, die volgens de peilingen opnieuw president zou worden, uit te schakelen.
In Brazilië heerst het gevoel dat Lula geviseerd werd omwille van zijn linkse profiel. De rechtszaak verliep immers enorm snel voor het anders zo trage Braziliaanse rechtssysteem. Lula werd zo het snelst veroordeeld van alle verdachten in het Lavo Jato (car wash) onderzoek. Zijn veroordeling duurde 9 maanden, bij andere politici was dat gemiddeld 18 tot 30 maanden. Een hele reeks rechtse politici die betrokken waren bij veel grovere corruptiezaken raken ook maar niet veroordeeld. Hoe kan dat toch?
In haar artikel ‘Nébuleuse d’organisations ultralibérales sous influences états-uniennes’ licht Katia Gerab Baggio een tipje van de sluier op. Volgens haar wordt het ideologisch tegenoffensief waarvan Rousseff en nu ook Lula het slachtoffer zijn, georkestreerd door mistige ultraliberale organisaties waarvan het Amerikaanse Atlas Network, met als zetel Washington, een erg belangrijke is.
De stichter en belangrijkste ideoloog ervan is de steenrijke Antony Fisher, een Engelse zakenman die volop achter het ideeëngoed van Friedrich von Hayek en Milton Friedman staat. Hij ondersteunde de economische politiek van Margaret Thatcher in Engeland en trok nadien naar Canada en de Verenigd Staten waar hij het Fraser instituut, een andere ultraliberale denktank, oprichtte.
Onder de sponsors van het Atlas Network bevinden zich onder meer de gebroeders Koch, miljardairs in de oliesector en verder vermeldt de website dat er 485 partners uit 93 landen deel uitmaken van deze denktank. In Brazilië zijn dat Estudiantes Pela Libertade (studenten voor de vrijheid) in Belo Horizonte en Students For Liberty Brasil met als basis São Paulo.
Deze partnerorganisaties van Atlas Network, zoals de rede Liberdade (netwerk vrijheid) en het Millennium instituut bestaan meestal uit bedrijfsleiders, maar ook uit economisten, politicologen, juristen en journalisten. Het Millennium instituut wordt onder meer gesponsord door de groepen Abril en RBS, die deel uitmaken van de GRUPO GLOBO, de grootste audiovisuele groep van Latijns-Amerika, en uit de groep Estado die de veelgelezen krant O Estado de S.Paulo uitgeeft die al jaren fel te keer is gegaan tegen Lula en Rousseff.
Katia Gerab Baggio ontrafelt in haar artikel deze netwerken nog veel dieper en toont onder meer aan dat het maatschappelijk middenveld, zoals ook in Thailand met de partij van de zogenaamde gelen en zoals ook in Venezuela, tot reactionaire mobilisaties kan leiden. Lula dreigt hiervan het volgende slachtoffer te worden.
Met dit nummer levert Cetri andermaal een belangrijke bijdrage die kritische wereldburgers, zeker bij gebrek aan een degelijke buitenlandjournalistiek gericht op het Zuiden, kan helpen om die onderbelichte zijde van onze planeet in beeld te brengen. In mijn bibliotheek vormen de ruggen van Cetri alleen al een apart bibliotheekje met uitzicht op het Zuiden. Voor deze schat hoef je niet eens veel te betalen, want voor vijftig euro krijg je jaarlijks vier stevige readers toegestuurd. En je hebt er een stevige kluif aan.